ECLI:NL:RBROT:2023:12788

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
10448213
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst met veroordeling tot ontruiming en betaling van huurachterstand en schadevergoeding

In deze huurzaak heeft de kantonrechter op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen [persoon01] en de gedaagden [persoon02] en [persoon03]. [persoon01] verhuurt een woning aan [persoon02] en [persoon03] voor een maandelijkse huurprijs van € 1.250,-. Door een huurachterstand heeft [persoon01] de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd, alsook ontruiming van de woning en betaling van de achterstallige huur, boete en buitengerechtelijke incassokosten. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2023 hebben [persoon02] en [persoon03] erkend dat er een huurachterstand is en hebben zij geen verzet meer aangetekend tegen de gevorderde ontbinding en ontruiming. De kantonrechter heeft de eis in conventie grotendeels toegewezen en de eis in reconventie afgewezen. De huurovereenkomst is ontbonden en de ontruimingstermijn is vastgesteld op 14 dagen na betekening van het vonnis. De gedaagden zijn veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en bijkomende kosten, en moeten de woning in de oorspronkelijke staat opleveren. De proceskosten zijn vastgesteld op € 1.042,36, die door de gedaagden moeten worden vergoed. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10448213 CV EXPL 23-10396
datum uitspraak: 13 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[persoon01] ,
woonplaats: [woonplaats01] , gemeente [gemeente01] ,
eiseres in conventie,
verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
gemachtigde: Rijnland Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen

1.[persoon02]

woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in (voorwaardelijke) reconventie,
gemachtigde: mr. M.R. de Kok,

2.[persoon03] ,

woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde in conventie,
eiser in (voorwaardelijke) reconventie,
gemachtigde: mr. D.W.E. Urbanus.
De partijen worden ‘ [persoon01] ’, ‘ [persoon02] ’ en ‘ [persoon03] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 5 april 2023, met bijlagen;
  • het antwoord met (voorwaardelijke) eis in reconventie van [persoon02] , met bijlage;
  • het antwoord met (voorwaardelijke) eis in reconventie van [persoon03] .
1.2.
Op 6 oktober 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig [persoon01] met [naam01] , werkzaam bij AGIN Timmermans, en mr. De Kok en mr. Urbanus.

2.De beoordeling

Waar gaat het om?
2.1.
[persoon01] verhuurt aan [persoon02] en [persoon03] de woning aan de [adres01] te Rotterdam voor € 1.250,- per maand. Er is een huurachterstand ontstaan. Om die reden eist [persoon01] ontbinding van de huurovereenkomst met veroordeling van [persoon02] en [persoon03] tot ontruiming van de woning. Verder is gevorderd betaling van € 3.750,- aan huur tot en met maart 2023, € 790,- aan boete, € 226,88 aan buitengerechtelijke incassokosten, totaal € 4.766,88, en € 1.250,- per maand tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt, met proceskosten.
2.2.
[persoon02] en [persoon03] hebben de huurachterstand erkend en zij verzetten zich niet langer tegen de gevorderde ontbinding en ontruiming. Zij willen nu ook dat de huurovereenkomst wordt beëindigd.
Wat vindt de kantonrechter?
2.3.
Bij genoemde stand van zaken wordt de eis in conventie grotendeels toegewezen en de eis in reconventie afgewezen, zoals hieronder vermeld. De huurovereenkomst wordt ontbonden. De ontruimingstermijn wordt, anders dan geëist, gesteld op 14 dagen na betekening van dit vonnis. Wat de ontruiming betreft wordt opgemerkt dat de woning moet worden opgeleverd in de staat waarin [persoon02] en [persoon03] die bij het aangaan van de overeenkomst hebben aanvaard. Zij moeten hun eigen spullen meenemen en de woning netjes en schoon overdragen.
2.4.
Verder moeten [persoon02] en [persoon03] de achterstallige huur betalen en (een bedrag gelijk aan) de huur tot en met de maand van de ontruiming. Tevens moeten zij de buitengerechtelijke incassokosten betalen, omdat [persoon01] aan alle voorwaarden heeft voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De gevorderde boete van € 790,- wordt ook toegewezen. Omdat deze is gemaximeerd en daarnaast geen aanspraak wordt gemaakt op wettelijke rente wordt het boetebeding waarop die vordering is gebaseerd niet als oneerlijk aangemerkt. Wel wordt aanleiding gezien het meer gevorderde af te wijzen, gelet op de hoogte van het toe te wijzen boetebedrag in verhouding tot het bedrag dat aan wettelijke rente verschuldigd zou zijn geweest.
2.5.
[persoon02] en [persoon03] krijgen ongelijk en moeten daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [persoon01] tot vandaag vast op € 138,36 aan dagvaardingskosten, € 244,- aan griffierecht en € 660,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 330,-). Dit is totaal € 1.042,36. De kosten in (voorwaardelijke) reconventie worden vastgesteld op nihil. Voor kosten die [persoon01] maakt na deze uitspraak moeten [persoon02] en [persoon03] ook een bedrag betalen van € 132,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist.
2.6.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [persoon02] en [persoon03] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres01] te Rotterdam te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege hen bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van [persoon01] te stellen;
3.2.
veroordeelt [persoon02] en [persoon03] om aan [persoon01] te betalen € 4.766,88, te vermeerderen met € 1.250,- per maand aan huur / schadevergoeding vanaf april 2023 tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt;
3.3.
veroordeelt [persoon02] en [persoon03] in de proceskosten in conventie en in reconventie, die aan de kant van [persoon01] tot vandaag worden vastgesteld op € 1.042,36;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.
465