ECLI:NL:RBROT:2023:12710

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
C/10/665220 / JE RK 23-2157 en C/10/665574 / JE RK 23-2215
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming wijziging verblijfplaats en verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van gezinsopname

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 8 december 2023, is de toestemming voor wijziging van het verblijf van een minderjarige, [voornaam minderjarige], naar haar moeder verleend in het kader van een gezinsopname. De zaak betreft de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen en om toestemming voor wijziging van het verblijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 11 maart 2022 bij pleegouders verblijft en dat de moeder op 3 november 2023 is gestart met een gezinsopname. De rechtbank heeft de betrokkenheid van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming in de procedure erkend. De rechtbank oordeelt dat de moeder in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen, mits de gezinsopname succesvol verloopt. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 1 november 2024, terwijl het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing is afgewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/665220 / JE RK 23-2157 en C/10/665574 / JE RK 23-2215
Datum uitspraak: 8 december 2023
Beschikking van de meervoudige kamer over toestemming wijziging verblijfplaats en een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2020 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen de moeder, wonende in [woonplaats 1] ,
advocaat mr. F. Pool, kantoorhoudende te Rotterdam.
[pleegmoeder] en [pleegvader],
hierna te noemen: de pleegouders, wonende te [woonplaats 2] .
advocaat mr. P. Biesbroek, kantoorhoudende te Rotterdam.
In zijn adviserende en/of toetsende taak is gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de Raad.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de beschikking van de kinderrechter van 23 oktober 2023 en de daarin genoemde stukken;
  • de briefrapportage met bijlage van de GI van 1 december 2023, binnengekomen bij de rechtbank op diezelfde datum;
  • het begeleidingsplan gezinsbehandeling Harreveld van 30 november 2023, overgelegd door de GI en binnengekomen bij de rechtbank op 7 december 2023;
  • de brief met bijlagen van mr. P. Biesbroek van 7 december 2023, voor zover betrekking hebbend op [voornaam minderjarige] , binnengekomen bij de rechtbank op 7 december 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 8 december 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder, via een videobelverbinding, bijgestaan door advocaat mr. M.S. Krol (waarnemend voor mr. F. Pool);
  • drie vertegenwoordigers van de GI, [persoon A] , [persoon B] en [persoon C] ;
  • een vertegenwoordiger van de Raad, [persoon D] ;
- de pleegouders met hun advocaat.
1.3.
De rechtbank heeft bijzondere toegang verleend aan dhr. [persoon E] , werkzaam bij Enver pleegzorg, in het kader van de behandeling van de verzoeken ten aanzien van [naam] , de oudere zus van [voornaam minderjarige] , die gelijktijdig met onderhavige zaken zijn behandeld.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft bij de pleegouders.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 23 oktober 2023 de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 1 januari 2024. De behandeling van de verzoeken betreffende [voornaam minderjarige] is voor het overige aangehouden en de zaak is voor verdere behandeling verwezen naar de meervoudige kamer van deze rechtbank.

