ECLI:NL:RBROT:2023:12775

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10-052807-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring ontucht met minderjarig nichtje en verspreiden en bezit van kinderpornografisch materiaal

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met zijn minderjarige nichtje en het bezit en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren op [geboortedatum01], heeft in de periode van 22 tot en met 25 oktober 2021 seksuele handelingen verricht met zijn nichtje, dat op dat moment twaalf jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met zijn penis tussen de schaamlippen van het slachtoffer is geweest, wat als seksueel binnendringen wordt beschouwd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet bewezen kon worden dat de verdachte daadwerkelijk in de vagina van het slachtoffer is geweest, waardoor hij van dat deel van de tenlastelegging is vrijgesproken.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte kinderpornografisch materiaal in zijn bezit had en dit heeft verspreid. De verdachte heeft video’s gemaakt van de seksuele handelingen, die door het slachtoffer zijn gefilmd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte beschikkingsmacht had over deze video’s en dat hij deze heeft verspreid. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact van de feiten op het slachtoffer.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-052807-22
Datum uitspraak: 30 november 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] ( [postcode01] ) te [plaats01] ,
raadsman mr. T.S. Kessel, advocaat te Dordrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.J. Lindhout heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, te weten seksueel binnendringen bij een minderjarige ouder dan twaalf jaar en jonger dan 16 jaar en het bezit en verspreiden van kinderpornografisch materiaal;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uur, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van
2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Hiertoe is ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde aangevoerd dat op basis van de aangetroffen video’s en het daaromtrent opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van de politie niet kan worden vastgesteld dat sprake is van seksueel binnendringen als bedoeld in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht. Uit jurisprudentie volgt dat indien seksueel binnendringen bewezen wordt verklaard, dit gemotiveerd dient te worden.
Van de aangetroffen video’s staat bovendien niet vast wie daarop te zien zijn. Voorts blijkt uit het dossier dat de verdachte heeft geprobeerd om zijn penis in de vagina van zijn minderjarige nichtje [slachtoffer01] (hierna: [slachtoffer01] ) te stoppen. Dat is niet gelukt en dat blijkt ook uit het commentaar dat te horen is in reactie van de vriendinnetjes van [slachtoffer01] op het bekijken van filmpje. Dit zou een pogingsvariant opleveren van het ten laste gelegde feit, omdat het tussen de schaamlippen brengen van de penis niet gelijk staat aan geslachtsgemeenschap.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde is het volgende aangevoerd.
De minderjarige [slachtoffer01] is zelf degene geweest die de betreffende video’s heeft gemaakt en deze op een later moment heeft tentoongesteld. Uit het dossier kan niet worden vastgesteld dat de verdachte de video’s heeft verspreid. Hij ontkent dit ook stellig. Het dossier bevat op dit punt enkel de inconsistente verklaringen van de verdachte en van [slachtoffer01] . Evenmin is sprake geweest van het bezit van kinderpornografisch materiaal, nu de voor een bewezenverklaring vereiste beschikkingsmacht ontbreekt. Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat het opzet van de verdachte - al dan niet in voorwaardelijke vorm - was gericht op het in het bezit hebben van de ten laste gelegde video’s. De verdachte heeft de video’s direct verwijderd en deze zijn niet teruggevonden op zijn in beslag genomen telefoon.
4.2.
Beoordeling
Vaststaande feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
De verdachte en zijn minderjarige nichtje [slachtoffer01] hebben op enig moment in het weekend van 22 oktober 2021 tot en met 25 oktober 2021 seksuele handelingen verricht in de woning van [slachtoffer01] te [plaats01] . Deze handelingen zijn ook gedeeltelijk gefilmd. [slachtoffer01] was op dat moment twaalf jaar oud en de verdachte achttien jaar oud.
