ECLI:NL:RBROT:2023:12492

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
9 januari 2024
Zaaknummer
10162241
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar gebreken in huurwoning en huurprijsvermindering

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 22 december 2023 een vonnis gewezen in een geschil tussen [eiser01] en Stichting Havensteder. De zaak betreft een huurgeschil waarin [eiser01] gebreken aan de huurwoning heeft gesteld en een huurprijsvermindering heeft verzocht. De kantonrechter heeft in een eerder vonnis van 30 juni 2023 vastgesteld dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de door [eiser01] gestelde gebreken te beoordelen. De gebreken zijn genummerd en omvatten onder andere problemen met gevelventilatie, vochtproblemen in de kelder, en klemmen van deuren.

Beide partijen hebben de gelegenheid gekregen om zich uit te laten over de deskundige en de vragen die aan deze deskundige voorgelegd moeten worden. Aangezien er geen overeenstemming is bereikt over de persoon van de deskundige, heeft de kantonrechter een onafhankelijke deskundige benoemd, [naam01], die werkzaam is bij [bedrijf01]. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 6.987,75, inclusief btw, en [eiser01] is verplicht om dit voorschot te betalen.

De kantonrechter heeft verder bepaald dat de deskundige zich moet houden aan de Leidraad deskundigen in civiele zaken en dat partijen de gelegenheid krijgen om op- en aanmerkingen te maken op het concept rapport. De deskundige moet het definitieve rapport binnen vier maanden na de start van het onderzoek inleveren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. drs. D.L. Spierings.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10162241 CV EXPL 22-32758
datum uitspraak: 22 december 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. F. Hilbrands,
tegen
Stichting Havensteder,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. P.J. Remmelts.
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘Havensteder’ genoemd.

1.De verdere procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het vonnis van 30 juni 2023 en de daarin genoemde stukken;
  • de akte van [eiser01] , met bijlagen;
  • de akte van Havensteder.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het vonnis van 30 juni 2023 is overwogen dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de door [eiser01] gestelde gebreken 1 tot en met 3, 8, 9, 11, 15 en 17, zoals genoemd en genummerd in het expertiserapport van Top Expertise, te beoordelen.
2.2.
Beide partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de persoon van de deskundige en de aan de deskundige voor te leggen vragen. Zij hebben over de persoon van de deskundige geen overeenstemming kunnen bereiken. Gelet daarop zal de kantonrechter, de volgende persoon als onafhankelijk deskundige benoemen, om de vragen te beantwoorden die onder de beslissing staan (artikel 194 Rv):
[naam01] ,
NIVR-re, manager bij [bedrijf01] ,
[bedrijf01]
[postadres01]
Telefoon: [telefoonnummer01]
E-mail: [e_mail01]
2.3.
De deskundige heeft de kosten voor het onderzoek begroot op € 6.987,75 inclusief btw (35 uren met een uurtarief van € 165,- exclusief btw) .
2.4.
De hoogte van het voorschot wordt vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag. [eiser01] moet het voorschot betalen (artikel 195 Rv).
2.5.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de aan de deskundige voor te leggen vragen, zoals opgenomen in het tussenvonnis van 30 juni 2023. Havensteder heeft daarbij een voorstel gedaan voor herformulering en aanvulling van de voor te leggen vragen. De opmerkingen van Havensteder hebben aanleiding gegeven de vragen enigszins te wijzigen, op de wijze zoals hierna bij de beslissing vermeld. De kantonrechter heeft de door Havensteder voorgestelde formulering van de vragen niet overgenomen, aangezien met die formulering de norm, waaraan de gestelde gebreken moeten worden getoetst, al op voorhand zou worden bepaald voor de deskundige. Het is echter aan de deskundige zelf om te beoordelen aan welke norm(en) er in het onderhavige geval getoetst moet worden.
2.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt een deskundigenonderzoek om de volgende vragen te beantwoorden:
‘Gebreken 1 tot en met 3: (1) gevelventilatie voorzijde, pad zijde, achterzijde, (2) condens en natte draagbalken in kelderruimte erg vochtig; weinig isolatie en puin in kelder wat vocht aantrekt, en (3) optrekkend vocht in rechter- en linkerhoek woonkamer
1) Voldoet de gevelventilatie zoals die is aangebracht in de woning op de begane grond aan de eisen die daaraan gesteld moeten worden? Zo nee, waarom niet?
2) Voldoen de ruimtes op de begane grond en de kruipruimte wat betreft de vochthuishouding aan de eisen die daaraan gesteld moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Gebrek 8: achterdeur en openslaande deuren klemmen en zitten te krap in de sponning
3) Voldoen de achterdeur en de openslaande deuren wat betreft het klemmen en de plaatsing in de sponning gelet op de eisen die daaraan gesteld moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Gebrek 9: langs de deuren aan de buitenzijde, zowel voor als achter, afkitten
4) Zijn de kieren langs de deur aan de buitenzijde zodanig dat er vocht door naar binnen kan komen, en zo ja, op welke wijze kan dit voorkomen worden?
Gebreken 11 en 17: (11) dakpannen zijgevel steken niet over en zijn normale pannen, en (17) dakpannen schuren zijn niet volledig afgewerkt
5) Voldoen bij de woning en de schuren de kantpannen ter voorkoming van vochtdoorlating gelet op de eisen die daaraan gesteld moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Gebrek 15: buitenmuur volledig behandelen en schilderen
6) Voldoet de buitenmuur van de zijgevel voor wat betreft de vochtdoorlating / vochtdoorslag gelet op de eisen die daaraan gesteld moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Overig
7) Zijn er verder nog punten die voor de beoordeling van de onderhavige gestelde gebreken van belang zouden kunnen zijn?’
3.2.
benoemt tot deskundige:
[naam01] ,
NIVR-re, manager bij [bedrijf01] ,
[bedrijf01]
[postadres01]
Telefoon: [telefoonnummer01]
E-mail: [e_mail01]
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op € 6.987,75;
3.4.
bepaalt dat [eiser01] het voorschot moet betalen binnen twee weken na ontvangst van een nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR);
3.5.
bepaalt dat als [eiser01] het voorschot niet of niet op tijd betaalt de kantonrechter beslist wat er verder met de zaak gebeurt;
3.6.
draagt de griffier op aan de deskundige te melden dat het voorschot is gestort en bepaalt dat de deskundige daarna pas met het onderzoek mag beginnen;
3.7.
bepaalt dat [eiser01] een kopie van de processtukken aan de deskundige stuurt;
3.8.
bepaalt dat de deskundige zich houdt aan de Leidraad deskundigen in civiele zaken (hierna: ‘leidraad’) en de gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken (zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl) en wijst in het bijzonder op de informatie over het beginsel van hoor en wederhoor ten aanzien van het communiceren met en door partijen;
3.9.
bepaalt dat partijen in de gelegenheid moeten worden gesteld om op- en aanmerkingen op het concept rapport te maken;
3.10.
bepaalt dat de deskundige het definitieve rapport uiterlijk
vier maandenna de start van het onderzoek inlevert en dat als deze termijn niet haalbaar blijkt de deskundige de kantonrechter en partijen dat zo spoedig mogelijk laat weten en ook welke termijn wel haalbaar is;
3.11.
bepaalt dat de deskundige bij de inlevering van het rapport een eindnota voegt die voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de leidraad;
3.12.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek onderbreekt als dreigt dat het voorschot wordt overschreden en in dat geval een schriftelijk verzoek aan de kantonrechter doet om een aanvullend voorschot;
3.13.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en in het openbaar uitgesproken.
44487