In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 22 december 2023 een vonnis gewezen in een geschil tussen [eiser01] en Stichting Havensteder. De zaak betreft een huurgeschil waarin [eiser01] gebreken aan de huurwoning heeft gesteld en een huurprijsvermindering heeft verzocht. De kantonrechter heeft in een eerder vonnis van 30 juni 2023 vastgesteld dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de door [eiser01] gestelde gebreken te beoordelen. De gebreken zijn genummerd en omvatten onder andere problemen met gevelventilatie, vochtproblemen in de kelder, en klemmen van deuren.
Beide partijen hebben de gelegenheid gekregen om zich uit te laten over de deskundige en de vragen die aan deze deskundige voorgelegd moeten worden. Aangezien er geen overeenstemming is bereikt over de persoon van de deskundige, heeft de kantonrechter een onafhankelijke deskundige benoemd, [naam01], die werkzaam is bij [bedrijf01]. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 6.987,75, inclusief btw, en [eiser01] is verplicht om dit voorschot te betalen.
De kantonrechter heeft verder bepaald dat de deskundige zich moet houden aan de Leidraad deskundigen in civiele zaken en dat partijen de gelegenheid krijgen om op- en aanmerkingen te maken op het concept rapport. De deskundige moet het definitieve rapport binnen vier maanden na de start van het onderzoek inleveren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. drs. D.L. Spierings.