ECLI:NL:RBROT:2023:12704

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10-191163-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met lichamelijk letsel, verlaten plaats ongeval en rijden onder invloed van alcohol

Op 23 november 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in Angola in 1983, die zich schuldig heeft gemaakt aan drie strafbare feiten. De verdachte veroorzaakte op 29 juli 2023 een verkeersongeval op de Rochussenstraat in Rotterdam, waarbij hij als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was. Bij het ongeval raakten twee inzittenden van een andere auto gewond. De verdachte verliet de plaats van het ongeval en meldde zich pas een half uur later als eigenaar van de betrokken auto, terwijl hij ontkende de bestuurder te zijn geweest. Uit camerabeelden bleek echter dat hij de bestuurder was en bij een bloedonderzoek werd vijf keer de toegestane hoeveelheid alcohol aangetroffen.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het veroorzaken van een ongeval met lichamelijk letsel, het verlaten van de plaats van het ongeval en het rijden onder invloed van alcohol. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 224 dagen geëist, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 134 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, en een rijontzegging van 24 maanden. De in beslag genomen auto werd verbeurd verklaard. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering, die begeleiding en behandeling voorstelde om recidive te voorkomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-191163-23
Datum uitspraak: 23 november 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] (Angola) op [geboortedatum01] 1983,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] ,
[postcode01] [woonplaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI01] , locatie [detentielocatie01] ,
raadsman mr. H.G.A.M. Halfers, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 9 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J. Verschuren heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 224 dagen met aftrek van voorarrest waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, een gedragsinterventie middelengebruik zal ondergaan, ambulante behandeling zal volgen en zal meewerken aan middelencontrole;
  • ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaren;
  • verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij, op 29 juli 2023 te Rotterdam, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmee rijdende op voor het openbaar verkeer openstaande wegen gelegen in de gemeente Rotterdam, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig ,
op de Rochussenstraat ter hoogte van de kruising met de Nieuwe Binnenweg
- heeft gereden met een snelheid die veel te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse en- in strijd met een voor zijn rijrichting geldend rood licht uitstralend verkeerslicht op die kruising, zonder snelheid te minderen, door is gereden, terwijl een personenauto (met kenteken [kenteken01] ) voor het rood licht uitstralend verkeerslicht stilstond en- zonder te remmen, en/of uit te wijken is gebotst tegen
devoor hem stilstaande personenauto (kenteken [kenteken01] ) waardoor een ander
- [slachtoffer01] (bestuurder personenauto met kenteken [kenteken01] ) en- [slachtoffer02] (bijrijder personenauto met kenteken [kenteken01] )
- een whiplash en letsel aan de schouders en nek en tanden en in het gezicht bij die [slachtoffer01] en- gebroken nekwervels en letsel aan de knieën en ellenbogen en voorhoofd en in het gezicht bij die [slachtoffer02] , werd toegebracht
waaruittijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
2
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Rotterdam aan de Rochussenstraat ter hoogte van de kruising met de Nieuwe Binnenweg, op 29 juli 2023 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten de inzittenden van de personenauto met kenteken
[kenteken01] en [slachtoffer01] en [slachtoffer03] en [slachtoffer02] en [slachtoffer04] ) letsel en schade was toegebracht;
3
hij op 29 juli 2023 te Rotterdam als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van alcohol, waarvan hij wist , dat het gebruik daarvan de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht, meermalen gepleegd
Feit 2
overtreding van artikel 7, eerste lid, onderdeel a en b van de Wegenverkeerswet 1994
Feit 3
overtreding van artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden en de draagkracht van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Op 29 juli 2023 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden op de Rochussenstraat ter hoogte van de kruising met de Nieuwe Binnenweg te Rotterdam. Ter plaatse bleek dat een Renault Captur aan de achterzijde was aangereden door een Volkswagen Golf. Beide voertuigen werden zwaar beschadigd aangetroffen. Twee inzittenden van de Renault bleken letsel te hebben opgelopen ten gevolge van het verkeersongeval. De bestuurder van de Volkswagen werd niet aangetroffen op de plaats van het ongeval. Na een half uur meldde de verdachte zich als eigenaar van de Volkswagen; hij ontkende de bestuurder te zijn geweest. Omdat hij op camerabeelden werd herkend als de bestuurder van de Volkswagen is hij aangehouden. Bij onderzoek is vijf keer de toegestane hoeveelheid alcohol in zijn bloed aangetroffen. Uit de door de politie verrichtte verkeersongevallenanalyse bleek dat de Renault Captur stil stond voor een verkeerslicht op het moment van de aanrijding en dat de verdachte veel harder reed dan ter plaatse is toegestaan.
De verdachte heeft na drie maanden bekend toch de bestuurder te zijn geweest. Op de zitting heeft hij dit herhaald en aangegeven dat het een ingrijpende gebeurtenis is geweest, dat hij erg spijt heeft van wat er is gebeurd en dat hij zijn verontschuldigingen aan de slachtoffers wil aanbieden.
De verdachte heeft zich met zijn handelen schuldig gemaakt aan drie strafbare feiten.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
26 oktober 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor alcoholgerelateerde strafbare feiten.
Stichting Verslavingsreclassering GGZ (hierna: de reclassering), heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 3 november 2023. Dit rapport vermeldt het volgende.
Er is een verband tussen het delictgedrag en het middelengebruik. Ten tijde van het tenlastegelegde was de verdachte onder invloed van whisky en bier. Hij omschrijft zijn middelengebruik op dat moment als een verslaving (alcohol en cannabis). De verdachte zegt dat bepaalde 'life events’ tot zijn middelengebruik hebben geleid. Op dit moment is hij abstinent van middelen en hij wil dit ook na detentie voortzetten. De houding van verdachte ten tijde van het delict is mogelijk delictgerelateerd en procrimineel, maar gedurende zijn detentieperiode en in de loop van de Leefstijltraining is hij gaan nadenken over zijn verklaring en heeft hij op eigen initiatief opnieuw een verklaring afgelegd. De omstandigheid dat de verdachte anderen in gevaar heeft gebracht en letsel heeft toegebracht drukt zwaar op zijn geweten. Dat is mogelijk beschermend, net als de relatie met zijn familie en kinderen en zijn dagbesteding. Het is positief dat de verdachte door middel van de Leefstijltraining heeft laten zien dat hij is gekomen tot gedragsverandering, bewustwording van zijn gedrag en zijn middelengebruik. Het is geïndiceerd dat hij de derde module van de Leefstijltraining afrondt na zijn detentie. Daarnaast wordt voortzetting van behandeling gericht op zijn middelengebruik en middelencontrole noodzakelijk geacht; het risico op recidive kan hiermee beperkt worden.
Het risico op recidive en letsel wordt ingeschat als laag-gemiddeld. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als laag.
Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden: meldplicht bij reclassering, gedragsinterventie middelengebruik, ambulante behandeling en meewerken aan middelencontrole.
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Op grond van de ernst van de feiten, vindt de rechtbank een gevangenisstraf op zijn plaats. Bij het bepalen van de hoogte van de straf is aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting die de rechtbanken gezamenlijk hebben opgesteld.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijke strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 134 dagen met aftrek van voorarrest waarvan 30 dagen voorwaardelijk en de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden. Het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf is gelijk aan de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De rechtbank acht daarnaast een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 24 maanden passend als bijkomende straf.

