1
hij op 24 februari 2020 te Rotterdam als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen
dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met
dat motorrijtuig zeer onvoorzichtig en onoplettend en
onachtzaam en met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen geboden
zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de
Posthumalaan, welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
-met een snelheid van minimaal ongeveer 77.4 km/uur heeft gereden, zijnde een
hogere snelheid dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 km/u, -(aldaar) tegen een stalen geleidebarrier is gebotst of gereden en vervolgens de controle over zijn voertuig heeft verloren en niet in staat was het
verloop van de weg te volgen en
- vervolgens met zijn voertuig ongeveer 32 meter door de lucht is gevlogen en op het
weggedeelte bestemd voor het hem tegemoetkomende verkeer op zijn dak is
terechtgekomen en op zijn dak is doorgeschoven tegen een lantaarnpaal,
waardoor die [slachtoffer02] zwaar lichamelijk letsel (te weten bloeding tussen het
schedelbot en het harde hersenvlies aan de buitenkant van de hersenen, breuk in
achterhoofd schedelbot, breuk van het linker sleutelbeen) ,
en
waardoor die [slachtoffer01] zwaar lichamelijk letsel (te weten aangezichtsbreuk van het
rechter slaapbeen (doorlopend naar het middenoor en binnenoor),
aangezichtsbreuk van het rechter wandbeen, botbreuk van het rechter
kaakgewricht, hersenbloeding aan de rechterzijde van de hersenen (uitgebreid tot
de rechter-voorzijde van de hersenen), breuk van het linker dwarsuitsteeksel van de
4e nekwervel, klaplong van de bovenkwab van de linker long, borstbeenbreuk van
de borstkas) .