Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.Het oordeel van de rechtbank
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een woning in [woonplaats01], Stedin Netbeheer B.V. gedagvaard om de verwijdering van elektriciteitskabels en een glasvezelkabel te vorderen die zich ongeveer 33 meter onder zijn perceel bevinden. Eiser stelt dat hij recht heeft op verwijdering van deze kabels en dat Stedin een dwangsom moet betalen als dit niet gebeurt. Stedin heeft echter aangevoerd dat zij op grond van artikel 5:21 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gerechtigd is om de kabels aan te leggen, omdat deze zich op een diepte bevinden waar de eigenaar geen belang heeft om zich daartegen te verzetten.
De rechtbank heeft de zaak op 26 oktober 2023 behandeld en op 27 december 2023 vonnis gewezen. De rechtbank oordeelt dat Stedin inderdaad een beroep kan doen op artikel 5:21 lid 2 BW en dat de vorderingen van eiser worden afgewezen. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat de aanleg van de kabels schadelijk is voor zijn gezondheid, ondanks zijn klachten van hoofdpijn. De rechtbank concludeert dat de door eiser ingebrachte publicaties over hoogspanningskabels niet relevant zijn voor de situatie van de elektriciteitskabels onder de grond.
Omdat eiser ongelijk krijgt, wordt hij veroordeeld in de proceskosten van Stedin, die zijn vastgesteld op € 2.045,00. Dit bedrag moet binnen veertien dagen na aanschrijving worden betaald, met de mogelijkheid van wettelijke rente indien dit niet tijdig gebeurt. De rechtbank verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.