ECLI:NL:RBROT:2023:11769

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
C/10/642801 / HA ZA 22-633
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid vervoerder voor schade door verkeerde temperatuur tijdens transport van chocolade

In deze zaak vordert Temrawi Foods Sarl, een distributeur van consumptiegoederen in Libanon, schadevergoeding van Easyfresh Nederland B.V., een vervoerder van goederen over zee. De vordering is gebaseerd op de stelling dat Easyfresh de lading chocolade en snoepgoed op een te lage temperatuur heeft vervoerd, wat heeft geleid tot schade aan de goederen. De procedure begon met een dagvaarding op 22 juli 2022, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een vonnis in incident en een mondelinge behandeling op 25 oktober 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de lading vervoerd had moeten worden op +16 graden Celsius, maar in plaats daarvan is deze vervoerd op -18 graden Celsius. Temrawi heeft de aflevering van de lading geweigerd en de goederen zijn terugvervoerd naar Antwerpen. De rechtbank heeft de aansprakelijkheid van Easyfresh beoordeeld aan de hand van de Hague Visby Rules, die van toepassing zijn op de vervoerovereenkomst. De rechtbank oordeelt dat Easyfresh aansprakelijk is voor de schade, omdat de lading niet in dezelfde staat is afgeleverd als waarin deze was ontvangen. De rechtbank heeft behoefte aan deskundigen om de marktwaarde van de goederen te bepalen en om te beoordelen of Temrawi haar schadebeperkingsplicht heeft nageleefd. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en deskundigenrapporten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/642801 / HA ZA 22-633
Vonnis van 13 december 2023
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
TEMRAWI FOODS SARL,
gevestigd te Hazmieh, Libanon,
eiseres,
advocaat mr. P.J. Hoepel te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EASYFRESH NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Breda,
gedaagde,
advocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Temrawi en Easyfresh genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 juli 2022 met producties T1 tot en met T8
  • het vonnis in incident van 25 januari 2023 en de daaraan ten grondslag liggende
  • de conclusie van antwoord met producties E1 tot en met E13
  • de brief van 16 juni 2023 waarin de rechtbank partijen oproept voor een mondelinge
  • de akte overlegging producties, tevens akte vermeerdering van eis met producties T9 tot en
  • de mondelinge behandeling van 25 oktober 2023
  • de spreekaantekeningen van Temrawi
  • de spreekaantekeningen van Easyfresh.
1.2.
De rechtbank laat producties E14 en E15 van Easyfresh buiten beschouwing, omdat ze twee dagen voor de mondelinge behandeling en dus te laat zijn toegestuurd (artikel 87 lid 6 Rv en artikel 4.9 Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken).
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Temrawi is distributeur van consumptiegoederen in Lebanon.
2.2.
Easyfresh is vervoerder van goederen over zee.
2.3.
Temrawi heeft met Easyfresh een overeenkomst gesloten voor het vervoer van chocola en snoepgoed (hierna: de lading of de goederen) van Antwerpen, België naar Beiroet, Lebanon.
2.4.
Easyfresh heeft voor het vervoer drie cognossementen uitgegeven met nummers
[nummer 1] (afzender Steenland Chocolate bv en met naam genoemde geadresseerde Temrawi), [nummer 2] (afzender The Belgian Chocolate group en met naam genoemde geadresseerde Temrawi) en [nummer 3] (afzender Cavendish & Harbey Conventionery GmbH en met naam genoemde geadresseerde Temrawi).
2.5.
De feitelijke vervoerder CMA CGM heeft de lading in een 40ft reefer vervoerd vanaf Antwerpen op of omstreeks 19 juli 2021, naar Beiroet, waar de lading op of omstreeks 6 augustus 2021 is aangekomen.
2.6.
De lading had vervoerd moeten worden op + 16 graden C, maar is in plaats daarvan vervoerd op – 18 graden C. Temrawi heeft daarom de aflevering van de lading geweigerd, waarna die naar Antwerpen is terugvervoerd.
2.7.
