Op 14 december 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoekster die een schuldregeling heeft aangeboden aan haar schuldeisers. Verzoekster, die voor 80% tot 100% arbeidsongeschikt is verklaard, heeft op 13 oktober 2023 een verzoek ingediend om een aantal schuldeisers te bevelen in te stemmen met haar aangeboden regeling. Deze regeling houdt in dat de preferente schuldeisers 11,08% en de concurrente schuldeisers 5,54% van hun vorderingen ontvangen tegen finale kwijting. Van de zeventien schuldeisers hebben twaalf ingestemd met de regeling, terwijl vier schuldeisers, te weten [schuldeiser 1], [schuldeiser 3], [schuldeiser 4] en [schuldeiser 5], hebben geweigerd in te stemmen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de weigering van deze vier schuldeisers niet in redelijkheid kan worden volgehouden, gezien het feit dat hun vorderingen slechts 5,2% van de totale schuldenlast uitmaken en dat een ruime meerderheid van de schuldeisers akkoord is gegaan met de regeling. De rechtbank heeft ook overwogen dat de aangeboden regeling het uiterste is wat verzoekster kan bieden, gezien haar financiële situatie en de kosten die verbonden zijn aan een wettelijke schuldsaneringsregeling.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om het verzoek van verzoekster toe te wijzen en de vier schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens zijn deze schuldeisers veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedwongen schuldregeling in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, waardoor verzoekster kan doorgaan met het betalen van haar schulden.