ECLI:NL:RBROT:2023:12409
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in verplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2023 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar. De schuldenaar is vanaf het begin van de schuldsaneringsregeling tekortgeschoten in de nakoming van zowel de inspanningsverplichting als de informatieverplichting. De bewindvoerder heeft op 23 oktober 2023 verzocht om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, wat door de rechter-commissaris is goedgekeurd. Tijdens de zitting op 8 december 2023 zijn zowel de bewindvoerder als de schuldenaar gehoord. De bewindvoerder heeft aangegeven dat de schuldenaar meerdere verplichtingen niet is nagekomen, waaronder het niet indienen van inlichtingenformulieren met inkomsten en uitgaven, en het niet verstrekken van bewijs van sollicitaties. De schuldenaar heeft verklaard dat hij uit de schuldsaneringsregeling wil, omdat hij per februari 2024 een opleiding en een betaalde baan heeft gevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen en dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling niet langer wenselijk is. Op basis van artikel 350, derde lid, onder c en g, van de Faillissementswet heeft de rechtbank besloten de schuldsaneringsregeling te beëindigen. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 2.093,45, aangezien er geen baten beschikbaar zijn voor de voldoening van vorderingen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.