In deze zaak gaat het om een kort geding waarin [persoon01] verzet heeft aangetekend tegen een verstekvonnis dat op 25 oktober 2023 is gewezen. [persoon02] had op 13 februari 2023 een Audi A3 gekocht van [persoon01], maar na gebruik vertoonde de auto gebreken. Na meerdere reparatiepogingen en een geschil over de kosten, heeft [persoon02] op 28 september 2023 een dagvaarding uitgebracht. De voorzieningenrechter heeft [persoon01] veroordeeld om de auto aan [persoon02] vrij te geven en hem in de proceskosten te veroordelen. [persoon01] heeft vervolgens verzet aangetekend, stellende dat hij ten onrechte in de proceskosten is veroordeeld, omdat hij niet op de hoogte was van de oorspronkelijke dagvaarding. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat [persoon01] verantwoordelijk is voor het ontvangen van zijn post en dat de dagvaarding correct is betekend. De vorderingen van [persoon01] zijn afgewezen en het verstekvonnis is in stand gehouden. [persoon01] is in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 697,00.