ECLI:NL:RBROT:2023:12512

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10-223282-23 (rectificatie 2) / TUL 16-306712-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van vonnis in strafzaak tegen verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats

Op 14 december 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam in de strafzaak met parketnummer 10-223282-23 en vordering TUL 16-306712-21 een vonnis uitgesproken tegen een verdachte, geboren in Roemenië in 2000, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.V. van Blitterswijk, advocaat te Rotterdam. Na de uitspraak is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat er een omissie in het dictum van het vonnis aanwezig was. In het vonnis werd vermeld dat er ernstig rekening mee moest worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zou plegen of zich belastend zou gedragen tegen de aangeefster. Dit leidde tot de maatregel dat deze dadelijk uitvoerbaar zou zijn. Echter, deze maatregel was niet correct opgenomen in het dictum van het vonnis, wat aanleiding gaf tot rectificatie.

Op 8 januari 2024 is de rectificatie vastgesteld en ondertekend door de voorzitter, mr. J.H. Janssen, en de griffier, mr. T. van Driel. De rectificatie houdt in dat het dictum nu correct vermeldt dat de maatregel tot beperking van de vrijheid dadelijk uitvoerbaar is. Deze aanpassing is van belang voor de rechtszekerheid en de uitvoering van de opgelegde maatregel. De rechtbank heeft hiermee de nodige stappen ondernomen om de uitspraak te corrigeren en ervoor te zorgen dat deze in overeenstemming is met de bedoelingen van de rechtbank.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Betreft:
het op 14 december 2023 in de zaak met parketnummer 10-223282-23 en parketnummer vordering TUL 16-306712-21 uitgesproken vonnis van meervoudige kamer in de rechtbank Rotterdam, in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] , Roemenië, op [geboortedatum01] 2000, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, raadsvrouw mr. J.V. van Blitterswijk, advocaat te Rotterdam.
Na de uitspraakdatum is de rechtbank gebleken dat de uitspraak een omissie bevat ten aanzien van het dictum.
In het lijf van het vonnis staat vermeldt ten aanzien van de maatregel tot beperking van de vrijheid zoals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht:
“Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen tegen aangeefster, zal worden bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is”.
In het dictum staat dit niet vermeldt en dient te worden opgenomen:
“beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;”.
Het vonnis dient aldus op dit punt verbeterd te worden gelezen.
Deze rectificatie is op 8 januari 2024 door mr. J.H. Janssen, de voorzitter, en
mr. T. van Driel, de griffier, vastgesteld en ondertekend.