ECLI:NL:RBROT:2023:12375

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
10/202778-23 en 10/126469-23 (gevoegd t.t.z.) / TUL VV: 10/306410-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht: Veroordeling voor diefstallen met geweld in vereniging en afpersing op de openbare weg

Op 24 november 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 15-jarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan twee straatroven in vereniging. De verdachte is veroordeeld voor diefstallen met geweld en afpersing, waarbij hij samen met een medeverdachte op verschillende data slachtoffers heeft beroofd van hun persoonlijke bezittingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, gezien zijn leeftijd en psychologische rapportages die een gedragsstoornis en cognitieve beperking vaststelden. De rechtbank heeft een deels voorwaardelijke jeugddetentie opgelegd van 168 dagen, met bijzondere voorwaarden zoals deelname aan begeleiding door de jeugdreclassering en het Harde Kern Aanpak-traject. De vordering van de benadeelde partij is toegewezen, waarbij de verdachte €1.580,- aan schadevergoeding moet betalen. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis afgewezen, omdat de verdachte zich aan de voorwaarden moet houden en de proeftijd niet mag overschrijden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 10/202778-23 en 10/126469-23 (gevoegd t.t.z.)
Parketnummer vordering TUL VV: 10/306410-22
Datum uitspraak: 24 november 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2008,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Rijks Justitiële Jeugdinrichting [naam jeugdinrichting01] te [plaats01] ,
raadsman mr. K. Durdu, namens G.S.J. van Gestel, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 10 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.J. du Croix heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/202778-23 en het onder parketnummer 10/126469-23 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 168 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt aan de begeleiding door de jeugdreclassering, meewerkt aan het Harde Kern Aanpak (HKA)-traject en Elektronische Monitoring, meewerkt aan systemische hulpverlening, zoals MST, een dagbesteding heeft, een zinvolle vrijetijdsbesteding en zich houdt aan een contactverbod met de aangevers en de medeverdachte en inzicht geeft in zijn vriendenkring, social media en telefoongebruik;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering – parketnummer 10/202778-23
4.1.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De verdachte bekent dat hij de jas en ketting heeft meegenomen, maar hij ontkent dat hij de telefoon van de aangever heeft gestolen. De aangever verklaart dat de verdachte tijdens de worsteling de telefoon heeft gepakt, maar hiervoor is geen steunbewijs in het dossier. Ook kan niet worden bewezen dat de verdachte enig aandeel heeft gehad in de geweldshandelingen. Het is een contra-indicatie dat de medeverdachte eerst ruzie heeft gemaakt met de verdachte. Hoewel de verdachte op Snapchat zegt dat hij de aangever heeft ‘gedipt’, kan niet worden vastgesteld dat hij dat daadwerkelijk heeft gedaan. De raadsman bepleit subsidiair om een gedeeltelijke vrijspraak van het bestanddeel ‘geweld en/of bedreiging met geweld’.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Op 13 augustus 2023 is de aangever door twee jongens beroofd van zijn telefoon, vest en ketting. De aangever kwam de jongens tegen en ging met hen in gesprek. Plotseling veranderde de sfeer. De medeverdachte trok opeens een mes en kwam op de aangever afgerend. De medeverdachte heeft het mes op de nek van de aangever gezet. Vervolgens zijn zij in een worsteling geraakt. Tijdens de worsteling heeft de verdachte de telefoon van de aangever uit de broekzak gehaald. Daarna heeft de medeverdachte geprobeerd de aangever in de buik te steken en stak hij de aangever in zijn bovenbeen. De aangever probeerde zichzelf los te maken door het vest uit te trekken en is daarna weggerend.
De verdachte heeft bekend dat hij de jas en ketting van de aangever heeft meegenomen. Deze spullen zijn ook bij hem thuis aangetroffen. Ook heeft hij een uur na het incident op Snapchat tegen iemand gezegd dat hij de iPhone X van de aangever had. Alhoewel de verdachte heeft ontkend dat hij de telefoon heeft gestolen, is die verklaring in het licht van de omstandigheid dat hij kort na de beroving bekend is met het feit dat de aangever zijn telefoon kwijt is, en bovendien welk type telefoon dit is, ongeloofwaardig. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de rol van de verdachte niet zo klein is als hij zelf doet voorkomen, en volgt de verklaring van de aangever over de toedracht. De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte opzet heeft gehad op de geweldshandelingen die door de medeverdachte zijn gedaan. De verdachte verklaart dat hij een mes bij de medeverdachte heeft gezien en dat de twee anderen in een worsteling raakten. De verdachte is bij de medeverdachte en de aangever gebleven. Hij heeft daarbij van de situatie gebruik gemaakt door tijdens die worsteling de telefoon van de aangever te pakken.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
4.1.3.