Op 20 januari 2022 heeft Temrawi de goederen in Antwerpen laten inspecteren.
2.8.
De salvage sale van de goederen heeft € 3.000,00 opgeleverd.

3.Het geschil

3.1.
Temrawi vordert na vermeerdering van eis samengevat - veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Easyfresh tot betaling van USD 131.567,35, te vermeerderen met de expertisekosten, buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente vanaf 6 augustus 2021, althans de dag van dagvaarding, tot aan de dag van algehele betaling, met veroordeling van Easyfresh in de (na)kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dit vonnis.
Temrawi legt hieraan ten grondslag dat Easyfresh de lading op de verkeerde temperatuur heeft vervoerd als gevolg waarvan de lading is beschadigd. Easyfresh is als vervoerder aansprakelijk en moet de door geleden schade aan Temrawi vergoeden.
3.2.
Easyfresh concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Temrawi in de (na)kosten van de procedure.
Easyfresh betwist dat Temrawi vorderingsgerechtigd is, betwist dat Easyfresh aansprakelijk is voor schade en betwist de hoogte van de schade. Verder is volgens Easyfresh sprake van eigen schuld van Temrawi, omdat zij niet heeft voldaan aan haar schadebeperkingsplicht.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

internationaal geval - bevoegdheid en toepasselijk recht

4.1.
Omdat het gaat om een internationaal geval, moet de rechtbank eerst ambtshalve haar internationale bevoegdheid (rechtsmacht) en het toepasselijke recht vaststellen.
De Nederlandse rechtbank is absoluut bevoegd, omdat clausule 3 van de cognossementsvoorwaarden een forumkeuze bevat voor de rechtbank in het land van vestiging van de vervoerder en Easyfresh in Nederland is gevestigd. De rechtbank Rotterdam is relatief bevoegd, omdat het gaat om een vordering op een Nederlandse gedaagde betreffende het vervoer van goederen over zee of over de binnenwateren in de zin van artikel 625 Rv. Partijen zijn het hierover eens.
De Hague Visby Rules (hierna: HVR) zijn van toepassing op vervoerovereenkomsten onder cognossement, zoals de onderhavige. Op grond van clausule 3 van de cognossementsvoorwaarden is Nederlands recht aanvullend van toepassing. Partijen zijn het hierover ook eens.
vorderingsrecht
4.2.
Temrawi is vorderingsgerechtigd, omdat zij afzender is onder de vervoerovereenkomst, als de met naam genoemde ontvanger staat vermeld op de cognossementen en last en volmacht heeft van alle met naam genoemde afzenders op de cognossementen.
vermeerdering van eis
4.3.
De rechtbank staat de bij akte vermeerderde eis toe, omdat nog geen eindvonnis is gewezen en niet is gebleken van strijd met de eisen van een goede procesorde (artikel 130 lid 1 Rv). Anders dan Easyfresh lijkt aan te voeren, kan op mondelinge behandeling een vermeerdering van eis worden genomen en gebleken is dat Easyfresh in staat was om daarop te reageren.
aansprakelijkheid
4.4.
Vast staat dat de lading vervoerd had moeten worden op + 16 graden C, maar in plaats daarvan is vervoerd op – 18 graden C. Vraag is voor wiens rekening en risico de daardoor geleden schade komt.
4.5.
Volgens Temrawi komt schade voor rekening en risico van Easyfresh, omdat de cognossementen een temperatuurinstructie vermelden van + 16 graden C om te waarborgen dat de goederen tijdens de reis hun geur, smaak en uiterlijke staat zouden behouden.
4.6.