[slachtoffer01] heeft hierover tijdens het informatief zedengesprek op 15 november 2021 verklaard dat de verdachte ongeveer een maand daarvoor bij haar thuis kwam. Hij ging die avond achter [slachtoffer01] in bed liggen. De verdachte trok zijn broek naar beneden en keek naar pornovideo’s. Hierna probeerde hij zijn hele penis in haar vagina te stoppen, maar alleen het eerste stukje (circa 1 centimeter) lukte. [slachtoffer01] moest dit van de verdachte filmen. [slachtoffer01] heeft naar eigen zeggen op deze video’s ook met haar borsten gespeeld.
Namens [slachtoffer01] is door haar moeder [naam01] (hierna: moeder) op
15 december 2021 aangifte gedaan. Uit de aangifte volgt dat [slachtoffer01] tegen haar moeder heeft verteld dat de verdachte aan haar had gezeten. De vriendin van moeder, [naam02] (hierna: [naam02] ), heeft aan moeder video’s van de betreffende seks tussen de verdachte en [slachtoffer01] laten zien. [naam02] heeft deze video’s van haar dochters ontvangen die dit beeldmateriaal hebben gefilmd vanaf de telefoon van [slachtoffer01] . Moeder heeft op de video’s gezien dat de verdachte met zijn penis in de vagina van [slachtoffer01] wilde gaan en dat hij zich boven [slachtoffer01] aan het aftrekken was. Moeder herkende de verdachte aan zijn onderlichaam en haar dochter herkende zij ook. Het hoofd van de verdachte was heel even in beeld te zien.
[slachtoffer01] heeft op 6 januari 2022 als getuige verklaard dat de verdachte zijn penis in haar vagina probeerde te drukken. Voorts heeft [slachtoffer01] verklaard dat er wit spul uit de penis van de verdachte kwam dat op haar bovenbeen terecht kwam. [slachtoffer01] heeft zichzelf en de verdachte met de telefoon van de verdachte gefilmd, nadat de verdachte tegen haar heeft gezegd dat zij dit moest doen. Dit betroffen één of twee video’s. De verdachte heeft de video’s volgens [slachtoffer01] naar haar en naar haar zus doorgestuurd.
Voorts bevindt zich in het dossier een proces-verbaal van bevindingen van de verbalisant die de betreffende video’s die moeder op haar telefoon had staan, heeft bekeken. De video’s betreffen kinderpornografisch materiaal, aangezien [slachtoffer01] op dat moment twaalf jaar oud was. De verbalisant beschrijft dat op video 1 is te zien dat een meisje met een blauwe filter over haar gezicht haar rechter borst masseert. Op de video wordt er gescrold naar een andere video, waarop is te zien dat een jongen met een donkere huidskleur zich aftrekt op de vagina van een meisje met een donkere huidskleur. De verbalisant beschrijft dat op video 2 is te zien dat de jongen zijn penis vasthoudt en hem duwt tegen de vagina van het meisje. Voorts beschrijft de verbalisant dat is te zien dat de penis tussen de schaamlippen omhoog gaat.
De verdachte heeft op 10 februari 2022 verklaard dat hij wilde kijken of hij in [slachtoffer01] kon komen. Hij dacht op dat moment echter meteen dat dit niet kon, omdat zij hier nog niet klaar voor was, omdat zij twaalf jaar was. De verdachte heeft wel met zijn penis over haar vagina gewreven en volgens de verdachte is daarbij zijn penis tussen haar schaamlippen geweest. Voorts heeft de verdachte verklaard dat hij zich heeft afgetrokken en boven [slachtoffer01] is klaargekomen, net iets onder haar navel, op haar buik. [slachtoffer01] heeft dit gefilmd met zijn telefoon en [slachtoffer01] wilde dat de verdachte dit naar haar doorstuurde, aldus de verdachte. De verdachte heeft verklaard dat hij dacht dat dat niet kon, omdat dat dat het versturen van kinderporno zou betreffen, maar dat hij het toch deed. Daarna heeft hij de video’s verwijderd in Snapchat en ook van zijn eigen telefoon.
