4.1.2.Beoordeling
Op 16 april 2020 zijn de verdachte en aangeefster rond 14:00 uur gaan varen in een boot van een gemeenschappelijke kennis (hierna: [naam01] ), die lag aangemeerd bij de woning van [naam01] in [plaats02]. Na het varen zijn zij naar de woning van [naam01] gegaan en hebben zij daar beiden alcohol genuttigd. [naam01] heeft zich rond 16:30 uur bij de verdachte en aangeefster gevoegd. Aan het einde van de avond heeft de verdachte aangeefster met de auto van [naam01] naar haar huis in [plaats03] gebracht. Op camerabeelden is te zien dat aangeefster rond 21:00 uur bij haar woning arriveert.
Aangeefster heeft verklaard dat zij zich nog kan herinneren dat zij rond 16:30 uur samen met de verdachte en [naam01] op het terras zat en dat de sfeer gezellig was. Hierna heeft zij geen herinneringen meer aan de avond, op een korte flashback na. De volgende ochtend is zij wakker geworden met pijn aan haar schaamstreek en het gevoel dat zij seks had gehad.
Verminderd bewustzijn
Aan de verdachte wordt het strafrechtelijke verwijt gemaakt dat hij bij aangeefster seksueel is binnendrongen op een moment dat zij door gebruik van alcohol in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde.
Allereerst moet daarom de vraag worden beantwoord of aangeefster op 16 april 2020 in staat van verminderd bewustzijn verkeerde en zo ja, of de verdachte hier wetenschap van had.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever met het opnemen van het bestanddeel verminderd bewustzijn in artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) heeft beoogd strafbaar te stellen het plegen van seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen, met iemand die verkeert in een toestand tussen waakzaamheid en “geheel van de wereld zijn”, waarbij van degene die verminderd bewust is in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij of zij weerstand biedt aan de seksuele verlangens en handelingen van een ander (Kamerstukken
II2001-2002, 27745, nr. 6, p. 22). Deze bepaling ziet op situaties waarbij de dader bewust seksueel misbruik maakt van de omstandigheid dat het slachtoffer in onvoldoende mate in staat is om haar of zijn wil te bepalen omtrent het hebben van seks met een ander. Dit onvermogen vloeit voort uit een toestand van verminderd bewustzijn. Men kan hierbij blijkens de wetsgeschiedenis ook denken aan situaties waarin de persoon zich bevindt in een roes als gevolg van het gebruik van alcohol of drugs.
Aangeefster heeft verklaard dat zij op 16 april 2020 vanaf ongeveer 12:00 uur alcohol heeft gedronken, eerst bier en shotjes op haar werk en vervolgens wijn en shotjes in het gezelschap van de verdachte. Zij heeft in de tussentijd niets gegeten. [naam01] heeft verklaard dat aangeefster wijn en shotjes heeft gedronken en dat zij onder andere een glas heeft laten vallen, waarbij zij tijdens het opruimen half omviel. Uiteindelijk zou aangeefster volgens [naam01] “voor pampus” op de bank hebben gelegen en hebben overgegeven. De verdachte heeft bevestigd dat aangeefster heeft overgegeven en heeft verklaard dat dit de reden is geweest waarom hij haar op verzoek van [naam01] naar huis heeft gebracht. Op camerabeelden is te zien dat aangeefster er ongeveer een kwartier over heeft gedaan om haar voordeur te openen. Zij liet daarbij spullen op de grond vallen en zoekt houvast aan de muur. Hoewel de camerabeelden van enige afstand zijn gemaakt, is daarop duidelijk te zien dat zij onvast ter been was.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat aangeefster op 16 april 2020 in staat van verminderd bewustzijn verkeerde, doordat zij zich in een roes bevond door het innemen van alcohol. Op dat moment was er sprake van de in de wetsgeschiedenis aangeduide situatie tussen waakzaamheid en helemaal van de wereld zijn, waarin zij geen weerstand kon bieden tegen seksuele handelingen van een ander.
De rechtbank is tevens van oordeel dat de verdachte ook wist van dit verminderd bewustzijn, gelet op de hiervoor weergegeven beschrijvingen van het verloop van de dag door verdachte zelf, aangeefster en de getuige [getuige01] waaruit blijkt dat aangeefster vanaf ongeveer 12:00 uur alcohol heeft gedronken.
