ECLI:NL:RBROT:2023:12050

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
C/10/669299 / JE RK 23-2711
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige zorgen om veiligheid

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 29 november 2023, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, aangeduid als [kind01]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, Zuid-Holland, die ernstige zorgen heeft over de veiligheid en ontwikkeling van [kind01]. De minderjarige, geboren in 2007, verblijft momenteel op een gesloten groep en kampt met psychiatrische problematiek en zelfbepalend gedrag. De kinderrechter heeft eerder op 23 november 2023 een spoedmachtiging verleend voor een tijdelijke opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, die nu wordt verlengd voor een periode van drie maanden, tot 23 februari 2024.

De procedure omvatte een mondelinge behandeling met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, haar ouders, en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De ouders hebben ingestemd met het verzoek voor gesloten jeugdhulp, waarbij de moeder benadrukt dat het belangrijk is dat [kind01] de hulp krijgt die zij nodig heeft, en de vader zijn betrokkenheid bij de zorg voor [kind01] heeft uitgesproken. De kinderrechter oordeelt dat de opname noodzakelijk is om de ontwikkeling van [kind01] te beschermen en om te voorkomen dat zij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De beslissing is genomen met het oog op de veiligheid van zowel [kind01] als haar ouders, gezien eerdere escalaties in de thuissituatie.

De kinderrechter heeft de machtiging verleend met ingang van 21 december 2023, en benadrukt dat zodra er een passende verblijfsplek beschikbaar is, de minderjarige kan worden overgeplaatst. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/669299 / JE RK 23-2711
Datum uitspraak: 29 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, Zuid-Holland,
gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
over
[kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2007 in [geboorteplaats01], hierna te noemen: [kind01],
advocaat: mr. M. van Eck, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats01],
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats02].

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • De beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 23 november 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 26 november 2023;
  • de medische stukken, binnengekomen bij de rechtbank op 28 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 29 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [kind01], die voorafgaand aan de zitting ook afzonderlijk is gehoord in het bijzijn van haar advocaat;
  • de moeder;
  • de vader;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04].

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [kind01].
2.2.
[kind01] verblijft op een gesloten groep bij [instelling01].
2.3.
Bij beschikking van 11 april 2023 is de ondertoezichtstelling van [kind01] verlengd tot 16 april 2024.
2.4.
Bij beschikking van 23 november 2023 is een spoedmachtiging om [kind01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven verleend voor de duur van vier weken.

3.Het aangehouden verzoek

3.1.
De GI verzoekt een spoedmachtiging om [kind01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Dit verzoek is reeds verleend. Aansluitend verzoekt de GI een machtiging om [kind01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden. Thans dient beslist te worden op de periode tot 23 februari 2024.

4.Het standpunt van de GI

De GI handhaaft het verzoek ter zitting. Er zijn ernstige zorgen over [kind01] en haar zelfbepalende gedrag, waardoor zij nu bij [instelling01] verblijft. Op dit moment geeft [kind01] aan de zorgen in te zien en mee te willen werken, maar eerder kon zij zichzelf niet in de hand houden waardoor hieraan getwijfeld wordt. Dit blijkt ook uit de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper. Het is daarom nodig dat optimaal gebruik wordt gemaakt van het gesloten kader van [instelling01]. Vanuit [instelling01] kan [kind01] verder stabiliseren, waarna zij kan starten met (trauma)behandeling. Hierbij wordt hulpverlening vanuit Ursula betrokken.

5.Het standpunt van de moeder

De moeder stemt in met het verzoek en zij geeft aan dat zij [kind01] de hulp gunt die zij nodig heeft. Een eetstoornis is heel ingrijpend en ingewikkeld. [kind01] kent hoge pieken en diepe dalen. Het is goed dat zij hulp kan krijgen vanuit een veilige plek. Het is daarbij belangrijk dat het verblijf niet langer duurt dan noodzakelijk, zodat [kind01] het leven waarin zij een goede start heeft gemaakt weer kan oppakken.

6.Het standpunt van de vader

De vader stemt in met het verzoek, omdat hij wenst dat [kind01] de hulp krijgt die zij nodig heeft en zolang dat nodig is. Dit betekent dat een verblijf in een gesloten instelling niet langer moet zijn dan nodig. Daarnaast wenst de vader dat het verblijf van [kind01] een plek is waar zij zich veilig voelt en waar het goed gaat. In de toekomst wil de vader meer betrokken zijn bij [kind01].

7.De mening van [kind01]

Door en namens [kind01] wordt verweer gevoerd tegen het verzoek en het volgende toegelicht. [kind01] begrijpt dat een gesloten plaatsing eerder nodig was. Maar zij vertrouwt er niet op dat [instelling01] haar de komende tijd de hulp kan bieden die zij nodig heeft, terwijl zij wel hulp wil. Het gaat tekeer in haar hoofd en de eetstoornis neemt haar soms over. Het lijkt nu alsof [kind01] door een plaatsing in een gesloten instelling gestraft wordt en dat haar (lage) zelfbeeld bevestigd wordt. Het is belangrijk dat zo snel mogelijk hulpverlening, zoals Ursula of de GGZ, betrokken raakt die kan onderzoeken of een gesloten plaatsing de juiste manier is voor [kind01]; dit temeer gelet op de omstandigheid dat bij [instelling01] doorgaans zelfbepalende kinderen verblijven en de vraag bestaat of [kind01] dat ook is.

8.De beoordeling

8.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is en overweegt daartoe het volgende.
8.2.
Er zijn al langere tijd ernstige zorgen over de ontwikkeling van [kind01]. Zij kampt met psychiatrische problematiek en er is sprake van zelfbepalend gedrag. Hierom zijn verschillende hulpverleningsinstanties betrokken bij [kind01]. Ondanks de ingezette hulpverlening, hebben de afgelopen tijd meerdere en steeds heftigere escalaties in de thuissituatie plaatsgevonden, waarbij [kind01] (fysiek) agressief is geweest tegen de moeder en waarbij de politie en de crisisdienst betrokken is geweest. [kind01] accepteerde echter geen gezag en wilde geen medewerking verlenen. Als gevolg hiervan zijn er grote zorgen over de veiligheid van [kind01] en van de moeder, waardoor [kind01] op 23 november 2023 met spoed in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp is geplaatst.
8.3.
Het belang van [kind01] staat te allen tijde voorop. Het is daarom belangrijk dat zij verder stabiliseert en rust ervaart, zodat zij de (trauma)behandeling kan krijgen die zij nodig heeft. Dit wensen alle betrokkenen ook voor haar. Om dit te bewerkstelligen is het noodzakelijk dat [kind01] voor nu bij [instelling01] verblijft. Dit komt mede doordat de langdurige gedragspatronen van [kind01] doorbroken moeten worden alvorens de hulpverlening voor haar psychiatrische problematiek kan starten. Dit volgt ook uit de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper. De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp daarom verlenen, en wel voor de periode van drie maanden. Zodra een volgende, passende verblijfsplek voor [kind01] beschikbaar is, waar zij ook de hulp kan krijgen die zij nodig heeft, dan hoeft uiteraard niet te worden gewacht totdat de machtiging is afgelopen.

9.De beslissing

De kinderrechter:
9.1.
verleent een machtiging om [kind01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 21 december 2023 tot 23 februari 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2023 door mr. M.P.G. Rietbergen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. V. Lankhaar als griffier, en op schrift gesteld op 7 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.