ECLI:NL:RBROT:2023:12372

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
10/129996-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor pogingen tot diefstal met bedreiging met geweld en verminderd toerekeningsvatbaarheid

Op 1 november 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2009, die beschuldigd werd van pogingen tot diefstal met bedreiging met geweld. De verdachte heeft op 24 mei 2023 geprobeerd een tankstation in Ridderkerk te overvallen, waarbij hij een op een vuurwapen gelijkend voorwerp gebruikte om de kassamedewerkster en een klant te bedreigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, gezien zijn jonge leeftijd en de psychologische rapportages die wijzen op een normoverschrijdende gedragsstoornis en een cannabisverslaving. De officier van justitie eiste een jeugddetentie van 170 dagen, waarvan 35 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden zoals deelname aan hulpverlening en begeleiding door de jeugdreclassering. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke jeugddetentie en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd om de verdachte te ondersteunen in zijn ontwikkeling en om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van de feiten op de slachtoffers en de noodzaak van een passende behandeling voor de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/129996-23
Datum uitspraak: 1 november 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2009,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
thans verblijvende op het adres: [verblijfadres01] , [postcode02] [verblijfplaats01] ,
raadsvrouw mr. M.T.H. Oeij, advocaat te Capelle aan den IJssel.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 1 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 170 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 35 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt aan de plaatsing bij Zorg Hoop Liefde, meewerkt aan de dagbesteding bij Urban Skillsz, meewerkt aan behandeling door het FACT-jeugdteam van Fivoor, meewerkt aan de begeleiding van Next St3p, meewerkt aan hulpverlening binnen het gezinssysteem en zich houdt aan een avondklok, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij
op 24 mei 2023 te Ridderkerk
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
geld en goederen van zijn gading, die aan Shell Station Ridderkerk, toebehoorden, weg
te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze
voorgenomen diefstal te doen voorafgaan
en/ofte doen vergezellen van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] ,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden,
en/of gemakkelijk te
maken,
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht
en gericht gehouden op die [slachtoffer01] en (vervolgens) meermalen het op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft doorgeladen
en de trekker heeft overgehaald en
- meermalen, heeft getrokken aan
eendeur, teneinde
toegang te krijgen tot de afgesloten ruimte alwaar die [slachtoffer01] zich bevond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij
op 24 mei 2023
te Ridderkerk
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om geld, in elk geval
enig goed, dat aan [slachtoffer02] ,
toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan
en/ofte doen vergezellen
van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer02] ,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te
maken,
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft gericht
op die [slachtoffer02] en(hierbij)
- de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij je portemonnee", ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
Poging tot diefstal voorafgegaan en/of vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken;
2.
Poging tot diefstal voorafgegaan en/of vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft op dertienjarige leeftijd geprobeerd om een tankstation te overvallen in Ridderkerk. De verdachte is ’s avonds in het zwart gekleed en met een bivakmuts op het tankstation binnen gelopen. Daar heeft hij de kassamedewerkster bedreigd met een veerdrukpistool, waarbij hij meermalen de trekker heeft overgehaald, en heeft geprobeerd om geld en sigaretten weg te nemen. Vervolgens heeft hij zijn veerdrukpistool op een klant gericht die op dat moment het tankstation binnenliep en tegen hem gezegd dat hij zijn portemonnee moest geven. Dat het bij twee pogingen is gebleven, is te danken aan de klant van het tankstation die de verdachte heeft overmeesterd.
Het betreft twee ernstige strafbare feiten en de rechtbank rekent de verdachte dit zwaar aan. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van dergelijke gewelddadige (pogingen tot) overvallen zich vaak nog langdurig angstig en onveilig voelen. Nog afgezien van de angst die het dreigen met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp teweegbrengt, is het voor de medewerkster van het tankstation ook beangstigend dat zij vanwege haar werk steeds terug moet keren naar de plek waar de dreiging met het geweld op haar is uitgeoefend. Ook voor het andere slachtoffer was deze situatie beangstigend. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring en uit dat wat door en namens het slachtoffer op de zitting naar voren is gebracht, blijkt dat het gebeurde een zeer grote impact heeft gehad op het leven van het slachtoffer en dit nog steeds heeft. Daarnaast draagt dit soort feiten bij aan gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving. Hoewel de verdachte naar eigen zeggen deze feiten niet voor het geld heeft gepleegd, maar dat zijn handelen was bedoeld als een schreeuw om hulp, heeft hij een volstrekt verkeerde keuze gemaakt door twee ernstige strafbare feiten te plegen en hiermee onschuldige burgers leed te bezorgen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
6 oktober 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
Psycholoog drs. A.M.I. Peelenheeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 13 oktober 2023. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een normoverschrijdende gedragsstoornis, een cannabisverslaving en ouder-kindrelatieproblematiek. De beperkte morele ontwikkeling, het zelfbepalende gedrag en de geringe copingstrategieën om oplossingen voor zijn problemen te bedenken, leiden tot impulsief en antisociaal gedrag. De verdachte is niet geneigd zich te verplaatsen in de ander of zijn gedrag af te stemmen op een ander. Daarnaast laat de verdachte zich niet (meer) sturen en begeleiden door zijn ouders, waardoor zij hun pedagogisch gezag niet meer kunnen uitoefenen en de verdachte zijn eigen gang gaat. De psycholoog adviseert gelet op het bovenstaande om de ten laste gelegde feiten in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Zonder inzet van verdere begeleiding en / of behandeling bestaat er een hoog recidiverisico op soortgelijk gedrag. Risicofactoren zijn dat de verdachte onvoldoende steunend netwerk heeft, beperkt kan mentaliseren, geringe copingvaardigheden en een beperkte morele ontwikkeling heeft en zelfbepalend gedrag vertoont. Voor een gunstige ontwikkeling van de verdachte en afname van de risicofactoren wordt een integrale afstemming en behandeling op verblijf, scholing/werk en dagbesteding geadviseerd. Het is belangrijk dat de verdachte intensieve behandeling gaat krijgen gericht op traumaverwerking, cannabisverslaving, het ontwikkelen van mentaliserend en reflectief vermogen, het aanleren van alternatieve copingstrategieën en het aanleren van prosociale gedragsalternatieven. Gezien de nog zeer jonge leeftijd van de verdachte is het belangrijk om zijn ouders bij de behandeling te betrekken en te blijven bezien of de verdachte terug kan naar de thuissituatie.
De psycholoog adviseert om bovenstaande als bijzondere voorwaarden op te leggen in het kader van jeugdreclasseringstoezicht bij een voorwaardelijk strafdeel.
De Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 oktober 2023. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De verdachte is een kwetsbare jongen die complexe problematiek heeft. Een beschermende factor is dat de ouders zich inzetten om samen met de hulpverlening de verdachte te ondersteunen en te begeleiden in zijn ontwikkelingsbehoeften. Het recidive risico wordt hoog geschat. De verdachte kan door vaardigheidstekorten verkeerde keuzes maken als hij in spanningsvolle situaties terecht komt. Ondanks de begeleiding van de ouders, school en de hulpverlening lijkt de verdachte nauwelijks vooruitgang te boeken in het adequaat ontwikkelen van zijn vaardigheden. De Raad is van mening dat de onderliggende problemen moeten worden aangepakt. Hiervoor dient (trauma)behandeling en systeemgerichte hulp te worden ingezet. De bevindingen van de psycholoog sluiten goed aan bij de uitkomsten van het onderzoek van de Raad. Het is van belang dat de verdachte passende behandeling krijgt om daarmee het recidiverisico te verkleinen. Daarnaast is het belangrijk dat dit binnen de strakke kaders van de jeugdreclassering gebeurt.
De Raad adviseert een deels voorwaardelijke jeugddetentie met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- meewerkt aan de hulp die geboden wordt door Zorg Hoop Liefde;
- meewerkt aan het volgen van dagbesteding bij Urban Skillsz en zich zal houden aan de afspraken en regels van Urban Skillsz;
- meewerkt aan behandeling van het FACT-jeugdteam van Fivoor, zolang en zo vaak als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- meewerkt aan de begeleiding van Next St3p en zich zal houden aan de afspraken en regels van Next St3p;
- meewerkt aan hulpverlening binnen het gezinssysteem;
- zich houdt aan een avondklok;
waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten Jeugdbescherming Rijnmond Rotterdam te Rotterdam opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond(hierna: de jeugdreclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 1 november 2023. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte is, nadat zijn voorlopige hechtenis op 6 oktober 2023 is geschorst, geplaatst bij Zorg Hoop Liefde. Ook is hij gestart bij Urban Skillsz. De behandeling van Fivoor was al gestart tijdens het verblijf in de justitiële jeugdinrichting De Hartelborgt en is voortgezet bij Zorg Hoop Liefde. Daarnaast heeft de verdachte contact met de jongerencoach van Next St3p. Hij ervaart de contacten als ondersteunend.