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat het initiatief tot seks van [slachtoffer01] kwam, dat [slachtoffer01] er zelf voor heeft gekozen om de seks te filmen en dat [slachtoffer01] de video’s zelf vanaf de telefoon van de verdachte naar haar telefoon heeft doorgestuurd.
Feit 1: seksueel binnendringen bij een minderjarige onder de 16 jaar
Op basis van de verklaringen van [slachtoffer01] , haar moeder en de verdachte bij de politie en op basis van hetgeen de verbalisant heeft waargenomen op de aangetroffen video’s, stelt de rechtbank vast dat de verdachte met zijn penis tussen de schaamlippen van [slachtoffer01] is geweest, hetgeen volgens vaste rechtspraak seksueel binnendringen van het lichaam oplevert. Naar het oordeel van de rechtbank kan daarmee het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend worden bewezen.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte met zijn penis in de vagina van [slachtoffer01] is geweest. De verdachte zal van dat deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Feit 2: kinderpornografie
Voorts stelt de rechtbank uit het voorgaande vast dat de video’s die door de verbalisant zijn bekeken, de bedoelde video’s betreffen waarop [slachtoffer01] en de verdachte zijn te zien en ook dat [slachtoffer01] degene is geweest die met de telefoon van de verdachte de seksuele handelingen met de verdachte heeft gefilmd.
De rechtbank gaat uit van de verklaring van de verdachte zoals hij die bij de politie heeft afgelegd, inhoudende dat hij de video’s inhoudende kinderpornografisch materiaal naar (in ieder geval) [slachtoffer01] heeft doorgestuurd.
Hiermee is ook gegeven dat de verdachte beschikkingsmacht over voornoemde video’s had en derhalve de video’s in zijn bezit had. Naar het oordeel van de rechtbank kan daarmee het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend worden bewezen, in die zin dat de verdachte de video’s inhoudende kinderpornografisch materiaal in zijn bezit heeft gehad en heeft verspreid.
4.3.
Conclusie
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.hij in de periode van 22 oktober 2021 tot en met 25 oktober 2021 te [plaats01] ,met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 2009, die toen de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,

handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer01] , namelijk het:
- wrijven met zijn hand over de schaamstreek en billen van die [slachtoffer01] en
- brengen van zijn, verdachtes, penis tussen de schaamlippen van die [slachtoffer01] en
- ejaculeren op de vagina, van die [slachtoffer01] ;

2.hij in de periode van 22 oktober 2021 tot en met 15 november 2021 te [plaats01] ,afbeeldingen, te weten video’s

heeft verspreid en in bezit gehad
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het betasten van de borsten met de hand van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
- het ejaculeren op de schaamstreek, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
- het houden envervolgens duwen van een stijve penis bij de vagina van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
waarbij de afbeeldingen (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking hebben en/of strekken tot seksuele prikkeling en
- het vaginaal trachten te penetreren met een penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 1:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
feit 2:een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft, toen hij achttien jaar was, seksuele handelingen verricht bij zijn minderjarige nichtje van destijds twaalf jaar oud, waarbij onder meer sprake was van seksueel binnendringen. Een gedeelte van de seksuele handelingen is op verzoek van de verdachte met zijn telefoon door het slachtoffer gefilmd. De verdachte heeft deze video’s bevattende kinderpornografisch materiaal vervolgens doorgestuurd naar in ieder geval het slachtoffer zelf.
Het is algemeen bekend dat seksueel misbruik van minderjarigen bij hen tot psychische schade leidt en dat zij de gevolgen daarvan langdurig meedragen. De verdachte heeft zijn eigen lustgevoelens laten prevaleren boven de belangen van zijn minderjarige nichtje.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
16 oktober 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Psycholoog [naam03] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd
20 juli 2022. Dit rapport houdt onder andere het volgende in.
