ECLI:NL:RBROT:2023:119
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering uitstel voorwaardelijke invrijheidstelling in strafzaak
Op 12 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die een gevangenisstraf van veertien jaren en zeven maanden ondergaat. De veroordeelde komt op 23 januari 2023 in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling (VI). Het Openbaar Ministerie heeft op 21 december 2022 een vordering ingediend tot 180 dagen uitstel van deze voorwaardelijke invrijheidstelling. De rechtbank heeft de zaak op 29 december 2022 behandeld, waarbij de officier van justitie en de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman, zijn gehoord. De officier van justitie heeft gepleit voor uitstel, omdat de veroordeelde nog geen inzicht heeft in zijn handelen ten tijde van de bewezen verklaarde strafbare feiten en er geen adequate recidiverisico-analyse kan worden gemaakt. De verdediging heeft betoogd dat de vordering afgewezen moet worden, omdat de veroordeelde in de Beperkt Beveiligde Afdeling verblijft, werk heeft gevonden en een huurwoning kan betrekken. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en de directeur van de inrichting in overweging genomen, die positief waren over de voorwaardelijke invrijheidstelling, mits bijzondere voorwaarden worden gesteld. De rechtbank concludeert dat de redenen voor uitstel onvoldoende zwaarwegend zijn en wijst de vordering af. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.