In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 december 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van stalking. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een vrouw gedurende bijna een half jaar heeft gestalkt. De officier van justitie heeft verzocht om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 168 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en een contactverbod met de aangeefster. Echter, de rechtbank heeft het advies van de psychiater, die de verdachte als ontoerekeningsvatbaar heeft beoordeeld, overgenomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte ten tijde van de feiten leed aan een psychische stoornis, waardoor hij niet volledig verantwoordelijk kon worden gehouden voor zijn daden. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat het bewezen verklaarde feit niet aan hem kon worden toegerekend. Dit besluit is genomen op basis van het psychiatrisch rapport en de omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank de conclusies van de psychiater voldoende onderbouwd achtte. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen ruimte is om een contactverbod op te leggen, aangezien de verdachte niet strafbaar is verklaard.