De jeugdreclassering kan zich vinden in het advies van de Raad en de geadviseerde bijzondere voorwaarden.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en wat ter zitting naar voren is gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Toerekeningsvatbaarheid
De conclusie van de psycholoog wordt gedragen door haar bevindingen. De rechtbank neemt die conclusie over en maakt die tot de hare. Nu bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens die ook aanwezig waren ten tijde van de tenlastegelegde feiten acht de rechtbank de verdachte voor deze feiten verminderd toerekeningsvatbaar.
Straf
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij het bepalen van de hoogte van deze jeugddetentie houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte in zijn verklaringen bij de politie en ter zitting openheid van zaken heeft gegeven. Hij heeft laten blijken dat hij begrijpt dat zijn handelen niet goed was en heeft zijn excuses aangeboden aan het ter zitting aanwezige slachtoffer [slachtoffer02] . Bovendien stelt hij zich open voor hulpverlening. Ook houdt de rechtbank in het voordeel van de verdachte rekening met zijn zeer jeugdige leeftijd.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat het onvoorwaardelijke deel van de jeugddetentie niet langer moet zijn dan de duur die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Mede gelet op de rapportages van de psycholoog, de Raad en de jeugdreclassering, waarin bijzondere voorwaarden worden geadviseerd, zal de rechtbank de jeugddetentie deels voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. De rechtbank acht het van groot belang dat de hulpverlening die inmiddels is ingezet, voortgezet wordt. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij

Ter zake van het ten laste gelegde feit heeft [slachtoffer02] zich voorafgaand aan de zitting als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 2.750,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Op de terechtzitting heeft de verdachte zijn excuses aangeboden aan het slachtoffer. Het slachtoffer heeft de excuses aanvaard en heeft, ondanks de grote impact van het feit op zijn leven, begrip getoond voor de situatie van de verdachte en zijn ouders. Het slachtoffer heeft vervolgens zijn vordering tot schadevergoeding ingetrokken.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 45, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 170 (honderdzeventig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot
35 (vijfendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op twee jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zijn medewerking zal verlenen aan de plaatsing bij Zorg Hoop Liefde en zich daar zal houden aan de regels en afspraken;
- zijn medewerking zal verlenen aan het volgen van dagbesteding bij Urban Skillsz en zich zal houden aan de afspraken en regels van Urban Skillsz;
- zijn medewerking zal verlenen aan behandeling van het FACT-team van Fivoor, zolang en zo vaak als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zijn medewerking zal verlenen aan de begeleiding van Next St3p en zich zal houden aan de afspraken en regels van Next St3p;
- meewerkt aan hulpverlening binnen het gezinssysteem;
- zich zal houden aan een avondklok voor de maximale duur van zes maanden of zoveel korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht. Deze avondklok houdt in dat de veroordeelde dagelijks om 18:00 uur thuis zal zijn en thuis zal blijven tot de volgende ochtend 07:00 uur. Deze tijdstippen van de avondklok kunnen worden gewijzigd door de jeugdreclassering, in die zin dat de veroordeelde in dat geval ’s avonds later thuis mag komen en ’s ochtends eerder van huis mag;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.L. Pöll, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. A. van Luijck en A.M.T.A. Verhagen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 november 2023.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij
op of omstreeks 24 mei 2023
te Ridderkerk
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
geld en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan Shell Station Ridderkerk, in elk geval aan een ander toebehoorde(n), weg
te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze
voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] ,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht
en/of gericht gehouden op die [slachtoffer01] en/of (vervolgens) meermalen het
vuurwapen, althans het op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft doorgeladen
en/of de trekker heeft overgehaald en/of
- meermalen, althans eenmaal heeft gerukt/getrokken aan
eendeur, teneinde
toegang te krijgen tot de afgesloten ruimte alwaar die [slachtoffer01] zich bevond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij
op of omstreeks 24 mei 2023
te Ridderkerk
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om geld, in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer02] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen
en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer02]
voornoemd,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft gericht
op die [slachtoffer02] en/of (hierbij)
- de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij je portemonnee", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.