8.In beslag genomen voorwerpen

De in beslag genomen auto zal worden verbeurd verklaard. Het voorwerp behoort aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met behulp van dit voorwerp begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen
6, 7, 8, 175, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 134 (honderdvierendertig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 30 (dertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Fivoor Reclassering op het adres [adres02] te [plaats01] , zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie Leefstijl 24/7 die gericht is op verslaving en middelengebruik. Hij houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
3. de veroordeelde laat zich behandelen door het Ambulant Centrum van Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
4. de veroordeelde werkt mee aan controle op het gebruik van alcohol/drugs. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
ontzegtde verdachte
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
24 (vierentwintig) maandenals bijkomende straf voor feit 1;
bepaalt dat de duur van de ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen, wordt verminderd met de duur van de invordering en inhouding van het rijbewijs op grond van artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 3:
1. STK Personenauto, [kenteken02] .
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
en mrs. M.M. Dolman en S.M den Hollander, rechters,
in tegenwoordigheid van C.A. van den Houwen, griffier,
en uitgesproken op 23 november 2023.
De oudste en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij, op of omstreeks 29 juli 2023 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmee rijdende op voor het openbaar verkeer openstaande wegen gelegen in de gemeente Rotterdam, althans op (een) weg/wegen, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
op de Rochussenstraat ter hoogte van de kruising met de Nieuwe Binnenweg
- heeft gereden met een snelheid die (veel) hoger was dan de ter plaatse toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een snelheid die veel te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse en/of
- in strijd met een voor zijn rijrichting geldend rood licht uitstralend verkeerslicht op die kruising, zonder snelheid te minderen, rechtdoor is gereden, terwijl een personenauto (met kenteken [kenteken01] ) voor het rood licht uitstralend verkeerslicht stilstond en/of
- ( vervolgens) zonder te remmen, althans zonder (sterk) snelheid te verminderen en/of uit te wijken is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met het voor hem stilstaande personenauto (kenteken [kenteken01] ) waardoor een ander:
- [slachtoffer01] (bestuurder personenauto met kenteken [kenteken01] ) en/of
- [slachtoffer02] (bijrijder personenauto met kenteken [kenteken01] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten:
- een whiplash en/of letsel aan de schouders en/of nek en/of tanden en/of in het gezicht bij die [slachtoffer01] en/of
- gebroken nekwervels en/of letsel aan de knieën en/of ellenbogen en/of voorhoofd en/of in het gezicht bij die [slachtoffer02] , of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 29 juli 2023 te Rotterdam, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de openbare weg, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden welke verkeersgedraging(en) hierin hebben bestaan dat hij, verdachte, op de Rochussenstraat ter hoogte van de kruising met de Nieuwe Binnenweg
- heeft gereden met een snelheid die (veel) hoger was dan de ter plaatse toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een snelheid die veel te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse en/of
- in strijd met een voor zijn rijrichting geldend rood licht uitstralend verkeerslicht op die kruising, zonder snelheid te minderen, rechtdoor is gereden, terwijl een personenauto (met kenteken [kenteken01] ) voor het rood licht uitstralend verkeerslicht stilstond en/of
- ( vervolgens) zonder te remmen, althans zonder (sterk) snelheid te verminderen en/of uit te wijken is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met het voor hem stilstaande personenauto (kenteken [kenteken01] ), door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
2
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Rotterdam op/aan de Rochussenstraat ter hoogte van de kruising met de Nieuwe Binnenweg, op of omstreeks 29 juli 2023 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten de inzittenden van de personenauto met kenteken
[kenteken01] en [slachtoffer01] en/of [slachtoffer03] en/of [slachtoffer02] en/of [slachtoffer04] ) letsel en/of schade was toegebracht
3
hij op of omstreeks 29 juli 2023 te Rotterdam als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht