ECLI:NL:RBROT:2023:11918

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
10.089485.22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na stalking

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 december 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van stalking. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een vrouw gedurende bijna een half jaar heeft gestalkt. De officier van justitie heeft verzocht om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 168 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en een contactverbod met de aangeefster. Echter, de rechtbank heeft het advies van de psychiater, die de verdachte als ontoerekeningsvatbaar heeft beoordeeld, overgenomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte ten tijde van de feiten leed aan een psychische stoornis, waardoor hij niet volledig verantwoordelijk kon worden gehouden voor zijn daden. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat het bewezen verklaarde feit niet aan hem kon worden toegerekend. Dit besluit is genomen op basis van het psychiatrisch rapport en de omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank de conclusies van de psychiater voldoende onderbouwd achtte. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen ruimte is om een contactverbod op te leggen, aangezien de verdachte niet strafbaar is verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10.089485.22
Datum uitspraak: 7 december 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] (Iran) op [geboortedatum01] 1991,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
raadsman mr. G. Özveren, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 23 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A. Ekiz heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 168 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde een contactverbod met aangeefster [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 1994.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard. Bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij in de periode van 11 oktober 2021 tot en met 21 maart 2022 te Delft, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] , door op verschillende data in voormelde periode (onder meer) telkens
- veelvuldig, telefonisch contact te zoeken met die [slachtoffer01] en e- mailberichten en WhatsApp-berichten en Instagram-berichten en Linked-In berichten te versturen naar die [slachtoffer01] en
- zich op te houden in de onmiddellijke nabijheid van het werkadres van die [slachtoffer01] , te weten het bedrijf [bedrijf01] te Delft, en zich te melden bij de beveiliging en de ingang van [bedrijf01] te Delft en
- veelvuldig die [slachtoffer01] lastig te vallen, terwijl die [slachtoffer01] en [bedrijf01] meermalen te kennen hebben gegeven dat die [slachtoffer01] met rust gelaten wil/moet worden,
met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te doen, te dulden en
vrees aan te jagen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
Belaging.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

6.1.
Rapportage
De rechtbank heeft kennis genomen van het rapport van 17 juni 2022, opgemaakt door psychiater dr. B.A. Blansjaar. In zijn rapport komt de psychiater - kort en zakelijk weergegeven - tot de volgende conclusies.
De aan verdachte ten laste gelegde belaging is geheel voortgekomen uit ontremming, controleverlies en oordeels- en kritiekstoornissen veroorzaakt door een manische episode van een bipolaire stemmingsstoornis met psychotische kenmerken. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de verdachte al langere tijd verliefd was op aangeefster, maar voorafgaand aan zijn burn-out en zijn manisch psychotische decompensatie geen contact
met haar heeft gezocht. Pas tijdens die decompensatie is hij vanuit zijn gemengde gevoelens van verliefdheid en boosheid en frustratie over zijn arbeidsconflict door irreële denkbeelden met grandioze en achterdochtige inhoud en oordeels- en kritiekstoornissen tot de door hem bekende belaging gekomen.
De gedragskeuzen en gedragingen van de verdachte kwamen ten tijde van het ten laste gelegde geheel voort uit zijn manisch psychotische ziekteverschijnselen.
De psychiater adviseert de ten laste gelegde belaging bij bewezenverklaring in het geheel niet aan de verdachte toe te rekenen. Daarnaast concludeert de psychiater dat ambulante psychiatrische behandeling en begeleiding van de verdachte is aangewezen. De kans op recidive wordt als matig hoog ingeschat en om die te beperken adviseert de psychiater om de mogelijkheden voor een zorgmachtiging te onderzoeken.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
6.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangegeven dat er geen onderzoek naar de haalbaarheid van een zorgmachtiging is gedaan. De officier van justitie ziet ook geen aanleiding om dat alsnog te doen, nu er inmiddels een jaar is verstreken sinds het gepleegde feit en het kennelijk goed gaat met de verdachte. Ten aanzien van het advies om de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren, stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat dit advies niet begrijpelijk is, omdat er sprake was van wilsvrijheid bij de verdachte rondom het plegen van het strafbare feit. Dat volgt volgens de officier van justitie uit de inhoud van de berichten, waarin hij bijvoorbeeld sorry zegt nadat hij foto’s van messen had verstuurd. Bij de politie verklaarde hij dat hij de berichten verstuurde om de aandacht van aangeefster te krijgen. De wilsvrijheid was door de stoornis niet dusdanig ingeperkt dat de verdachte geen enkele wilsvrijheid had. De officier van justitie verzoekt de rechtbank het advies van de psychiater niet over te nemen. Het feit kan de verdachte hooguit in verminderde mate worden toegerekend.
6.3.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van de bevindingen in het psychiatrisch rapport vast dat bij de verdachte ten tijde van het bewezen feit sprake was van een psychische stoornis. Zij acht, met de verdediging, maar in tegenstelling tot de officier van justitie, de conclusie in het rapport voldoende onderbouwd. Het enkele feit dat er mogelijk op bepaalde momenten wel sprake was van enig inzicht en ogenschijnlijke wilsvrijheid bij de verdachte, acht de rechtbank onvoldoende om het psychiatrisch rapport, zonder een ondersteunende medische contra-expertise, terzijde te schuiven.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het strafdossier, het verhandelde ter terechtzitting en het rapport van de deskundige, voldoende vast is komen te staan dat het ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit niet aan de verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank zal verdachte om die reden ontslaan van alle rechtsvervolging.
De wet biedt in dit geval geen ruimte om als bijzondere voorwaarde het door de officier van justitie gevraagde contactverbod met aangeefster op te leggen.

7.Toepasselijk wettelijk voorschrift

Gelet is op artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht.

8.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

9.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, voorzitter,
en mrs. K.Th. van Barneveld en D.G.J. Roset, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I.M. Sinon, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 11 oktober 2021 tot en met 21 maart 2022 te
Rotterdam en/of Delft, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van
[slachtoffer01] , door op verschillende data in voormelde periode (onder meer) (telkens)
- veelvuldig, althans meermalen, telefonisch contact te zoeken met die [slachtoffer01]
en/of e-mailberichten en/of WhatsApp-berichten en/of Instagram-berichten en/of
Linked-In-berichten te versturen naar en/of over die [slachtoffer01] en/of
- zich een of meerdere malen op te houden in de (onmiddellijke) nabijheid van het
werkadres van die [slachtoffer01] , te weten het bedrijf [bedrijf01] te Delft,
en/of zich te melden bij de beveiliging en/of de ingang van [bedrijf01] te
Delft en/of
- veelvuldig, althans meermalen, die [slachtoffer01] lastig te vallen, terwijl die [slachtoffer01]
en/of [bedrijf01] (meermalen) te kennen hebben gegeven dat die
met rust gelaten wil/moet worden,
met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of
vrees aan te jagen.