3.De aangehouden verzoek

Ingeschreven onder zaaknummer C/10/665220 / JE RK 23-2157

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur
van een jaar tot 1 november 2024.
3.2.
Ook verzoekt de GI verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden worden aangehouden. De periode van 1 januari 2024 tot 1 mei 2024 resteert. Daarover moet de rechtbank nog een beslissing nemen.
Ingeschreven onder zaaknummer C/10/665574 / JE RK 23-2215
3.3.
De GI verzoekt toestemming te verlenen tot wijziging van het verblijf van [voornaam minderjarige] naar de moeder met gezag en de te geven beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft ter zitting het volgende naar voren gebracht. Met Horizon is besproken hoe het met [voornaam minderjarige] en de moeder gaat in de opbouwfase van de gezinsopname. Horizon geeft aan dat de omgang tussen [voornaam minderjarige] en de moeder goed verloopt. Er zijn nog leerdoelen te behalen, maar Horizon ziet mogelijkheden om daaraan te werken binnen de gezinsopname. De GI deelt de zorgen van de pleegouders over de bult op het hoofd van [voornaam minderjarige] en de bloedlip niet. De begeleider van Horizon heeft laten weten dat [voornaam minderjarige] haar hoofd had gestoten en dat daardoor de bult zal zijn veroorzaakt.
[voornaam minderjarige] kan vanaf 13 december 2023 bij de gezinsopname aansluiten. De GI verzoekt daarom toestemming voor wijziging van het verblijf van [voornaam minderjarige] naar de moeder met gezag, met ingang van die datum. Een machtiging tot uithuisplaatsing is dan niet langer nodig en daarom trekt de GI het verzoek tot verlenging van die machtiging in. De GI handhaaft het verzoek voor zover dat ziet op de ondertoezichtstelling.
Op vragen van de voorzitter van de rechtbank over het contact tussen [voornaam minderjarige] en de vader geeft de GI aan dat zij aan de vader heeft voorgelegd of hij mogelijkheden ziet om naar Harreveld te komen om vanuit daar begeleide omgang in gang te zetten. Er is nog geen concreet plan om het contact tussen [voornaam minderjarige] en haar zus [naam] , die bij de pleegouders woont, vorm te geven vanaf het moment dat [voornaam minderjarige] met de moeder in de gezinsopname zit. Het idee is nu dat [voornaam minderjarige] en [naam] elkaar eens in de zes weken gaan zien bij Horizon.
4.2.
De moeder voert geen verweer tegen de verzoeken van de GI. Zij staat achter de beslissing van de GI om [voornaam minderjarige] bij haar in Harreveld te plaatsen. De vraag is of daarvoor toestemming voor wijziging in het verblijf nodig is. De moeder is heel blij met de kans die zij krijgt en gaat haar uiterste best doen om te laten zien dat zij goed voor [voornaam minderjarige] kan zorgen. Na de gezinsopname van achttien weken zal worden gekeken of [voornaam minderjarige] met de moeder mee naar huis kan.
4.3.
De pleegouders brengen, mede bij monde van hun advocaat, het volgende naar voren. [voornaam minderjarige] verblijft langer dan een jaar bij de pleegouders. Daarom is toestemming nodig voor wijziging in het verblijf. De pleegouders begrijpen dat de moeder de kans krijgt om te laten zien dat zij voor [voornaam minderjarige] kan zorgen en gunnen haar die kans, maar zij maken zich ook zorgen. In de afgelopen weken is [voornaam minderjarige] een aantal keren teruggekomen met een bult op haar hoofd of een bloedlip. De pleegouders hebben hun zorgen geuit over de manier waarop daarmee wordt omgegaan door de GI. Zij vinden dat de GI zorgvuldiger te werk moet gaan, gelet op hetgeen in het verleden bij de moeder thuis is gebeurd.
De communicatie tussen de pleegouders en de GI verloopt al jaren moeizaam en de pleegouders ervaren veel wantrouwen vanuit de GI. De pleegouders vragen zich af of het een goed idee is dat [voornaam minderjarige] voor een periode van achttien weken bij de moeder verblijft zonder enig toetsmoment.