De verdachte heeft niet meegewerkt aan het onderzoek. In zijn geheel kan er bij de verdachte - mede vanwege het beperkte onderzoek - vanuit voornamelijk klinische impressies geen ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling worden vastgesteld. Deze kunnen echter vanwege het ontbreken van testpsychologisch onderzoek ook niet geheel worden uitgesloten. Geadviseerd wordt om het ten laste gelegde, indien bewezenverklaard, volledig aan de verdachte toe te rekenen. Bij een afweging van de beschreven risicofactoren en beschermende factoren wordt het recidiverisico, mede vanuit klinische impressies, al met al als laag ingeschat. Op basis van het wegingskader adolescentenstrafrecht kan worden gesteld dat er geen indicaties zijn voor het toepassen van het jeugdstrafrecht. Concluderend wordt de rechtbank geadviseerd om het volwassenenstrafrecht toe te passen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank ziet geen aanleiding om van het advies van de psycholoog af te wijken. Derhalve zal de rechtbank het volwassenenstrafrecht toepassen en de bewezenverklaarde feiten zullen volledig aan de verdachte worden toegerekend.
Gezien de aard en ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank komt daarbij uit op een hogere straf dan door de officier van justitie is geëist, nu zij tevens van oordeel is dat de geëiste straf onvoldoende recht doet aan de ernst van het feit.
De verdediging heeft verzocht om - overeenkomstig de eis van de officier van justitie - een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten, alsmede om de eis van de officier van justitie te matigen. Hiervoor bestaat echter - gelet op hetgeen hiervoor is overwogen - geen aanleiding. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het minderjarige slachtoffer slechts twaalf jaar oud was ten tijde van het ten laste gelegde, er derhalve sprake was van een fors leeftijdsverschil met de verdachte en het vergaande seksuele misbruik heeft plaatsgevonden in de familiesfeer, in een omgeving waar het slachtoffer zich bij uitstek veilig zou moeten kunnen voelen. Daar komt bij dat in het algemeen video’s van seksueel misbruik niet gemakkelijk van het internet kunnen worden verwijderd. Daarnaast wordt in strafverzwarende zin meegewogen dat de verdachte zeer beperkt inzicht toont in de ernst en het laakbare van zijn handelen. Hij heeft ter zitting onvoldoende verantwoordelijkheid voor zijn daden genomen doordat hij de schuld voor een groot deel bij het slachtoffer legt.
Bovendien is oplegging van enkel een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf niet mogelijk, gelet op het geldende taakstrafverbod ten aanzien van een veroordeling voor onderhavige misdrijven.
Net als de officier van justitie houdt de rechtbank in strafverminderende zin rekening met de jeugdige leeftijd van ook de verdachte ten tijde van het plegen van de bewezenverklaarde feiten en het tijdsverloop daarvan.
De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 240b en 245 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. D. van Dooren en A.M. van der Leeden, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.hij in of omstreeks de periode van 22 oktober 2021 tot en met 25 oktober 2021 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,met [slachtoffer01], geboren op [geboortedatum02] 2009, die toen de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer01], namelijk het:- betasten van en/of wrijven met zijn hand(en) over de (met kleding bedekte) schaamstreek en/of billen van die [slachtoffer01] en/of- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen en/of duwen van zijn, verdachtes, penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [slachtoffer01] en/of- ejaculeren op de vagina of de buik of het bovenbeen, althans het (onder)lichaam, van die [slachtoffer01];
2.hij in of omstreeks de periode van 22 oktober 2021 tot en met 15 november 2021 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,(een) afbeelding(en), te weten 4 video’s en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) heeft verspreid en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) (een) persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:- het laten het betasten en/of laten aanraken van de borsten met de vinger(s)/hand(en) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of- het ejaculeren op de vagina, althans op de schaamstreek, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of- het houden en/of (vervolgens) duwen van een (stijve) penis bij/naast de vagina van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling en/of- het vaginaal (trachten te) penetreren met de/een penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.