ECLI:NL:RBROT:2023:12773

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10-129257-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring vervaardigen, verspreiden en bezit van kinderpornografisch materiaal, meermalen gepleegd

Op 30 november 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De zaak betreft incidenten die zich hebben voorgedaan op 9 juli 2017, waarbij de verdachte seksuele handelingen heeft gefilmd met een destijds zestienjarige persoon. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 160 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De verdediging pleitte voor vrijspraak van het onderdeel vervaardigen van kinderpornografisch materiaal, maar de rechtbank oordeelde dat het bewijs voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op die gelijk is aan de duur van het reeds ondergane voorarrest, alsmede een taakstraf van 240 uur. Daarnaast werden de in beslag genomen telefoons, waarop het kinderpornografisch materiaal was aangetroffen, verbeurd verklaard. De benadeelde partij, het slachtoffer, heeft een schadevergoeding van € 1.000,00 toegewezen gekregen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 9 juli 2017. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-129257-23
Datum uitspraak: 30 november 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] ( [postcode01] ) te [plaats01] ,
raadsman mr. C.J.J. Kwint, advocaat te 's-Gravenhage.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.J. Lindhout heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde, te weten het vervaardigen, verspreiden en bezit van kinderpornografisch materiaal;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 160 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede een taakstraf van 240 uur.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onderdeel vervaardigen van kinderpornografisch materiaal wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Hiertoe is aangevoerd dat de verdachte daartoe geen opzet had, nu het slachtoffer ten tijde van het ten laste gelegde zestien jaar oud was en het hebben van seks met een zestienjarige strafrechtelijk niet verwijtbaar is indien dit op vrijwillige basis plaatsvindt. De bedoeling van de wetgever is om met de strafbaarstelling als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) het seksuele misbruik van
kinderentegen te gaan. Dat is een andere situatie dan de onderhavige.
4.2.
Beoordeling
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat de verdachte op 9 juli 2017 heeft gefilmd dat hij oraal werd bevredigd door de destijds zestienjarige [naam01] (hierna: [naam01] ).
Artikel 240b Sr heeft als doel het tegengaan van seksueel misbruik van jeugdigen en van de exploitatie daarvan. De minderjarigheid vormt een geobjectiveerd bestanddeel in de tenlastelegging. Derhalve is het juridisch niet relevant of de verdachte ten tijde van het filmen van de orale seksuele handelingen al dan niet wist dat [naam01] minderjarig was. De rechtbank is derhalve van oordeel dat - naast het verspreiden en het bezit van kinderporno, dat uit de bewijsmiddelen volgt - ook het vervaardigen van kinderporno wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, op 9 juli 2017in Nederland,
- afbeeldingen en
- gegevensdragers, te weten twee mobiele telefoons (merk/type/model Apple Iphone 14 en Apple Iphone Pro 13), bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en filmpjes
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken,
heeft verspreid,
en/ofvervaardigd,
enin
zijnbezit
heeftgehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam: [bestandsnaam01] en/of [bestandsnaam02] en/of [bestandsnaam03] ).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft op 9 juli 2017 op twee momenten seks gehad met het slachtoffer, toen zij zestien jaar oud was. De eerste keer is door een derde gefilmd en de tweede keer is door de verdachte zelf gefilmd. Dit beeldmateriaal is op de telefoons van de verdachte aangetroffen en bevat kinderpornografisch materiaal. De verdachte heeft één van de video’s en een afbeelding, te weten een screenshot van de andere video, vervolgens doorgestuurd naar een vriend van de verdachte, om hierover op te scheppen.
Dit zijn zeer ernstige feiten. De verdachte heeft hierbij zijn eigen belang laten prevaleren boven de belangen van het minderjarige slachtoffer. De gevolgen die dit voor het slachtoffer heeft gehad blijkt uit de ingediende vordering van de benadeelde partij. Zo is zij - terecht - zeer angstig voor de mogelijkheid dat deze video’s en afbeelding op het internet terecht komen met alle gevolgen van dien. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat (beeld)materiaal dat eenmaal op het internet terecht is gekomen daar tot in lengte van jaren op kan blijven staan en feitelijk niet controleerbaar is of zich dat nog op het internet bevindt, waardoor het risico bestaat dat men met dit (beeld)materiaal – ook na lange tijd – nog steeds op ieder moment geconfronteerd kan worden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
27 oktober 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de aard en ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal echter - in tegenstelling tot de eis van de officier van justitie - volstaan met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van het reeds ondergane voorarrest, alsmede een forse taakstaf. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de bewezen verklaarde feiten ruim zes jaar geleden hebben plaatsgevonden en dat de verdachte zich gedurende die tijd niet aan enig strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Voorts komt de verdachte oprecht schuldbewust over, heeft hij enig inzicht gegeven in zijn beweegredenen, heeft hij aangegeven begrip te hebben voor de beleving en angst van het slachtoffer en heeft hij in het verlengde daarvan aangegeven de door het slachtoffer gevorderde schadevergoeding terecht te vinden en te zullen betalen. Bovendien is ter terechtzitting gebleken dat het onderhavige feit reeds forse gevolgen voor het werk en de carrière van de verdachte heeft gehad en dat het onderhavige veroordelend vonnis mogelijk meer gevolgen met zich zal brengen.
De verdediging heeft verzocht om de verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van een straf of maatregel. De rechtbank ziet hier echter geen aanleiding voor, gelet op de ernst van de feiten.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

Onder de verdachte zijn twee telefoons in beslag genomen, met omschrijving RTRCC23002_773333 en RTRCC23002_773331.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de twee in beslag genomen telefoons te onttrekken aan het verkeer, nu daarop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen.
8.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen telefoons dienen te worden teruggegeven aan de verdachte, zulks nadat de daarop aanwezige bestanden met kinderpornografisch materiaal daarvan zijn verwijderd. Op de telefoons staan namelijk vele andere gegevens, zoals reis- en familiefoto’s waarvan niet kan worden vastgesteld dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen telefoons zullen worden verbeurd verklaard. De voorwerpen behoren aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met behulp van deze voorwerpen begaan.

9.Vordering benadeelde partij

Ter zake van het ten laste gelegde heeft [benadeelde partij01] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.000,00 aan immateriële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de immateriële schade voldoende aannemelijk is geworden. De vordering dient te worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft op verzoek van de verdachte geen verweer gevoerd met betrekking tot de vordering.
9.3.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht en de vordering door de verdachte niet is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 9 juli 2017.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil
en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 36f, 57, 63 en 240b Sr.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
-
verklaart verbeurdals bijkomende straf voor de bewezen verklaarde feiten de twee telefoons met omschrijving RTRCC23002_773333 en RTRCC23002_773331;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij01], te betalen een bedrag van
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij01]te betalen
€ 1.000,00(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 juli 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen;
de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. D. van Dooren en A.M. van der Leeden, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 juli 2017 tot en met 10 juli 2017 te [plaats01] , althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens
- afbeeldingen en/of
- gegevensdragers, te weten twee, althans één of meer, mobiele telefoons (merk/type/model Apple Iphone 14 en/of Apple Iphone Pro 13), bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en/of filmpjes
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger, hand, mond, tong en/of penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam: [bestandsnaam01] en/of [bestandsnaam02] en/of [bestandsnaam03] ).