Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- de heer M. van Enkhuizen, werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
- mevrouw M. Todorova, trajectbegeleidster.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift ex artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoeker, die te maken heeft met een schuldenproblematiek als gevolg van een auto-ongeluk, heeft op 27 oktober 2023 een verzoek ingediend voor een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht op het voorkomen van ontruiming van zijn huurwoning door verweerders, die de huurovereenkomst willen opzeggen. Tijdens de zitting op 29 november 2023 zijn verweerders, ondanks behoorlijke oproeping, niet verschenen. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij inmiddels een Ziektewet-uitkering ontvangt en dat hij in staat is om de lopende huurtermijnen te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien er een ontruiming op de planning stond. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker, die in zijn huurwoning wil blijven wonen en een minnelijk schuldhulpverleningstraject doorloopt, zwaarder laten wegen dan die van verweerders. De rechtbank heeft daarom de voorlopige voorziening toegewezen voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.