Volgens Easyfresh volgt uit correspondentie tussen Frigo Breda en Sea Sky, die volgens Easyfresh de hulppersoon van Temrawi was, dat Sea Sky aanvankelijk heeft laten weten dat de desbetreffende lading een lading met chocolade met een temperatuur van -18 graden C betrof. Bovendien heeft Sea Sky kennelijk een fout gemaakt door het transportdocument van CMA CGM, door de betrokkenen ook wel de Master Bill of Lading (“MBL”) genoemd, met de daarin opgenomen temperatuurinstructie, goed te keuren. Temrawi is verantwoordelijk voor het doen en nalaten van haar hulppersoon. Dat ligt binnen de risicosfeer van Temrawi en kan niet aan Easyfresh worden toegerekend. Easyfresh heeft de lading conform de gegeven instructie vervoerd.
4.7.
De rechtbank stelt op basis van de overgelegde stukken vast dat Temrawi geen temperatuurinstructie van – 18 graden C heeft gegeven. Dat de feitelijk vervoerder op enig moment de temperatuur heeft ingesteld op – 18 graden C, komt voor rekening van Easyfresh als vervoerder voor Temrawi. Easyfresh heeft in haar cognossementen immers de instructie
“Temperature: + 16 Degrees Celsius”opgenomen. In de e-mail van Sea Sky aan Easyfresh van 2 juli 2021 heeft Sea Sky geschreven:
“as per cnee It shall be at 16 degrees with 55% humidity”.In de boekingsbevestiging van CMA CGM aan Easyfresh stond vermeld:
“Temperature: Min: 16C\60.8F Max: 16C\60.8F”.Hier is dus duidelijk een temperatuurinstructie gegeven van 16 graden C.
Temrawi heeft er geen invloed op gehad dat Sea Sky op 25 juni 2021 aan Frigo Breda heeft geschreven
“commodity: chocolate – temp 18 degrees”en ook niet op de omstandigheid dat in de Waybill is komen te staan
“Cargo is stowed in a refrigerated container set at the shipper’s requested carrying temperature of -18 degrees Celsius”.Easyfresh voert zelf aam dat dit fouten zijn van CMA CGM en dit blijkt ook uit e-mailcorrespondentie van 21 en 29 juli van Easyfresh aan CMA CGM:
“We have just received attached SWB whereon is written that the temperature is -18C whilst we made a booking for +16C ( see attached). Please amend the SWB with temperature +16 and send amended SWB to us – without extra charges”en
“Referring to yesterday's phone call, below correspondence & attached we understand despite a clear booking and a lot of correspondence and phonecalls the container settings was changed into minus 18 degrees Celcius after we delivered the container to the terminal. Despite all request nobody reacted and container has been shipped with minus 18 degrees Celsius”.Tegen deze achtergrond is de e-mail van Sea Sky aan Easyfresh van 19 juli 2021 waarin Sea Sky antwoordt
“yes dear”op de vraag van Easyfresh
“Is MBL approved ! !??”onvoldoende om te oordelen dat Temrawi een temperatuurinstructies van – 18 graden C heeft goedgekeurd.
4.8.
Op grond van artikel II HVR rustte op Easyfresh de verplichting om de goederen in dezelfde staat af te leveren als waarin zij deze voor het vervoer had ontvangen. Easyfresh heeft geen beroep gedaan op de excepties in de HVR op grond waarvan zij niet aansprakelijk zou zijn, maar betwist dat de goederen in goede staat ten vervoer zijn aangeboden.
4.9.
Volgens Temrawi volgt de goede staat van de goederen bij inontvangstneming uit de door Easyfresh op 19 juli 2021 afgegeven cognossementen. De cognossementen vermelden een temperatuurinstructie van + 16 graden C om te waarborgen dat de goederen tijdens de reis haar geur, smaak en uiterlijke staat zouden behouden. De lading is in plaats daarvan vervoerd op -18 graden C. Temrawi heeft daarom aflevering van de lading geweigerd, waarna de goederen naar Antwerpen zijn teruggebracht. Temrawi heeft de goederen in Antwerpen laten inspecteren. Temrawi stelt dat uit deze expertise blijkt dat de goederen dusdanig zijn aangetast, dat ze in een salvage sale moesten worden verkocht.
4.10.
