Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen 1 t/m 21, ontvangen op 30 augustus 2023;
- het verweerschrift met bijlagen 1 t/m 10;
- de brief van 3 november 2023 namens [verzoekster01] met bijlagen 22 en 23;
- de brief van 6 november 2023 namens [verzoekster01] met bijlagen 24 t/m 31;
- de spreekaantekeningen van mr. Tavasszy.
- [verzoekster01] met mr. Tavasszy;
- namens Toolstation [naam01] (HR directeur) en [naam02] (marketingdirecteur) met mr. Harlaar.
2.De beoordeling
overwegend nietwerk gerelateerd zijn. Alleen in het verslag van 11 oktober 2021 wordt vermeld dat het herstel/de re-integratie van [verzoekster01] wordt belemmerd door werk gerelateerde omstandigheden, dat de werkgever en de werknemer samen het einddoel van de re-integratie moeten bepalen en dat wordt geadviseerd om mediation op te starten, hetgeen de werkgever ook heeft gedaan conform het advies van de bedrijfsarts. Die belemmering in het herstel/de re-integratie betekent niet zonder meer dat de klachten zijn verergerd door toedoen van de werkgever en ook niet dat [verzoekster01] door die belemmering meteen twee jaar onafgebroken arbeidsongeschikt is geraakt zonder kans op herstel. In oktober 2021 is nog helemaal geen opzegging vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid in beeld en is de prognose ook nog onduidelijk. Dat [verzoekster01] in november 2021 een terugval heeft gehad vanwege de – in de visie van [verzoekster01] : op beëindiging van het dienstverband aansturende – vraagstelling van Toolstation aan de mediator kan op basis van de verslagen niet worden aangenomen. Volgens de bedrijfsarts zijn de immers klachten ernstig en toegenomen, maar overwegend niet werk gerelateerd (verslag bedrijfsarts 11 oktober 2021). In januari 2022 is de opzeggingsgrond ook nog niet in beeld, aangezien herstel volgens de bedrijfsarts een aantal maanden zou duren en dat valt ruim binnen de termijn van 104 weken. [verzoekster01] heeft geen andere stukken overgelegd die haar standpunt over het causaal verband ondersteunen.
.