Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren.
4.Waardering van het bewijs
van een materiaal bevattendecocaïne
5.Strafbaarheid feiten
1. medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling, meermaals gepleegd;
4. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
5. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
benadeelde partijenhebben zich in dit strafproces gevoegd:
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlage
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren;
€ 7.500,00 (zegge: vijfenzeventighonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 7.500,00(hoofdsom,
zegge: vijfenzeventighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 7.500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
72 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro), bestaande uit tweemaal € 7.500,00 immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij02] en [benadeelde partij03] te betalen
€ 15.000,00
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
110 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 7.500,00 (zegge: vijfenzeventighonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij04] te betalen
€ 7.500,00(hoofdsom,
zegge: vijfenzeventighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 7.500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
72 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 20.317,51 (zegge: twintigduizend driehonderdzeventien euro en eenenvijftig cent), bestaande uit € 5.317,51 aan materiële schade en € 15.000,00 aan immateriële schade (tweemaal € 7.500,00), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij05] en [benadeelde partij06] te betalen
€ 20.317,51 (hoofdsom, zegge: twintigduizend driehonderdzeventien euro en eenenvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.317,51 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
136 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 35.921,91 (zegge: vijfendertigduizend negenhonderdeenentwintig euro en eenennegentig cent),bestaande uit € 20.921,91 aan materiële schade en € 15.000,00 aan immateriële schade (tweemaal
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij07] en [benadeelde partij08] te betalen
€ 35.921,91 (hoofdsom
, zegge: vijfendertigduizend negenhonderdeenentwintig euro en eenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 mei 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
214 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;