Volgens Easyfresh zeggen de HBL’s waarnaar Temrawi verwijst niets over de staat van de goederen. Bovendien heeft Easyfresh niet kunnen controleren wat zich in de dozen op de pallets bevond en is er een onbekendheidsclausule opgenomen in de HBL’s (said to contain;
“STC”).De goederen zijn niet geïnspecteerd bij aankomst in Libanon, maar direct terug vervoerd naar Antwerpen en ook bij aankomst in Antwerpen zijn de goederen niet geïnspecteerd. Temrawi heeft ruim vier maanden gewacht met het inspecteren van de goederen. Dat lukte aanvankelijk niet. De goederen zijn uiteindelijk pas vijf en halve maand na de eerste aankomst in de loshaven te Libanon geïnspecteerd. Easyfresh voert aan dat dat onderzoek niet kan onderbouwen dat de goederen bij aankomst in de loshaven beschadigd waren. De goederen zijn immers ook na het vervoer vijf en halve maand aan een - naar later bleek - te lage temperatuur onderhevig geweest.
4.11.
De rechtbank oordeelt dat voor zover Easyfresh haar verweer nog handhaaft dat de goederen niet in goede staat zijn aangeleverd en ontvangen voor vervoer (Easyfresh heeft dit verweer op de mondelinge behandeling niet meer besproken) de rechtbank ervan uit gaat dat ze wel in goede staat zijn aangeleverd. Dit blijkt immers uit de CMR vrachtbrief van 5 juli 2021, waarop staat vermeld
“Transportmiddel is : Geconditioneerd Temperatuur is ingesteld op: 16º C”.Easyfresh bevestigt ook zelf in haar e-mail aan Sea Sky van 4 augustus 2021 dat de goederen in goede staat zijn aangeleverd en ontvangen voor vervoer:
“Please find attached the requested HBL's Also find the interchange with setting when we picked up the container mentioning the correct setting Changes of the settings are done after we delivered the container back after loading”.Tot slot is van belang dat tussen partijen niet in geschil is dat de hierna te bespreken smaak- en kleurschade (enkel) het gevolg is van de te lage temperatuur, waarvan pas vanaf het zeevervoer sprake was. Easyfresh is dus aansprakelijk voor schade van Temrawi, omdat de goederen in goede staat zijn aangeleverd en ontvangen voor vervoer, maar niet in dezelfde goede staat zijn afgeleverd.
4.12.
Easyfresh voert nog aan dat de schade aan de goederen ook na aankomst in de haven van Beirut kan zijn ontstaan, omdat de goederen nog vijf en een halve maand aan een te lage temperatuur onderhevig zijn geweest. Easyfresh heeft deze stelling echter niet onderbouwd, bijvoorbeeld met een expertiserapport waaruit zou blijken dat een periode van vijf en een halve maand invriezen van de goederen (of soortgelijke producten) op – 18 graden C wel schade zou toebrengen en dat na een periode van bijna drie weken invriezen (de periode vanaf vertrek uit Antwerpen en aankomst in Beiroet), de goederen (of soortgelijke producten) nog goed te eten zouden zijn. Daartegenover heeft Temrawi juist verklaringen van leveranciers van de goederen (Belgian en Steenland) in het geding gebracht van 6 augustus 2021 waaruit blijkt dat de kwaliteit van de goederen na drie weken invriezen op – 18 graden C niet meer gegarandeerd kan worden en zij de goederen niet meer kunnen verkopen. Verder heeft TMC Marine, de door Temrawi ingeschakelde expert TMC) vastgesteld dat vriesschade niet erger wordt naarmate de blootstelling langer voortduurt:
“9.3 I view of the nature of the consignment, it is unlikely that any significant damage or deterioration would have been be apparent to the confectionery in its hard frozen condition and that damage/deterioration would manifest during and subsequent to the products being defrosted. It was therefore prudent for XXXnspectionn of the consignment to be postponed until the product had de- frosted and reached acceptable temperatures.”Dat de schade niet is vastgesteld in Libanon, maakt dus niet dat geen waarde kan worden gehecht aan de vaststellingen van de experts in Antwerpen.