5.De beoordeling

Ten aanzien van het verzoek tot toestemming voor wijziging in het verblijf

5.1.
Ingevolge artikel 1:265i van het Burgerlijk Wetboek (BW) behoeft de gecertificeerde instelling de toestemming van de kinderrechter voor wijziging in het verblijf van een minderjarige die ten minste een jaar door een ander dan de ouder is opgevoed en verzorgd als behorende tot zijn gezin.
5.2.
[voornaam minderjarige] verblijft sinds 11 maart 2022 met haar zus [naam] bij de pleegouders. Volgens de GI bestaat sinds de start van de plaatsing van [voornaam minderjarige] in het huidige pleeggezin al een verschil in visie tussen de pleegouders, de moeder en de jeugdbeschermers. De GI meent dat de pleegouders meerdere keren hebben laten zien dat zij niet in staat zijn om de juiste beslissingen te nemen voor [voornaam minderjarige] en haar op passende wijze te stimuleren, en heeft met Enver besproken dat het wenselijk is om [voornaam minderjarige] elders te laten opgroeien. Het is nog onduidelijk of de moeder (weer) in staat is om voor [voornaam minderjarige] te zorgen. Om daar zicht op te krijgen, zijn de moeder en [voornaam minderjarige] aangemeld voor een gezinsopname.
5.3.
De moeder is op 3 november 2023 gestart met de gezinsopname. In de weken daarna heeft [voornaam minderjarige] aan de hand van een opbouwschema steeds vaker omgang met de moeder gehad. Horizon stelt dat sprake is van warm en liefdevol contact tussen de moeder en [voornaam minderjarige] . Uit het observatieverslag van Horizon van 30 november 2023 blijkt dat de moeder en [voornaam minderjarige] het prettig vinden om bij elkaar te zijn en genieten van gezamenlijke activiteiten. In het verslag staat ook dat de moeder het nog lastig vindt om haar visie op de opvoeding van [voornaam minderjarige] een plek te geven en dat zij het idee heeft zich aan de “regels” van de pleegouders te moeten conformeren. Dat zijn ontwikkelpunten waaraan binnen de gezinsopname nog kan worden gewerkt. De moeder laat een actieve en gemotiveerde houding zien. Wat betreft de GI en Horizon kan [voornaam minderjarige] vanaf 13 december 2023 volledig aansluiten bij de gezinsopname. Dat betekent dat [voornaam minderjarige] (in beginsel) voor de duur van de gezinsopname bij de moeder en niet bij de pleegouders zal verblijven. Daarvoor is toestemming van de kinderrechter nodig, aangezien [voornaam minderjarige] al langer dan een jaar door de pleegouders wordt opgevoed en verzorgd.
5.4.
De rechtbank is, gelet op voorgaande, van oordeel dat het verzoek tot toestemming voor wijziging in het verblijf van [voornaam minderjarige] kan worden toegewezen. De wijziging betreft een plaatsing van [voornaam minderjarige] bij de moeder in het kader van de gezinsopname bij Horizon met ingang van 13 december 2023.
Ten aanzien van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing
5.5.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het BW. De gezinsopname is pas recent gestart en zal – volgens de planning – nog zeker achttien weken duren. Dat brengt met zich mee dat er voorlopig nog onduidelijkheid is over het toekomstperspectief van [voornaam minderjarige] . Het is aan de GI om de gezinsopname te blijven evalueren met Horizon. Bij afronding van de gezinsopname moet duidelijk zijn of de moeder in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige] te dragen. De rechtbank overweegt dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer nog noodzakelijk is, ongeacht de uitkomst van de gezinsopname.
5.6.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de resterende duur van tien maanden, te weten tot 1 november 2024.
5.7.
De GI heeft het verzoek voor zover dat ziet op de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] ingetrokken. Dat brengt mee dat de gronden van het overige verzochte kunnen niet verder kunnen worden onderzocht. De rechtbank zal daarom dit verzoek afwijzen, voor zover daarop nog niet eerder is beslist.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 1 november 2024;
6.2.
verleent de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering toestemming tot wijziging in het verblijf van [voornaam minderjarige] naar de moeder in het kader van de gezinsopname bij Horizon, te weten met ingang van 13 december 2023;
6.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing af, voor zover daarop niet eerder is beslist.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2023 door mr. A.J. van Dijk, voorzitter, tevens kinderrechter, en mr. G.M. Paling en mr. M. de Geus, kinderrechters, in aanwezigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier, en op schrift gesteld op 18 januari 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.