Conclusie
Het onder parketnummer 10/202778-23 ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewijswaardering – parketnummer 10/126469-23
4.2.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde medeplegen van de diefstal met geweld. Uit de verklaringen van de aangevers blijkt dat het ging om twee losstaande incidenten die kort na elkaar hebben plaatsgevonden. De verdachte bekent zijn eigen aandeel, maar heeft niet gezien wat de medeverdachte heeft gedaan. Hieruit blijkt niet dat er sprake is van een vooropgezet plan en in de uitvoering is ook geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking.
4.2.2.
Beoordeling
Uit de bewijsmiddelen, zoals die in bijlage II zijn uitgewerkt, volgt dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering.
Op 20 mei 2023 komen de verdachten de twee aangevers tegen en raken zij met elkaar in gesprek. De verdachte vraagt aan de aangever [slachtoffer01] of hij in zijn telefoon zijn Snapchat account mag toevoegen. Als de verdachte de telefoon heeft gekregen, loopt hij daarmee weg. Aangever [slachtoffer01] gaat de verdachte achterna. Vervolgens rukt de verdachte de ketting van de hals van [slachtoffer01] . De verdachte bekent ook dat hij de telefoon en ketting van aangever [slachtoffer01] heeft weggenomen.
Op hetzelfde moment slaat de medeverdachte de aangever [slachtoffer02] in zijn gezicht en trekt hij aan de schouderband van de tas. Daarnaast is er een woordenwisseling tussen de verdachte en de medeverdachte, waarbij de medeverdachte reageert op de verdachte en zegt dat ze moeten gaan. Vervolgens rennen ze samen weg en worden ze kort daarna samen door de politie aangetroffen met de gestolen spullen van de aangevers.
Uit het dossier blijkt dat de verdachte en de medeverdachte samen de aangevers hebben benaderd, beiden iets van de aangevers hebben gestolen, samen zijn weggaan en er onderling een woordenwisseling was over het al dan niet toepassen van meer geweld, waaruit volgt dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. De aanwezigheid van beide verdachten en het gesprek dat zij voerden, heeft bijgedragen aan de bedreigende situatie waaronder aangevers hun spullen hebben moeten afgeven, zodat daarmee sprake is van een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank is daarom van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte dit feit als medepleger heeft begaan.
4.2.3.
Conclusie
De rechtbank acht het onder parketnummer 10/126469-23 wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 10/202778-23 en onder 10/126469-23 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Parketnummer 10/202778-23:
hij op 13 augustus 2023 te Krimpen aan den IJssel,
op de openbare weg, te weten de Vederkruid
tezamen en in vereniging met een ander,
een mobiele telefoon (iPhone XR) en een vest (merk Nike-Tech) en een
ketting, die aan [slachtoffer03] , toebehoorden heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan,
envergezeld van geweld tegen die [slachtoffer03] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door een mes, te weten een
machette, aan die [slachtoffer03] te tonen en op de nek van die [slachtoffer03]
te zetten en te houden, en (vervolgens) met voornoemd mes meermalen
stekende bewegingen te maken in de richting van de buik en het been, van die [slachtoffer03] , waarbij die [slachtoffer03] in het been is gestoken en
in de nek isgesneden, in elk geval is geraakt;
Parketnummer 10/126469-23:
hij
op 20 mei 2023
te Spijkenisse, op het Theaterplein, op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een ketting
en een tas (inhoudende onder meer een paspoort, en een
parfumfles), toebehorende aan [slachtoffer01]
en [slachtoffer02] , welke diefstal werd vergezeld door
geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer01] en die [slachtoffer02] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
en
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen
tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Iphone 11), toebehorende aan die [slachtoffer01] , welk geweld en dreiging met geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in
vereniging met zijn mededader, telkens met kracht
- die ketting van de nek van die [slachtoffer01] heeft gerukt en
- die [slachtoffer02] in het gezicht heeft geslagen en vervolgens een
ruk aan de (schouder)band van de tas
heeftgegeven en (hierbij) de woorden heeft
toegevoegd: “Doe je tasje af”,
en (vervolgens) de tas van de schouder van die [slachtoffer02] heeft getrokken
en
- die [slachtoffer01] met kracht bij de kraag en de nek heeft vastgepakt
en hierbij de woorden heeft toegevoegd: “Als je door blijft gaan met vragen, ga ik
je slaan” en “Moet ik het trekken” en “Ik ga trekken” .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/202778-23:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen.
