In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een tussenvonnis in een civiele procedure tussen de Vereniging van Eigenaars (VvE) en AKM-Reales B.V. De VvE heeft de procedure aangespannen tegen AKM-Reales in verband met een geschil over de toegankelijkheid van een gebouw voor scootmobielen. De rechtbank moest beoordelen of de VvE over de benodigde procesmachtiging beschikte om deze procedure te voeren. De VvE stelde dat tijdens de algemene ledenvergadering op 1 november 2022 een machtiging was verleend aan het bestuur om juridische stappen te ondernemen tegen AKM-Reales. AKM-Reales betwistte dit en stelde dat er geen machtiging was gegeven voor een civiele procedure, maar enkel voor een arbitrageprocedure.
De rechtbank heeft de notulen van de vergadering van de VvE onderzocht en geconcludeerd dat er voldoende bewijs was dat de appartementseigenaren unaniem hadden ingestemd met het starten van een juridische procedure. De rechtbank oordeelde dat de VvE ontvankelijk was in haar vorderingen en dat de machtiging aan het bestuur van de VvE om de procedure te voeren, geldig was. AKM-Reales werd veroordeeld in de kosten van het incident, die zijn begroot op € 897,00, vermeerderd met wettelijke rente. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor een conclusie van antwoord van AKM-Reales op 17 januari 2024.