ECLI:NL:RBROT:2023:12108

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
AWB-23_889
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing energietoeslag aanvraag voor studenten door gemeente Rotterdam

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een uitwonende student en alleenstaande moeder, tegen de afwijzing van haar aanvraag om een eenmalige energietoeslag. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen op 10 juni 2022, en het bezwaar van eiseres werd op 9 februari 2023 eveneens afgewezen, ondanks een negatief advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie. Eiseres heeft op 2 mei 2022 een aanvraag ingediend, maar het college stelde dat zij als student recht heeft op studiefinanciering en daarom niet tot de doelgroep voor de energietoeslag behoort.

Tijdens de zitting op 24 november 2023 heeft eiseres betoogd dat zij alleen verantwoordelijk is voor de kosten in haar huishouden, inclusief de stijgende energieprijzen, en dat het beleid van het college onrechtvaardig is. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van 2 oktober 2023, waarin werd geoordeeld dat de categoriale uitsluiting van studenten van de energietoeslag niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen, maar constateert ook een motiveringsgebrek in het bestreden besluit. Dit gebrek wordt gepasseerd omdat eiseres niet benadeeld lijkt te zijn door dit gebrek.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar bepaalt dat het college het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter mr. S. Veling en is openbaar uitgesproken op 20 december 2023. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/889

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 december 2023 in de zaak tussen

[naam] , uit Rotterdam, eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, het college

(gemachtigde: mr. D.J.J. Straver).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een eenmalige energietoeslag.
1.2.
Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 10 juni 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 9 februari 2023 op het bezwaar van eiseres is het college, in afwijking van het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie, bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3.
Eiseres heeft beroep ingesteld. Het college heeft hierop gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 24 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en, namens het college, de gemachtigde en W. van Leeuwen.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiseres is een uitwonende student en ontvangt studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). Ze is een alleenstaande moeder met drie kinderen. Eiseres heeft op 2 mei 2022 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat eiseres als student recht heeft op studiefinanciering en daarom niet behoort tot de doelgroep van de energietoeslag.
3. Eiseres heeft aangevoerd dat ze alleen opdraait voor alle kosten in het huis en dus ook voor de stijgende energieprijzen. Ze stelt recht te hebben op de energietoeslag omdat ze op zichzelf woont en kinderen heeft. Volgens eiseres is het beleid van het college en de overheid onrechtvaardig.
4. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage, die bij deze uitspraak hoort.
5. In de uitspraken van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 2 oktober 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:9079 en ECLI:NL:RBROT:2023:9080) is – samengevat – het volgende overwogen. Het uitsluiten van studenten van het recht op de eenmalige energietoeslag is niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Verweerder heeft voldoende onderbouwd dat, voor wat betreft de woonsituatie en de stijging van de energiekosten, de situatie van studenten als groep niet vergelijkbaar is met de situatie van de groep lage inkomens in het algemeen. De categoriale uitsluiting van studenten is legitiem, doelmatig en proportioneel.
6. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd, geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. De rechtbank oordeelt daarom dat het college de aanvraag om een eenmalige energietoeslag terecht heeft afgewezen. Voor de motivering van dit oordeel verwijst de rechtbank naar de uitspraken van 2 oktober 2023.
7. Evenals in de zaken van de genoemde uitspraken van 2 oktober 2023 heeft het college de categoriale uitsluiting van studenten, en daarmee de afwijzing van de aanvraag van eiseres, pas in het verweerschrift voldoende gemotiveerd. Dit betekent dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek bevat. De rechtbank ziet echter aanleiding om dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te passeren, nu aannemelijk is dat eiseres door dit motiveringsgebrek niet is benadeeld.
8. De rechtbank merkt nog het volgende op. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de afwijzing proportioneel is omdat de individuele bijzondere bijstand de eventuele nadelige gevolgen van de uitsluiting voor de energietoeslag ondervangt (zie hierover ook de genoemde uitspraken van 2 oktober 2023). Ter zitting heeft eiseres gesteld dat zij geen aanvraag om bijzondere bijstand heeft gedaan. In het geval zij dat alsnog doet, zal het college daarover een besluit moeten nemen, waartegen bezwaar en beroep openstaan.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. De rechtbank zal vanwege het motiveringsgebrek in het bestreden besluit bepalen dat het college het door eiseres betaalde griffierecht aan haar dient te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Veling, rechter, in aanwezigheid van R.P. Evegaars, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 december 2023.
De griffier is
verhinderd te tekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage

Participatiewet
Artikel 35, vierde lid
In afwijking van het eerste lid kan tot en met 30 juni 2023 bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had.
Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Rotterdam 2022
Artikel 2, eerste lid
Het college kan het huishouden dat in de maand januari van het jaar 2022 over inkomen beschikt, dat niet meer bedraagt dan 140% van de op het huishouden van toepassing zijnde bijstandsnorm, genoemd in artikel 21 of 22 van de wet, op aanvraag een energietoeslag ter hoogte van € 1.300,- toekennen.
Artikel 2, vijfde lid, aanhef en onder c
Uitgesloten van de toekenning van de energietoeslag is de persoon van het huishouden die op de aanvraagdatum studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet Studiefinanciering 2000.