ECLI:NL:RBROT:2023:12123

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
10/207844-23 vordering TUL VV: 10/060846-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met bedreiging en afpersing bij tankstation

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 14 december 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal vergezeld van bedreiging met geweld en afpersing. De verdachte heeft op 18 augustus 2023 een overval gepleegd bij een tankstation in Rotterdam, waarbij hij de medewerkster heeft bedreigd en gedwongen tot het afgeven van geld en sigaretten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de medewerkster heeft bedreigd met geweld door over de toonbank te springen, haar vast te pakken en haar te dwingen de kassalade te openen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een alcoholverbod. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf gelast, omdat de verdachte tijdens de proeftijd nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/207844-23
Parketnummer vordering TUL VV: 10/060846-23
Datum uitspraak: 14 december 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in [detentieadres01],
raadsman mr. G. Ozveren, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.P.L. van Loon heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering
in het over de verdachte opgemaakte rapport van 15 november 2023.
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/060846-23.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht de tenlastegelegde diefstal vergezeld van (bedreiging met) geweld en afpersing wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van de bij beide feiten ten laste gelegde gedraging “door tegen die [slachtoffer01] aan te gaan staan waarbij die [slachtoffer01] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in haar bovenbeen voelde prikken”. Hij heeft zich onder meer gebaseerd op de verklaring van de verdachte, de aangifte, de camerabeelden van het tankstation en de verklaring van getuige [getuige01].
4.1.2.
Standpunt verdediging
De onder 1 tenlastegelegde diefstal kan bewezen worden, met uitzondering van het tenlastegelegde geweld en dreigen met geweld. De verdachte heeft bekend dat hij over de toonbank is gesprongen en dat hij geld en sigaretten heeft gestolen, maar hij ontkent aangeefster hierbij te hebben afgeperst of bedreigd. De verdachte heeft enkel gevraagd om de kassa te openen en om hem daarna te helpen met de sigaretten. Gelet hierop dient de verdachte van de onder 2 tenlastegelegde afpersing te worden vrijgesproken.
4.1.3.
Beoordeling
De verdachte heeft bekend dat hij geld en sigaretten heeft gestolen van het tankstation door over de toonbank te springen. De aangeefster, die op dat moment achter de toonbank stond, heeft verklaard dat de verdachte ineens voor haar neus stond, zijn arm om haar heen sloeg en hem hoorde zeggen: ‘als jij om hulp roept of een knop indrukt dan sla ik je hier ter plekke neer’ en ‘doe de kassalade open’.
Nadat de verdachte zijn zakken met geld had gevuld, draaide de verdachte zich om, pakte een plastic tas uit zijn zak en zei tegen haar: ‘begin met vullen’ en ‘als je nu niet gaat vullen da blijf ik niet meer beleefd of vriendelijk’.
Getuige [getuige01] heeft verklaard dat hij de verdachte achter de toonbank zag staan en dat hij zeer dicht tegen de aangeefster aanstond.
Op de camerabeelden van het tankstation is onder andere te zien dat de verdachte over de toonbank klom en direct op de aangeefster afliep, waarna hij dicht tegen haar aan ging staan. De aangeefster stond met haar buik tegen de toonbank en de verdachte stond achter haar waarbij hij zijn linkerhand naast haar op de toonbank plaatste. Nadat de aangeefster de kassalade voor de verdachte had geopend, graaide hij met zijn rechterhand geld uit de lade. De aangeefster kon hierbij geen kant op. Vervolgens draaide de verdachte zich om en pakte met zijn rechterhand de aangeefster vast richting de rookwaar. De verdachte opende een witte tas waarna de aangeefster en de verdachte pakjes sigaretten uit de schappen pakten en in de tas van de verdachte stopten.
Voor de rechtbank staat vast dat uit vorenstaande blijkt dat de aangeefster zich door het handelen van de verdachte gedwongen voelde de kassa te openen en de sigaretten in de tas van de verdachte te doen. Tevens volgt uit vorenstaande dat hierbij sprake is geweest van bedreiging met geweld. Bedreiging met geweld kan, naast de hieronder bewezenverklaarde verbale bedreiging, immers ook worden aangenomen wanneer een dader door zijn gedrag een dermate dreigende situatie heeft gecreëerd dat de vrees van het slachtoffer voor geweld van de zijde van de verdachte gerechtvaardigd is. Daarvan is hier sprake. Bovendien hecht de rechtbank meer geloof aan de verklaring van de aangeefster over de bedreigende woorden die de verdachte heeft geuit dan aan de verklaring van de verdachte dat hij haar vriendelijk heeft gevraagd mee te werken. Daarbij speelt een rol dat de verdachte over dit incident heeft verklaard dat hij dronken was en dit nooit was gebeurd zonder gebruik van alcohol.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een diefstal vergezeld van bedreiging met geweld van geld en sigaretten en dat hij de aangeefster heeft gedwongen tot afgifte van pakjes sigaretten.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de bij beide feiten ten laste gelegde gedraging “door tegen die [slachtoffer01] aan te gaan staan waarbij die [slachtoffer01] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in haar bovenbeen voelde prikken” niet is bewezen. De verdachte zal hiervan partieel worden vrijgesproken.
4.1.4.
Conclusie
Het onder feit 1 en 2 tenlastegelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 18 augustus 2023 te Rotterdam, een geldbedrag en pakjes sigaretten, die aan tankstation BP (aan de [adres02]) toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door:
- over de toonbank heen te springen en- een arm om die [slachtoffer01] heen te slaan en die [slachtoffer01] vast te pakken en
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "als jij om hulp roept of op een knop drukt dan sla ik je hier ter plekke neer" en "doe de kassalade open" en "begin met vullen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "als je nu niet gaat vullen dan blijf ik niet meer beleefd of vriendelijk", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2
hij op 18 augustus 2023 te Rotterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen tot de afgifte van pakjes sigaretten, die geheel aan tankstation BP (gevestigd aan de [adres02]) toebehoorden, door:
- over de toonbank heen te springen en
- een arm om die [slachtoffer01] heen te slaan en die [slachtoffer01] vast te pakken en
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "als jij om hulp roept of op een knop drukt dan sla ik je hier ter plekke neer" en "doe de kassalade open" en "begin met vullen" althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "als je nu niet gaat vullen dan blijf ik niet meer beleefd of vriendelijk", althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
De voortgezette handeling van de feiten:
1.
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
2.
afpersing.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft een jonge vrouw, die pas haar derde werkdag bij het tankstation had, gedwongen tot afgifte van een geldbedrag uit de kassalade en sigaretten. Om het slachtoffer hiertoe te bewegen heeft de verdachte haar bedreigd. Met zijn handelen heeft hij een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. De verdachte heeft zijn zucht naar buit voorop laten staan en daarbij geen enkel oog gehad voor de nadelige gevolgen voor het slachtoffer. Voor het slachtoffer moet het een zeer beangstigende ervaring zijn geweest. Een dergelijke overval zorgt daarnaast ook maatschappelijk voor gevoelens van onrust en onveiligheid. De verdachte is hiervoor verantwoordelijk. De rechtbank rekent dat de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
7 november 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor gewelds- en vermogensfeiten. Dit weegt de rechtbank in het nadeel van de verdachte mee.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
15 november 2023. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering ziet, gelet op de aard van het ten laste gelegde delict, eventuele risico verhogende factoren in de leefgebieden middelengebruik en het psychosociaal functioneren,
waarbij bij het laatste gedacht moet worden aan het maken van verkeerde keuzes en het
onvoldoende nadenken over zijn handelen en de mogelijke gevolgen ervan. Hierbij moet gedacht worden aan het drinken van alcohol en de invloed die dat op hem en zijn handelen blijkt te hebben.
De reclassering schat in dat het risico op recidive en letsel gemiddeld-hoog is en het risico op onttrekken aan voorwaarden laag.
Concreet adviseert de reclassering het opleggen van een (deels) voorwaardelijke straf met daarbij de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, begeleid wonen, een alcoholverbod, een locatieverbod, dagbesteding en de verplichting om mee te werken aan hulp bij praktische zaken.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport en betrokken bij de op te leggen straf.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen voornoemde omstandigheden en op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank komt daarmee tot een straf zoals de officier van justitie heeft geëist.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De proeftijd zal hierbij op drie jaar worden gesteld. Anders dan is geadviseerd, ziet de rechtbank geen aanleiding de verdachte te verplichten mee te werken aan de door de reclassering geadviseerde andere voorwaarde betreffende het gedrag, omdat deze bijzondere voorwaarde onvoldoende concreet is.

