Op 5 december 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren op Curaçao, die ten laste was gelegd het voorhanden hebben van een doorgeladen vuurwapen en munitie. De verdachte was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De officier van justitie, mr. T.J. Lindhout, had een gevangenisstraf van 9 maanden geëist, maar de rechtbank legde een straf op van 8 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen was, aangezien de verdachte het wapen had bekend en er geen verweer was gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. Het bewezen feit betreft het voorhanden hebben van een omgebouwd gaspistool van het merk/type Umarex Glock 17 Gen 5, kaliber 9mm kort, en 11 kogelpatronen.
De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, gezien de toename van vuurwapenbezit en de daarmee samenhangende risico's voor de samenleving. De verdachte had verklaard het wapen voor zijn eigen veiligheid te hebben aangeschaft, maar de rechtbank stelde dat het ongecontroleerd bezit van vuurwapens ernstige schade kan toebrengen aan anderen en de maatschappij. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder voor een soortgelijk feit was veroordeeld, werden ook in overweging genomen. Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat een gevangenisstraf passend was, maar lager dan geëist door de officier van justitie, omdat de verdachte het wapen in zijn tuin had voorhanden gehad en niet op een openbare plaats.