In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 10 november 2023, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot het ouderlijk gezag en de omgangsregeling van een minderjarige. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.N.M. Schep, heeft verzocht om beëindiging van het gezamenlijk ouderlijk gezag, terwijl de man, die ook aanwezig was, gemotiveerd verweer heeft gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sinds de aanvang van het gezamenlijk ouderlijk gezag gewijzigde omstandigheden zijn, die een beëindiging van het gezag rechtvaardigen. De communicatie tussen de ouders is ernstig verstoord, wat leidt tot een onaanvaardbaar risico voor de minderjarige. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is dat de vrouw alleen het ouderlijk gezag krijgt, zodat zij zonder strijd beslissingen kan nemen over de opvoeding.
Daarnaast is er een verzoek van de man om een omgangsregeling vast te stellen. De rechtbank heeft geconstateerd dat de eerder vastgestelde omgangsregeling niet uitvoerbaar is geworden, omdat de oma van de man niet langer als tussenpersoon wil fungeren. De rechtbank heeft besloten om de behandeling van de omgangsregeling aan te houden in afwachting van een hulpverleningstraject bij het Omgangshuis. Partijen zijn verzocht om deel te nemen aan dit traject, en de rechtbank zal de zaak pro forma aanhouden voor de duur van negen maanden. De beslissing over de proceskosten is uitgesteld tot er een eindbeslissing is genomen over de omgangsregeling.