Parketnummer 10/126369-23:
diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op vijftienjarige leeftijd schuldig gemaakt aan twee straatroven in vereniging. Op 20 mei 2023 heeft de verdachte samen met een medeverdachte spullen afgepakt van twee slachtoffers. Hierbij heeft de verdachte een slachtoffer bij de kraag vastgepakt en hem bedreigd en heeft de medeverdachte het andere slachtoffer in het gezicht geslagen.
Vervolgens heeft de verdachte, terwijl hij in een proeftijd liep en zijn voorlopige hechtenis kort daarvoor was geschorst, op 13 augustus 2023 samen met dezelfde medeverdachte een jongen van zijn telefoon, jas en ketting beroofd.
Straatroven zijn ernstige feiten die een grote impact hebben op het leven van slachtoffers en hun gevoel van veiligheid. De verdachte heeft met zijn gedrag laten zien dat hij geen respect heeft voor andermans eigendommen en lichamelijke integriteit. Bovendien leveren straatroven gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving op. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
26 oktober 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
Psycholoog mw. drs. L. Heukelomstelt in de gemotiveerde rapportage over de verdachte van 3 oktober 2023 een normoverschrijdende gedragsstoornis en een cognitieve beperking bij hem vast. De gedragsstoornis was ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde, waardoor wordt verondersteld dat er sprake is van enige doorwerking van de problematiek in het vermogen tot gedragsregulatie van de verdachte. De psycholoog adviseert om hem het onder parketnummer 10/126469-23 ten laste gelegde verminderd toe te rekenen.
De huidige behandeling (MST) wordt passend geacht. Daarnaast is het belangrijk dat er toezicht blijft vanuit de jeugdreclassering om te monitoren of aan de voorwaarden wordt voldaan, zoals het hebben van een passende dagbesteding (school), vrijetijdsindeling en bijbaan.
De Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) ziet in het rapport over de verdachte van 7 november 2023 veel zorgen, omdat op bijna alle gebieden risicofactoren worden gezien. Het is zorgelijk dat de verdachte in korte tijd wordt verdacht van twee strafbare feiten, nog in een schorsing en proeftijd liep en dat hij de feiten heeft gepleegd met een medeverdachte waarmee hij een contactverbod heeft. De inzet van MST en elektronische monitoring hebben dit niet kunnen voorkomen. De verdachte verblijft nu al geruime tijd in voorlopige hechtenis in de justitiële jeugdinrichting (JJI). Hierdoor is zijn ontwikkeling en dagelijks leven gestagneerd.
Gelet op het feit dat er nog veel werkstraffen openstaan en een eerder opgelegde leerstraf negatief is terug gemeld door het langdurige verblijf in de JJI, acht de Raad het opleggen hiervan geen passende straf op dit moment. Mede gelet op het advies van de psycholoog is het belangrijk dat er systemische en individuele hulpverlening wordt ingezet. De Raad volgt het advies van de psycholoog en adviseert ook het Harde Kern Aanpak (HKA)-traject in te zetten.
De Raad adviseert een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- meewerkt aan de Harde Kern Aanpak vanuit de Jeugdreclassering (indien dit haalbaar wordt geacht);
- meewerkt aan de Elektronische monitoring middels een enkelband;
- meewerkt aan systemische hulpverlening (zoals MST) en aan individuele specialistische behandeling indien de Jeugdreclassering dat nodig acht;
- een dagbesteding heeft in de vorm van scholing dan wel werk;
- een zinvolle vrijetijdsbesteding heeft in de vorm van sport;
- geen contact heeft met de slachtoffers dan wel de medeverdachte.
