Op 8 november 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een dwangakkoord heeft aangevraagd om haar schuldeisers te dwingen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. Verzoekster, die kampt met mentale gezondheidsproblemen en een grote afstand tot de arbeidsmarkt, heeft op 5 september 2023 een verzoek ingediend op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. Tijdens de zitting op 1 november 2023 was de weigerende schuldeiser niet aanwezig, terwijl verzoekster telefonisch was verbonden vanwege haar medische situatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster dertien schuldeisers heeft, met een totale schuldenlast van € 17.918,18. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden die voorziet in een betaling van 38,3% aan de preferente schuldeisers en 19,2% aan de concurrente schuldeisers. Twaalf van de dertien schuldeisers hebben ingestemd met deze regeling, maar één schuldeiser heeft geweigerd, omdat zij het aangeboden bedrag te laag vond.
De rechtbank heeft de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers afgewogen tegen de belangen van de weigerende schuldeiser. De rechtbank concludeert dat de aangeboden regeling het uiterste is wat verzoekster kan bieden, gezien haar financiële situatie en de kosten die verbonden zijn aan een wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van verzoekster en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van de weigerende schuldeiser. Daarom heeft de rechtbank het verzoek om de weigerende schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en de kosten van de procedure aan de weigerende schuldeiser opgelegd. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat verzoekster niet in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen.