In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 december 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [kind01]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 2 november 2023 een verzoek ingediend voor een verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar. De moeder van [kind01] is belast met het ouderlijk gezag, maar door eigen problematiek is zij niet in staat om voor [kind01] te zorgen. De kinderrechter heeft de moeder als belanghebbende aangemerkt en haar advocaat, mr. A.L. Witteveen, was aanwezig tijdens de zitting.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 december 2023 is [kind01] apart gehoord en waren ook vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over [kind01], die al geruime tijd niet meer thuis woont en verblijft in een open groep. De moeder heeft ingestemd met het verzoek, maar wenst een kortere verlenging. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke criteria voor verlenging zijn voldaan en heeft de ondertoezichtstelling verlengd, maar voor een kortere duur van zes maanden in plaats van een jaar. Dit is gedaan om de positieve ontwikkeling van [kind01] te waarborgen en om de mogelijkheid te creëren voor een overgang naar het vrijwillig kader.
De machtiging tot uithuisplaatsing is ook verlengd tot 3 juli 2024, omdat het in het belang van de verzorging en opvoeding van [kind01] is. De kinderrechter heeft benadrukt dat er duidelijke afspraken moeten worden gemaakt over de toekomstige plaatsing van [kind01] en dat er aandacht moet zijn voor het contact met de vader. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.