Daarnaast adviseert de Raad om de eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf van 60 uur niet ten uitvoer te leggen. Er staan op dit moment nog veel uren werkstraf open.
De jeugdreclasseerder heeft op de zitting toegelicht dat het belangrijk is dat de verdachte naar huis gaat en zich houdt aan de voorwaarden van het HKA-traject en Elektronische Monitoring. De jeugdreclasseerder zou als voorwaarden willen toevoegen dat de verdachte meer inzicht geeft in zijn vriendenkring en inzicht geeft in zijn telefoon en social media.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en wat door de jeugdreclasseerder ter terechtzitting naar voren is gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op wat hierboven is overwogen, komt de rechtbank tot de volgende conclusies.
Toerekeningsvatbaarheid
De conclusie van de psycholoog wordt gedragen door haar bevindingen. De rechtbank neemt die conclusie over en maakt die tot de hare. Nu bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens die ook aanwezig was ten tijde van het onder parketnummer 10/126469-23 tenlastegelegde feit acht de rechtbank de verdachte voor dit feit verminderd toerekeningsvatbaar.
Hoewel de psycholoog ten aanzien van het onder parketnummer 10/202778-23 ten laste gelegde straatroof geen advies heeft gegeven over de toerekenbaarheid, acht de rechtbank de verdachte ook voor dit feit verminderd toerekeningsvatbaar, gezien de bevindingen van de psycholoog over de persoon van de verdachte alsmede het korte tijdsverloop tussen de feiten.
Straf
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat het onvoorwaardelijke deel van de jeugddetentie niet langer moet zijn dan de duur die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De voorlopige hechtenis van de verdachte is op de terechtzitting van 10 november 2023 geschorst per 13 november 2023 met schorsingsvoorwaarden. Het is in het belang van de ontwikkeling van de verdachte om met het ingezette HKA-traject en de hulpverlening door te gaan.
Mede gelet op de rapportages van de psycholoog en de Raad, waarin bijzondere voorwaarden worden geadviseerd, zal de rechtbank de jeugddetentie deels voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Anders dan is geadviseerd, ziet de rechtbank geen aanleiding de verdachte te verplichten om zijn medewerking te verlenen aan het controleren van zijn telefoon en social mediagebruik. Een dergelijke maatregel maakt inbreuk maakt op het recht op privacy en de persoonlijke levenssfeer van de verdachte en dient derhalve noodzakelijk en passend te zijn. Nu uit het dossier niet naar voren komt dat bij de bewezenverklaarde feiten social media of telefoongebruik anderszins een rol hebben gespeeld, is deze voorwaarde in dit geval niet passend. De rechtbank vindt het wel belangrijk dat de verdachte in gesprek met de jeugdreclassering openheid geeft over zijn vriendengroep, nu daarover wel zorgen oprijzen uit het dossier.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [slachtoffer03] , ter zake van het onder parketnummer 10/202778-23 tenlastegelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 380,- aan materiële schade en een bedrag van € 1.200, - aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering van de benadeelde partij geheel toewijsbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ook heeft de officier van justitie gevorderd te bepalen dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is.
8.2.
Standpunt verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen danwel niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Subsidiair stelt de raadsman zich op het standpunt dat de verdachte geen aandeel heeft gehad in de geweldshandelingen, zodat de benadeelde partij ten aanzien van de immateriële schade niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De verdachte is wel verantwoordelijk voor de diefstal van de jas en ketting. De raadsman verzoekt de waarde van de jas te schatten op € 80,-.
8.3.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder parketnummer 10/202778-23 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en door de verdachte niet (voldoende gemotiveerd) is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
Daarnaast is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De verdachte is daar ook voor aansprakelijk. Dat het niet de verdachte is geweest die het geweld heeft toegepast, doet daar niet aan af. Gelet op de ernst van het bewezen verklaarde feit en de inbreuk die daarmee is gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de benadeelde partij, zal het gevorderde bedrag aan immateriële schade in zijn geheel worden toegewezen.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 13 augustus 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.580,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.

9.Vordering tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 23 januari 2023 van de kinderrechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal met geweld, diefstal in vereniging, diefstal en niet voldoen ambtelijk bevel veroordeeld voor zover van belang tot een taakstaf bestaande uit een werkstraf van 110 uren, waarvan een gedeelte groot 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 7 februari 2023.
