ECLI:NL:RBROT:2023:12789

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2023
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
10605858
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding met beëindigingsvergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een arbeidszaak tussen Lineage NL 3 TRS B.V. en [persoon01]. De procedure betreft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [persoon01] met Lineage, die verstoord is geraakt. Lineage heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 december 2023, waarbij zij stelt dat de verstoring niet aan [persoon01] te wijten is. Aanvankelijk heeft [persoon01] verweer gevoerd tegen de ontbinding, maar hij heeft later aangegeven zich te willen conformeren aan het oordeel van de kantonrechter.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsverhouding ernstig en duurzaam verstoord is, waardoor samenwerking niet meer mogelijk is. Ondanks een opzegverbod, zijn beide partijen het erover eens dat het verzoek tot ontbinding geen verband houdt met de omstandigheden waarop dat opzegverbod betrekking heeft. De kantonrechter heeft daarom de arbeidsovereenkomst ontbonden, met als einddatum 1 december 2023.

Daarnaast heeft de kantonrechter Lineage veroordeeld tot het betalen van een beëindigingsvergoeding van € 110.000,- bruto aan [persoon01], inclusief een tegemoetkoming in de juridische kosten van € 15.000,-. De betaling van deze bedragen dient uiterlijk op 1 januari 2024 te geschieden. Tot slot heeft de kantonrechter bepaald dat partijen hun eigen proceskosten dragen, en heeft zij het anders of meer verzochte afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10605858 VZ VERZ 23-7387
datum uitspraak: 18 oktober 2023
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
Lineage NL 3 TRS B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
verzoekster,
verweerster in het voorwaardelijke tegenverzoek,
gemachtigden: mr. M. Ritmeester en mr. J.A.M. Schellekens,
tegen
[persoon01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
verweerder,
verzoeker in het voorwaardelijke tegenverzoek,
gemachtigde: mr. K. Weijers.
De partijen worden ‘Lineage’ en ‘ [persoon01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift van Lineage, met bijlagen 1 tot en met 12;
  • het verweerschrift van [persoon01] met voorwaardelijk tegenverzoek, met bijlagen 1 tot en met 16;
  • de brief en e-mail van Lineage van 21 september 2023, met bijlagen 12 tot en met 23 (lees: 13 tot en met 24);
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigden van partijen en de door mr. Weijers bij de mondelinge behandeling overgelegde ondertekende laatste pagina van het verweerschrift.
1.2.
Op 27 september 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] , [naam02] en [naam03] voor Lineage, met mr. Ritmeester en mr. Schellekens,
- [persoon01] , in het bijzijn van zijn echtgenote en dochter, met mr. Weijers.

2.De beoordeling

2.1.
Lineage wijzigt haar standpunt en verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 december 2023 omdat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Volgens Lineage is dit niet aan [persoon01] te wijten.
2.2.
[persoon01] heeft eerst verweer gevoerd tegen ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar ontkent niet langer dat de arbeidsverhouding is verstoord. [persoon01] refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
2.3.
De kantonrechter stelt vast, gelet op de processtukken en wat ter zitting is besproken, dat de arbeidsverhouding tussen partijen inderdaad ernstig en duurzaam is verstoord en dat het daardoor niet meer mogelijk is om samen te werken. Dit is een redelijke grond en herplaatsing ligt niet voor de hand (artikel 7:669 lid 1 en 3 sub g BW). Er is sprake van een opzegverbod, maar partijen zijn het er over eens dat het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop dat opzegverbod betrekking heeft en de kantonrechter heeft geen aanleiding om daar anders over te denken. Daarom wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden (artikel 7:671b lid 1 onder a, lid 2 en lid 6 BW). De einddatum wordt vastgesteld op 1 december 2023 (artikel 7:671b lid 9 onder a BW).
2.4.
De kantonrechter ziet in de omstandigheden aanleiding om aan [persoon01] ten laste van Lineage een beëindigingsvergoeding van € 110.000,- bruto toe te kennen, waarin de transitievergoeding is begrepen en tevens een tegemoetkoming in de juridische kosten van
€ 15.000,-. Tevens wordt bepaald dat [persoon01] het (netto equivalent van deze) bedragen uiterlijk op 1 januari 2024 dient te ontvangen.
2.5.
De kantonrechter bepaalt dat partijen de eigen proceskosten dragen. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij voor deze rechtszaak heeft gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 december 2023;
3.2.
veroordeelt Lineage om uiterlijk op 1 januari 2024 € 110.000,- bruto aan beëindigingsvergoeding te betalen aan [persoon01] en € 15.000,- exclusief btw als tegemoetkoming in de juridische kosten;
3.3.
bepaalt dat partijen de eigen kosten dragen;
3.4.
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
465