[verweerster01] heeft zich op 21 oktober 2022 ziekgemeld. Een van haar verplichtingen is om op het afgesproken tijdstip aanwezig te zijn op de afspraak met de bedrijfsarts of zich 24 uur van te voren af te melden. [verweerster01] betwist niet dat ze op de afspraken met de bedrijfsarts op 2 en 7 november 2022 niet is verschenen.
Volgens [verweerster01] heeft zij op 28 oktober 2022 contact opgenomen met Arboned en bleek toen dat een foutief e-mailadres van haar bij Arboned bekend was. Ze wist daarom niet van de afspraak van 2 november 2022. Als het echter waar is dat een foutief e-mailadres was doorgegeven, wat Spangen betwist, dan is dat geen verklaring voor het feit dat [verweerster01] niet aanwezig was op de afspraak bij de bedrijfsarts van 2 november 2022. De bevestiging van deze afspraak is namelijk op 31 oktober 2022 zowel per post als per e-mail aan haar toegezonden, dus na het wijzigen van het e-mailadres. [verweerster01] heeft, gelet hierop, geen afdoende verklaring gegeven voor haar afwezigheid op 2 november 2022.
Wat haar afwezigheid op de afspraak van 7 november 2022 betreft heeft [verweerster01] verklaard dat ze in de file stond, Arboned heeft gebeld en vervolgens op advies van Arboned Spangen heeft gebeld om door te geven dat ze te laat was. Volgens [verweerster01] is ze vervolgens nog wel naar Arboned gegaan, maar was ze te laat en kon de afspraak niet meer doorgaan. Spangen betwist echter dat [verweerster01] Arboned heeft gebeld, want in de brief van Arboned van 7 november 2022, gericht aan Spangen, staat dat [verweerster01] op de afspraak van 7 november 2022 zonder bericht niet is verschenen. Aan de andere kant erkent Spangen wel dat [verweerster01] haar heeft gebeld, maar op dat moment was de tandarts bezig met een patiënt en is de boodschap alleen doorgegeven. De kantonrechter is van oordeel dat [verweerster01] , gelet op de brief van Arboned waarin staat dat zij zonder bericht niet is verschenen, onvoldoende heeft onderbouwd dat zij daadwerkelijk contact heeft opgenomen met Arboned op 7 november 2022 met de mededeling dat zij in de file stond. Als zij dat wel had gedaan, dan had de afspraak misschien later op die dag alsnog kunnen plaatsvinden. In elk geval blijkt uit het bericht van Arboned niet van enig contact. Het enkel contact opnemen met de werkgever, zonder die daadwerkelijk te spreken, betekent naar het oordeel van de kantonrechter dat [verweerster01] zich onvoldoende heeft ingespannen op 7 november 2022 om de afspraak met de bedrijfsarts te laten doorgaan.
De kantonrechter is, gelet op het voorgaande, dan ook van oordeel dat [verweerster01] verwijtbaar richting Spangen heeft gehandeld door op 2 en 7 november 2022 niet te verschijnen op de afspraken bij de bedrijfsarts. Bij dit oordeel weegt mee dat het niet de eerste keer is dat [verweerster01] niet op afspraken bij de bedrijfsarts is verschenen, omdat dit gedurende haar dienstverband meerdere keren is voorgekomen, al is dit dan wat langer geleden. [verweerster01] heeft dit niet betwist en alleen voor het niet verschijnen op 5 februari 2019 een -mogelijke- verklaring gegeven (haar telefoon was door haar baby in het aquarium gegooid), zodat in ieder geval vaststaat dat zij op 30 september 2019 en 28 oktober 2019 ongeoorloofd niet is verschenen op afspraken bij de bedrijfsarts.