Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker01] ontvangen op 29 september 2023, met bijlagen;
- de mails van [verzoeker01] van 6 november 2023, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2023, heeft verzoeker, aangeduid als [verzoeker01], een verzoek ingediend tegen YunExpress Europe B.V. over de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Verzoeker was sinds 1 september 2020 in dienst als IT Projectmanager en had een tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigde op 31 augustus 2023. Na een melding van bedreigingen op de werkplek heeft YunExpress de arbeidsovereenkomst opgezegd. Verzoeker was het niet eens met deze opzegging en maakte aanspraak op verschillende vergoedingen.
De kantonrechter heeft de gefixeerde schadevergoeding afgewezen, omdat de opzegging niet in strijd was met de opzegtermijn, maar wel in strijd met de instemming van verzoeker. De transitievergoeding werd toegewezen en berekend op € 5.792,96 bruto. Daarnaast werd een billijke vergoeding toegekend van € 34.000,- bruto, omdat YunExpress in strijd met de wet de arbeidsovereenkomst had opgezegd zonder instemming van verzoeker. De kantonrechter oordeelde dat YunExpress onvoldoende zorgvuldigheid had betracht in de omgang met de melding van bedreigingen door verzoeker.
De proceskosten werden vastgesteld op € 1.486,-, die door YunExpress moesten worden vergoed. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat verzoeker direct recht heeft op de vergoedingen, ondanks mogelijke hoger beroep procedures. De kantonrechter heeft al het andere afgewezen.