In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 1 december 2023, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind01] behandeld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, [naam01] (de moeder) en [naam02] (de vader), belast zijn met het ouderlijk gezag over [kind01], die in een gezinshuis verblijft. De kinderrechter heeft eerder al maatregelen getroffen, waaronder een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing, die op 17 februari 2023 en 29 juni 2023 zijn verleend en verlengd tot 7 december 2023.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft op 18 oktober 2023 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor een jaar en om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor twaalf maanden. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 december 2023 waren de moeder en haar advocaat aanwezig, terwijl de vader en zijn advocaat niet verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader correct was opgeroepen, maar niet aanwezig was vanwege autopech.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling zijn voldaan, gezien de ernstige bedreiging van de ontwikkeling van [kind01]. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 7 december 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 7 april 2024. Het verzoek van de vader om een zorgregeling vast te stellen is afgewezen, omdat er al een zorgregeling bestaat die niet altijd wordt nagekomen. De kinderrechter heeft ook een vervolgdatum vastgesteld voor de behandeling van het overige verzoek.