ECLI:NL:RBROT:2023:11815

• Datum uitspraak: 15 december 2023
• Publicatiedatum: 15 december 2023
• Zaaknummer: 10214717 / CV EXPL 22-36247
• Instantie: Rechtbank Rotterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: F. Aukema-Hartog
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Vonnis inzake vaststellingsovereenkomst tussen Damson B.V. en gedaagde

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is een vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen tussen Damson B.V., eiseres in conventie en verweerster in reconventie, en de gedaagde partij, vertegenwoordigd door hun respectieve gemachtigden. De procedure begon met een tussenvonnis op 1 september 2023, waarin beide partijen bewijsopdrachten kregen. Na overleg hebben partijen op 14 november 2023 de kantonrechter geïnformeerd dat zij een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten en verzocht om deze overeenkomst in een vonnis op te nemen.

De kantonrechter heeft de gemaakte afspraken in de bijlage van het vonnis opgenomen, waaruit blijkt dat beide partijen instemmen met de voorwaarden. De rechter heeft partijen veroordeeld om de afspraken na te komen en heeft bepaald dat ieder de eigen proceskosten draagt, waardoor er geen verdere beslissing over de proceskosten nodig was. In de beslissing verklaart de kantonrechter het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst alle andere verzoeken af. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 15 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10214717 / CV EXPL 22-36247

datum uitspraak: 15 december 2023

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

Damson B.V. ,

gevestigd in Tilburg,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

gemachtigde: mr. S.F. Dik te Rotterdam,

tegen

[gedaagde01] ,

wonende in [woonplaats01] ,

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

gemachtigde: mr. D. Tap te Den Haag.

De partijen worden hierna ‘Damson’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

• het tussenvonnis van 1 september 2023 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
• de e-mail van 14 november 2023 van Damson, met een bijlage.

2. De beoordeling

in conventie en in reconventie

2.1.

De kantonrechter heeft op 1 september 2023 een tussenvonnis gewezen, waarin beide partijen bewijsopdrachten hebben gekregen. Partijen zijn vervolgens in overleg getreden over een mogelijke minnelijke oplossing van deze zaak. Dit heeft erin geresulteerd dat Damson de kantonrechter in een e-mail van 14 november 2023 heeft medegedeeld dat partijen een vaststellingsovereenkomst zijn aangegaan en dat partijen de kantonrechter verzoeken om die vaststellingsovereenkomst in een vonnis op te nemen.

2.2.

De afspraken die partijen hebben gemaakt staan in de bijlage die aan dit vonnis is gehecht. Deze afspraken maken deel uit van dit vonnis. Uit de ondertekening van die afspraken door beide partijen blijkt dat zij instemmen met de gemaakte afspraken. Partijen worden daarom veroordeeld om die afspraken na te komen.

2.3.

Partijen hebben afgesproken dat zij ieder de eigen proceskosten betalen. De kantonrechter hoeft daar daarom geen beslissing meer over te nemen.

3. De beslissing

De kantonrechter:

in conventie en in reconventie

3.1.

veroordeelt partijen om de afspraken die staan vermeld in de aan dit vonnis gehechte bijlage na te komen;

3.2.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

3.3.

wijst al het andere af.

Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.

38671