Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam02],
[bedrijf01],
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2023, met bijlagen;
- het antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen [eiseres01] en Leijssen Bewindvoeringen B.V. over een overeenkomst van aanneming van werk. [bedrijf01] had de opdracht gekregen om de dakgoten van de woning van [eiseres01] te vervangen. De werkzaamheden zijn op 6 december 2022 gestart, maar zijn al snel in de problemen gekomen door een conflict tussen de medewerkers van [bedrijf01] en de echtgenoot van [eiseres01]. Volgens [bedrijf01] heeft de echtgenoot zich agressief gedragen, wat leidde tot de beslissing om de werkzaamheden te staken en de aanbetaling van € 800,00 niet terug te betalen. [eiseres01] betwist echter de beschuldigingen en stelt dat de medewerkers van [bedrijf01] tekort zijn geschoten in hun verplichtingen.
De kantonrechter heeft de zaak op 10 november 2023 behandeld en heeft vastgesteld dat [bedrijf01] de overeenkomst niet mocht ontbinden, omdat er geen bewijs was dat [eiseres01] in verzuim was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiseres01] recht heeft op vervangende schadevergoeding, omdat [bedrijf01] de werkzaamheden niet heeft afgemaakt. De hoogte van de schadevergoeding is vastgesteld op € 1.299,35, na aftrek van de aanbetaling. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten en rente toegewezen, evenals de proceskosten die door Leijssen q.q. moeten worden vergoed. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De kantonrechter heeft in zijn beslissing benadrukt dat Leijssen q.q. niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en dat de gemaakte afspraken niet zijn aangetoond. Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken op 29 december 2023.