Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
[accountnaam01]en
[accountnaam02]. De verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de gebruiker was van dit laatste account. Uit de chatberichten in het dossier volgt dat de gespreksdeelnemers elkaar (goed) kennen, elkaar vertrouwen met uitzonderlijk grote sommen geld en van elkaar weten wie welke taak heeft. De gesprekken geven blijk van een zekere routine, waarbij men vaak aan een half woord genoeg heeft en instructies worden even kort en zakelijk gegeven als dat zij worden opgevolgd. In de stashwoning is een geldtelmachine in beslag genomen. Uit onderzoek aan deze geldtelmachine blijkt dat daarmee 219.568 bankbiljetten zijn geteld.
[accountnaam02]veelvuldig contact gehad met de gebruiker van het Encro-account
[accountnaam01], waarvan inmiddels is bewezen dat de medeverdachte [medeverdachte01] daarvan gebruik maakte (rechtbank Rotterdam, 6 september 2022, ECLI:NL:RBROT:2022: 7505).
[accountnaam02]en
[accountnaam01]blijkt dat de verdachte in opdracht van
[accountnaam01]gedurende een periode van ruim zes weken meer dan 50 geldtransporten heeft uitgevoerd. Zo moest hij vaak geld vanuit de stashlocatie ophalen en dit vervolgens vervoeren naar een concreet aan hem door
[accountnaam01]via EncroChat verstrekt adres. Soms moest hij juist geld ophalen bij een aan hem eveneens via EncroChat verstrekt adres. De verdachte koppelde na het uitvoeren van de geldtransporten steeds terug aan die
[accountnaam01]dat het transport was geslaagd en of er nog bijzonderheden waren. De verdachte onderhield daarnaast via EncroChat contact met de stashbewaker die communiceerde via het Encro-account
[accountnaam03]. Die stashbewaker heeft de door onder meer de verdachte gereden geldtransporten nauwgezet bijgehouden in een administratie. De verdachte ontving voor zijn werkzaamheden als geldkoerier een geldelijke vergoeding.
19 april2020 te [plaats01] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben
zij, verdachte enzijn mededaders, van meerdere geldbedragen, te weten:
- een geldbedrag van in totaal €
- een geldbedrag van in totaal €
- een geldbedrag van in totaal €
- een geldbedrag van in totaal €
4 maart2020 tot en met
19 april2020 te [plaats01] , althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere [medeverdachte01] welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
11 (elf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;
- een geldbedrag van in totaal €16.608.045 (inkomend van 4 maart 2020 tot en met 29 april 2020) en/of;
- een geldbedrag van in totaal €4.568.890 (uitgaand van 4 maart 2020 tot en met 29 april 2020) en/of;
- een geldbedrag van in totaal €12.579.380 (aangetroffen op 1 mei 2020)
- een geldbedrag van in totaal €16.608.045 (inkomend van 4 maart 2020 tot en met 29 april 2020) en/of;
- een geldbedrag van in totaal €4.568.890 (uitgaand van 4 maart 2020 tot en met 29 april 2020) en/of;
- een geldbedrag van in totaal €12.579.380 (aangetroffen op 1 mei 2020)