Overigens staat vast dat Easyfresh het aan CMA CGM heeft overgelaten om een oplossing te vinden voor de lading en heeft CMA CGM geregeld dat de lading weer naar Antwerpen werd vervoerd voor inspecties. Easyfresh heeft daarbij geen voorbehoud gemaakt. Ook staat vast dat Easyfresh is uitgenodigd voor de inspecties en dat zij daar niet op in is gegaan.
schade
4.13.
Easyfresh heeft de deskundigheid van TMC niet in twijfel getrokken. Zonder nadere toelichting valt dan ook niet in te zien waarom een steekproef van 8 van de 37 producten niet representatief zou zijn, zoals Easyfresh betoogt. Aan de hand van deze 8 steekproeven heeft TMC onder meer geconcludeerd dat de goederen duidelijk verkleuring vertoonden en slecht smaakten:
“9.4 At the time of our second attendance on 20 January 2022, our observations revealed the consignment to be in a highly variable condition, with random sampled commodities clearly showing discolouration and poor flavour, as would be associated with the temperature abuse to which the products had been subjected. Although some commodities did not show readily apparent deterioration, we suspect that the shelf life could be compromised due to temperature abuse, rendering the confectionery as unsuitable for disposal through the normal channels.
9.5
Notwithstanding the foregoing, it would appear that attempting sorting the "good" from the "bad" would be a commercially non-viable proposition and would involve destruction of the majority of the product through unwrapping and physical observation of all units. It is therefore clear that the most prudent action was eventually taken through disposal of the consignment via salvage markets.”
4.14.
Easyfresh beroept zich in het kader van haar verweer tegen het TMC rapport op het bericht van 18 maart 2022 van [persoon A] van de claims department van CMA CGM (hierna: [persoon A] ). In reactie op de stelling dat het vervoer van de chocola was beschadigd vanwege de verkeerde temperatuurinstelling, schrijft [persoon A] in dit bericht onder meer het volgende:
“This statement does not match our surveyor's findings. lndeed, my understanding is that both surveyors were in agreement that "no significant damage" to the cargo could be ascertained, with only some chocolate coins showing a whitish sheen.”. De rechtbank stelt allereerst vast dat ook uit dit bericht van [persoon A] volgt dat er sprake was van chocolade met een ‘
whitish sheen’en dus van verkleuringsschade. Ter zitting zijn de bevindingen van de CMA expert nog aan de orde gekomen. Vast staat dat deze expert niet van mening was dat er in het geheel geen sprake van vriesschade was aan de chocolade. Deze expert heeft naast de ‘
whitish sheen’ook bij sommige chocola een wat bittere smaak vastgesteld. Dit komt overeen met wat de expert van TMC heeft geconcludeerd, namelijk dat de lading na vijf maanden bevroren te zijn geweest, er zowel visueel (witte verkleuring) als qua smaak (bitter) op achteruit is gegaan en niet meer voldeed aan de eisen om te worden verkocht via de gebruikelijke kanalen. Dat de expert van CMA mogelijk in mindere mate uitging van schade aan de chocolade dan TMC, maakt niet dat niet meer van de bevindingen van de expert van TMC kan worden uitgegaan.
De rechtbank onderkent voorts dat het advies van TMC om de gehele partij chocola te verkopen via een salvage sale, in ieder geval deels, lijkt te zijn ingegeven vanuit praktische oogpunten. Wellicht zouden destijds andere keuzes zijn gemaakt met betrekking tot de beslissing om tot deze salvage sale over te gaan, als het nu gevorderde schadebedrag (dat veel hoger ligt dan destijds) toen duidelijk was, maar de rechtbank moet het doen met dit rapport. De expertise kan niet worden overgedaan. Uit het TMC rapport blijkt dat er samples zijn genomen (eind pagina 26), maar Easyfresh heeft de kans om de samples te testen niet benut. De toestand van de lading is nu niet meer vast te stellen vanwege de houdbaarheidsdatum van de meeste producten. Dat de goederen vriesschade hebben opgelopen staat voor de rechtbank echter vast.
