Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de moeder;
- de oma moederszijde;
- de opa moederszijde;
Rechtbank Rotterdam
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 21 december 2023, wordt de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01] verlengd. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die verzoekt om de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een netwerkpleeggezin, bij de opa en oma moederszijde, te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de minderjarige, de moeder, en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.
De feiten tonen aan dat [voornaam minderjarige01] sinds januari 2023 bij de opa en oma moederszijde verblijft, nadat er ernstige zorgen waren over zijn ontwikkeling in de opvoedomgeving bij de moeder. De moeder heeft persoonlijke problematiek en kan niet in de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige01] voorzien. De kinderrechter oordeelt dat de verlenging van de machtiging noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, zoals vastgelegd in artikel 1:265c van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter benadrukt dat er passende hulpverlening moet worden ingezet voor zowel [voornaam minderjarige01] als de moeder, om hun trauma's en angsten te verwerken.
De beslissing van de kinderrechter is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 3 april 2024 en deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag, door tussenkomst van een advocaat, binnen drie maanden na de uitspraak.