In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 december 2023, wordt beslist over de verzoeken om voorlopige voorziening van verzoeksters, moeder en dochter, die hun aanvragen voor inschrijving in de basisregistratie personen (brp) met een briefadres hebben ingediend. De aanvragen werden door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen op 16 oktober 2023, omdat verzoeksters volgens het college op het adres [adres 1] woonden, wat hen verplichtte om zich als bewoners op dat adres in te schrijven. Verzoeksters hebben hiertegen bezwaar gemaakt en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 28 november 2023 werd duidelijk dat verzoeksters geen vast woonadres hadden en wisselend op verschillende adressen verbleven. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeksters niet kunnen worden aangemerkt als bewoners van het adres [adres 1] en dat zij recht hebben op inschrijving met een briefadres. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening toe, wat betekent dat verzoeksters per 2 november 2023 moeten worden ingeschreven met een briefadres, totdat het college een beslissing op hun bezwaar heeft genomen.
Daarnaast wordt het college veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten van verzoeksters, die samenhangen met de ingediende verzoeken. De totale proceskostenvergoeding wordt vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak is openbaar en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.