9.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering tenuitvoerlegging de proeftijd wordt verlengd met een jaar.
9.3.
Standpunt verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de vordering tenuitvoerlegging moet worden afgewezen. De verdachte wordt anders overvraagd om naast alle bijzondere voorwaarden waar hij zich aan moet houden nog een werkstraf uit te voeren.
9.4.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Er worden evenwel termen aanwezig geacht die last niet te geven. De rechtbank wijst de vordering tenuitvoerlegging af.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder parketnummer 10/202778-23 en onder parketnummer 10/126469-23 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 168 (honderdachtenzestig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot
30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op twee jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zijn medewerking zal verlenen aan verscherpt toezicht in het kader van de intensieve trajectbegeleiding (ITB) Harde Kern Aanpak;
- zich zal houden aan de voorwaarden die zijn gesteld met betrekking tot Elektronische Monitoring middels een enkelband;
- zal meewerken aan systemische hulpverlening (zoals MST) en aan individuele behandeling;
- een zinvolle dagbesteding heeft bij Urban Skillsz en/of in de vorm van scholing dan wel een bijbaan;
- een zinvolle vrijetijdsbesteding heeft in de vorm van sport;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum02] 2008, [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum03] 2007, [slachtoffer03] , geboren op [geboortedatum04] 2005 en [slachtoffer04] , geboren op [geboortedatum05] 2008;
- aan de jeugdreclassering inzicht zal geven in zijn vriendengroep en vriendenkeuze;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op de bevelen tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissingen geschorst;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededader, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer03] , te betalen een bedrag van
€ 1.580,- (zegge: duizendvijfhonderdtachtig euro),bestaande uit € 380, - aan materiële schade en € 1.200, - aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.580, -(hoofdsom
, zegge: duizendvijfhonderdtachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 23 januari 2023 van de kinderrechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke taakstraf, bestaande uit een werkstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.P. van der Stroom, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. W.J. Loorbach en L.W.M. Hendriks, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 november 2023.
De voorzitter, jongste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/202778-23:
hij op of omstreeks 13 augustus 2023 te Krimpen aan den IJssel,
op/aan de openbare weg, te weten de Vederkruid
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een mobiele telefoon (iPhone XR) en/of een vest (merk Nike-Tech) en/of een
ketting, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer03] , in elk geval
aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer03] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een mes, te weten een
machette, aan die [slachtoffer03] te tonen en/of op/tegen de hals en/of nek van die [slachtoffer03]
te zetten en/of te houden, en/of (vervolgens) met voornoemd mes meermalen
stekende bewegingen te maken in de richting van de buik en/of het been, althans
het lichaam van die [slachtoffer03] , waarbij die [slachtoffer03] in het been is gestoken en/of
gesneden, in elk geval is geraakt.
Parketnummer 10/126469-23:
hij
op of omstreeks 20 mei 2023
te Spijkenisse, op het Theaterplein, althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een ketting
en/of een tas (inhoudende onder meer een paspoort, een portemonnee en/of een
parfumfles), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer01]
en/of [slachtoffer02] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of werd vergezeld en/of werd gevolgd door
geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer01] en/of die [slachtoffer02] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen
tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Iphone 11) , in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer01] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn of haar mededader(s),
welk geweld en/of dreiging met geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in
vereniging met zijn mededader(s) althans alleen, telkens met kracht
- die ketting van de nek van die [slachtoffer01] heeft/hebben gerukt/getrokken en/of
- die [slachtoffer02] op het oor, althans in het gezicht heeft geslagen en/of vervolgens een
ruk aan de (schouder)band van de tas gegeven en/of (hierbij) de woorden heeft
toegevoegd: “Doe je tasje af”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of (vervolgens) de tas van de schouder van die [slachtoffer02] heeft/hebben getrokken
en/of
- die [slachtoffer01] met kracht bij de kraag en/of de nek heeft/hebben vastgepakt
en/of hierbij de woorden heeft toegevoegd: “Als je door blijft gaan met vragen, ga ik
je slaan” en/of “Moet ik het trekken” en/of “Ik ga trekken”, althans woorden van
gelijke dreigende aard en/of strekking.