ECLI:NL:RBROT:2023:12626
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in de proceskosten na intrekking verzoekschrift in arbeidszaak
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 26 mei 2023 een verzoekschrift ontvangen van [verzoeker01] op basis van artikel 7:681 lid 1 sub a BW. De verweerster, Stichting Distinto, heeft hierop een verweerschrift ingediend. Op 4 augustus 2023 heeft [verzoeker01] echter meegedeeld het verzoekschrift in te trekken. Naar aanleiding van deze intrekking heeft Distinto verzocht om [verzoeker01] te veroordelen in de proceskosten.
[Verzoeker01] heeft de gelegenheid gekregen om op dit verzoek te reageren en heeft betoogd dat de proceskosten, in overeenstemming met Aanbeveling 3.1 van de ‘Aanbevelingen schikking en proceskosten Wwz’, maximaal moeten aansluiten bij het tarief voor een kort geding in kantonzaken. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er voldoende redenen zijn om [verzoeker01] in de proceskosten te veroordelen, wat ook in zijn eigen reactie is besloten.
De kantonrechter heeft besloten om uit te gaan van het tarief dat hoort bij een arbeidszaak van gemiddelde moeilijkheid. Uiteindelijk heeft de kantonrechter [verzoeker01] veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van Distinto tot de datum van de uitspraak zijn vastgesteld op € 793,-. Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2023.