8.Vordering tenuitvoerlegging

8.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 25 mei 2023 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van mishandeling veroordeeld voor zover van belang tot een taakstraf voor de duur van 40 uur, waarvan een gedeelte groot 20 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 9 juni 2023.
8.2.
Standpunt officier van justitie/Standpunt verdediging
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot gehele toewijzing van de vordering.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde straf.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 56, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. De veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met de veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak.
2. De veroordeelde laat zich behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De behandeling richt zich op het alcoholgebruik, het delictgedrag en het voorkomen daarvan. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
3. De veroordeelde verblijft in een instelling voor begeleid wonen, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
4. De veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
5. De veroordeelde bevindt zich niet bij of in de directe omgeving van het
BP tankstation aan [adres02], zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
6. De veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk met een vaste structuur. Zo nodig met hulp van een daartoe aangewezen organisatie, dit ter beoordeling van de reclassering. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen van die organisatie.
Verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 25 mei 2023 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de duur van
20 ( twintig) uren.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. van der Groen, voorzitter,
en mrs. P.E. van Althuis en J. van de Klashorst, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Kroes, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, een geldbedrag en/of pakjes sigaretten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan tankstation BP (aan de [adres02]), in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- over de toonbank heen te springen en/of
- een arm om die [slachtoffer01] heen te slaan en/of die [slachtoffer01] vast te pakken en/of
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "als jij om hulp roept of op een knop drukt dan sla ik je hier ter plekke neer" en/of "doe de kassalade open" en/of "begin met vullen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- door tegen die [slachtoffer01] aan te gaan staan waarbij die [slachtoffer01] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in haar bovenbeen voelde prikken en/of
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "als je nu niet gaat vullen dan blijf ik niet meer beleefd of vriendelijk", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen tot de afgifte van pakjes sigaretten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan tankstation BP (gevestigd aan de [adres02]) en/of een derde toebehoorde(n), door:
- over de toonbank heen te springen en/of
- een arm om die [slachtoffer01] heen te slaan en/of die [slachtoffer01] vast te pakken en/of
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "als jij om hulp roept of op een knop drukt dan sla ik je hier ter plekke neer" en/of "doe de kassalade open" en/of "begin met vullen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- door tegen die [slachtoffer01] aan te gaan staan waarbij die [slachtoffer01] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in haar bovenbeen voelde prikken en/of
- die [slachtoffer01] de woorden toe te voegen: "als je nu niet gaat vullen dan blijf ik niet meer beleefd of vriendelijk", althans woorden van gelijke aard en/of strekking.