In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. Verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij een percentage van zijn schulden zou aflossen. De schuldeisers Esso, BP en Texaco hebben echter geweigerd in te stemmen met deze regeling, omdat zij van mening zijn dat de vorderingen niet te goeder trouw zijn ontstaan en dat verzoeker niet het maximaal haalbare heeft aangeboden. De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de vorderingen van deze schuldeisers slechts een klein percentage van de totale schuldenlast uitmaken. Bovendien heeft een meerderheid van de schuldeisers, veertien van de zeventien, ingestemd met de aangeboden regeling. De rechtbank oordeelt dat de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers zwaarder wegen dan die van Esso, BP en Texaco. Daarom heeft de rechtbank besloten om de schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling en hen te veroordelen in de kosten van de procedure. Het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de aangeboden regeling een betere uitkomst zal bieden voor de schuldeisers.