Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[horecagelegenheid01],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 17 november 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiser [eiser01] een kort geding aangespannen tegen gedaagde [gedaagde01], die handelt onder de naam [horecagelegenheid01]. Eiser vorderde betaling van achterstallig loon, vakantietoeslag, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Eiser stelt dat hij op 8 mei 2023 in dienst is getreden bij gedaagde voor 32 uur per week tegen een netto uurloon van € 8,00. Hij heeft in totaal 579,2 uur gewerkt, maar heeft slechts € 1.850,00 aan loon ontvangen. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat eiser geen recht heeft op loon omdat hij in ruil voor onderdak schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 november 2023 was eiser aanwezig met zijn gemachtigde, mr. M.A.K. Rahman, en een tolk. Gedaagde was ook aanwezig, vergezeld door zijn vader. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn vordering te onderbouwen. Het door eiser overgelegde overzicht van gewerkte uren was niet door gedaagde ondertekend en er was onduidelijkheid over de betaling van het loon. De kantonrechter oordeelde dat de eis van eiser in een bodemprocedure niet voldoende kans van slagen had om in kort geding toegewezen te worden.
Daarom heeft de kantonrechter de eisen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn vastgesteld op € 50,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.M. van Kalmthout in het openbaar.