ECLI:NL:RBROT:2023:12255

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
670260 / HA RK 23-1239
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning van de rechter in een civiele procedure

In de zaak met kenmerk 670260 / HA RK 23-1239 heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 december 2023 een verzoek tot verschoning van de rechter-plaatsvervanger, mr. A.J.M. van Sonsbeeck, toegewezen. De rechter-plaatsvervanger is in het dagelijks leven bedrijfsjurist bij een bank. De gedaagde in een incident heeft het standpunt ingenomen dat mogelijk vorderingen die tegen hem worden ingesteld verpand zijn aan die bank. Dit standpunt wordt kennelijk ook door de bank zelf ingenomen. Hierdoor kan de bank een belang hebben bij de uitkomst van de zaak, wat de schijn van partijdigheid van de rechter kan wekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de door de rechter aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval heeft de rechter zelf het verzoek tot verschoning ingediend, wat de rechtbank als een belangrijke factor heeft meegewogen in haar beslissing. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek tot verschoning toe te wijzen, zodat de rechter zich niet verder met de zaak hoeft te bemoeien.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 670260 / HA RK 23-1239
Beslissing van 13 december 2023
op het verzoek van:
mr. A.J.M. van Sonsbeeck,
rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Rotterdam, team handel en haven (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
Mr. [naam curator],
in haar hoedanigheid van curator in het faillissement van
1. [naam vennootschap 1] B.V.,
en
2. [naam vennootschap 2] B.V.,
beide statutair gevestigd te [plaats] ,
eiseres,
advocaat mr. R. Slotboom,
tegen
[naam gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaten mr. S.A.H.J. Warringa en mr. M.K. Tiemensma.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij de rechter is in behandeling de zaak tussen eiseres en gedaagde, beiden voornoemd, met kenmerk 649027 / HA ZA 22-979.
1.2.
Op 11 december 2023 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
2.1.1.
Aan de rechter is toebedeeld de mondelinge behandeling van de hiervoor omschreven zaak op 21 december 2023. In het dagelijkse leven is de rechter bedrijfsjurist bij [naam bank] . Bij het lezen van de stukken heb ik vastgesteld dat gedaagde in een incident het standpunt heeft ingenomen dat mogelijk (een aantal van) de vorderingen die tegen hem worden ingesteld aan [naam bank] verpand zijn. Kennelijk heeft [naam bank] zich ook op dat standpunt gesteld. [naam bank] zou dan in theorie een belang kunnen hebben bij de uitkomst van deze zaak, namelijk bij toewijzing van vorderingen. Daardoor zou de schijn van partijdigheid kunnen bestaan als de rechter de zaak mee behandelt. De rechter meent dan ook dat het hem niet vrij staat de zaak (mee) te behandelen.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. A.J.M. van Sonsbeeck zich in de civielrechtelijke procedure van eiseres tegen gedaagde, beiden voornoemd, met kenmerk 649027 / HA ZA 22-979 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.R. Roukema, voorzitter, mr. M.C. Franken en
mr. A.J.M. van Breevoort, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier ondertekend op 13 december 2023.