Seksuele handelingen
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of de verdachte seksuele handelingen, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster, heeft gepleegd.
Er is medisch forensisch onderzoek verricht bij aangeefster, waarbij meerdere monsters zijn onderzocht op de aanwezigheid van DNA. Uit het rapport van het NFI van 21 juli 2020 blijkt dat in de bemonsteringen van de binnenkant van het bovenbeen (nat en droog), de binnenste schaamlippen nat en diep vaginaal een DNA-profiel is aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. Ten aanzien van de bemonsteringen van de binnenkant van het bovenbeen geldt dat de daarbij verkregen DNA-mengprofielen meer dan één keer miljard keer waarschijnlijker zijn wanneer de bemonsteringen DNA bevatten van aangeefster en de verdachte, dan wanneer zij DNA bevatten van aangeefster en een willekeurige andere persoon. Ten aanzien van het DNA-profiel dat is aangetroffen in de bemonsteringen van de binnenste schaamlippen en diep vaginaal is gebleken dat de verkregen resultaten zeer veel waarschijnlijker zijn wanneer het DNA afkomstig is van de verdachte, dan wanneer het van een willekeurige, niet aan de verdachte verwante, man afkomstig is.
Tevens is door het NFI een string van aangeefster onderzocht. Hierbij zijn bij twee bemonsteringen aanwijzingen verkregen voor de aanwezigheid van spermavloeistof en speeksel. Verder zijn monsters afgenomen van, onder andere, de rechter- en linkerzijde van de tailleband, de buiten- en binnenkant van de voorzijde, de binnenkant van het kruis en de buitenkant van de achterzijde van de string. Uit onderzoek is gebleken dat op voorgaande locaties op de string DNA-materiaal is aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. Hierbij geldt dat de in de bemonstering verkregen DNA-mengprofielen meer dan één keer miljard keer waarschijnlijker zijn wanneer de bemonsteringen DNA bevatten van aangeefster en de verdachte, dan wanneer zij DNA bevatten van aangeefster en een willekeurige andere persoon.
De conclusies van het NFI zijn op de terechtzitting herhaald en door zowel de deskundige van het NFI als de deskundige van Forensicon B.V. onderschreven.
De verdachte heeft in zijn verhoren bij de politie, bij de rechter-commissaris en op de terechtzitting ontkend dat er op 16 april 2020 seksuele handelingen hebben plaatsgevonden tussen hem en aangeefster. Hij zou enkel op enig moment de hand van aangeefster hebben aangeraakt en haar zwemvest hebben omgedaan. Verder heeft hij verklaard dat hij nog nooit seksuele handelingen heeft verricht bij aangeefster.
Gelet op het voorgaande – in het bijzonder de verklaring van aangeefster dat zij wakker werd met pijn aan haar schaamstreek in combinatie met de locaties van de op en in haar lichaam aangetroffen DNA-sporen (onder andere diep vaginaal), de in haar string aangetroffen DNA-sporen en verkregen aanwijzingen van spermavloeistof en speeksel – is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het de verdachte is geweest die seksuele handelingen heeft gepleegd bij aangeefster, die bestonden uit het binnendringen van het lichaam van aangeefster, terwijl aangeefster in staat van verminderd bewustzijn verkeerde. De stelling van de verdediging dat het aangetroffen DNA van de verdachte op een andere manier dan door seksueel binnendringen door de verdachte op bovengenoemde locaties terecht is gekomen, is op geen enkele wijze aannemelijk geworden.
De rechtbank neemt tot slot in haar oordeel mee dat de verdachte ook gelegenheid heeft gehad om seksuele handelingen te plegen bij aangeefster omdat hij enige tijd alleen met haar is geweest. Uit de historische verkeersgegevens van de telefoon van [naam01] blijkt dat zijn telefoon, waarover [naam01] heeft verklaard dat hij deze altijd bij zich draagt, op 16 april 2020 tussen 18:30 uur en 21:00 uur de woning heeft verlaten. In een telefoongesprek met de vrouw van de verdachte heeft [naam01] bevestigd dat hij de woning die avond heeft verlaten en dat de verdachte alleen is geweest met aangeefster.