Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 februari 2023, met bijlagen;
- het antwoord, zowel schriftelijk als mondeling.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft CE Medical Factoring B.V. (hierna: [bedrijf01]) een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor openstaande tandartskosten. De vordering betreft een totaalbedrag van € 779,71, bestaande uit twee openstaande facturen, waarvan één factuur van € 261,09 door [gedaagde01] werd betwist. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 juni 2023 heeft [bedrijf01] aangegeven dat zij navraag had gedaan bij de tandartspraktijk, maar geen sluitend antwoord had gekregen op het verweer van [gedaagde01]. Hierdoor heeft [bedrijf01] haar eis verminderd met het betwiste bedrag van € 261,09, waardoor de vordering nu € 518,62 bedraagt, plus rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het bedrag van € 518,62 en de rente niet betwist zijn en heeft deze toegewezen. Echter, de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen, omdat deze gebaseerd waren op een te hoog bedrag aan hoofdsom. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat [bedrijf01] in de buitengerechtelijke fase wellicht beter had kunnen proberen om alleen het bedrag van € 518,62 te innen, wat mogelijk had geleid tot betaling door [gedaagde01]. Daarom heeft de kantonrechter besloten om de proceskosten te compenseren, zodat ieder van de partijen de eigen kosten draagt.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [bedrijf01] het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als er hoger beroep wordt ingesteld. De beslissing van de kantonrechter is als volgt: [gedaagde01] wordt veroordeeld tot betaling van € 518,62 met wettelijke rente vanaf 19 augustus 2021, ieder draagt zijn eigen kosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.