4.15.
Over de hoogte van de schade voeren partijen het volgende aan.
4.16.
Temrawi heeft in de loop van de procedure haar standpunt dat (hyper)inflatie van invloed is op de marktwaarde verlaten. Volgens Temrawi doet inflatie niet ter zake, omdat steeds in Amerikaanse dollars is betaald. Volgens Temrawi zijn de door haar overgelegde facturen uit augustus en september 2021 representatief voor de bestemmingswaarde van de goederen, omdat de goederen in die periode een vaste waarde vertegenwoordigden. De totale ladingschade betreft derhalve USD 134.717,35. Daarop moet een bedrag van USD 3.150,00 (€ 3.000,00 wisselkoers USD 1,05 = USD 3.150) aan salvage sale in mindering worden gebracht, waarmee de totale schade uitkomt op USD 131.567,35.
4.17.
Volgens Easyfresh moet naar de tekst van de HVR en de interpretatie daarvan van de rechtbank Rotterdam, de waarde van de goederen berekend te worden aan de hand van de normale verkoopwaarde van de goederen, inclusief een redelijke winstmarge. De door hyperinflatie getergde valuta van Libanon kan niet als maatstaf voor een normale verkoopwaarde worden genomen, zeker daar waar er geen betrouwbare wisselkoers is en handel in andere valuta gedreven wordt. De maatstaven van redelijkheid en billijkheid verzetten zich ertegen dat een redelijke winstmarge kan worden beïnvloed door een door hyperinflatie gedeprecieerde valuta en/of door hyperinflatie onevenredig gestegen prijzen in een land. Easyfresh wijst verder op de inconsistentie van de diverse door Temrawi overgelegde stukken ter onderbouwing van de schade. Easyfresh verzoekt de rechtbank dan ook de schade vast te stellen op het door CMA CGM aangeboden bedrag van € 18.953,67 (te weten de factuurwaarde van de goederen minus de opbrengst uit de salvage sale), althans abstract te berekenen aan de hand van de inkoopwaarde vermeerderd met de transportkosten, eventuele lokale kosten en een redelijke winstopslag van 5%.
4.18.
De rechtbank overweegt als volgt. Ingevolge de hoofdregel van artikel IV lid 5 b) HVR dient de waarde van de goederen berekend te worden op het moment dat zij van het schip worden gelost (de bestemmingswaarde):
“Het totale verschuldigde bedrag wordt berekend met inachtneming van de waarde van zodanige goederen ter plaatse en ten dage waarop de goederen volgens de overeenkomst zijn gelost of zouden moeten zijn gelost. De waarde van de goederen wordt berekend naar de koers op de goederenbeurs of, wanneer er geen dergelijke koers is, naar de gangbare marktwaarde of, wanneer ook deze ontbreekt, naar de normale waarde van goederen van dezelfde aard en hoedanigheid.”
In dit geval gaat het dus om de waarde van de goederen op het moment waarop de goederen hadden moeten worden afgeleverd in Beiroet, Libanon.
4.19.
Gelet op het gemotiveerde verweer van Easyfresh, heeft de rechtbank behoefte aan het oordeel van een deskundige om een marktwaarde te bepalen. De rechtbank is van oordeel dat één deskundige volstaat. De rechtbank heeft de volgende vragen voor de te benoemen deskundige:
1. Kan een marktwaarde worden bepaald voor deze goederen in Libanon op of omstreeks 6 augustus 2021?
2. Was er destijds sprake van een gangbare marktwaarde van deze goederen in Libanon?
3. Voor zover het antwoord op de vragen 1 en/of 2 moeilijk is vast te stellen, zou voor de bepaling van de normale waarde van goederen in dezelfde aard en hoedanigheid, gekeken kunnen worden naar omliggende landen, zoals Qatar, Jordanië, Israël en Oman? In hoeverre kunnen vragen 1 en 2 beantwoord worden met inachtneming van deze omringende landen?
4.20.
De rechtbank vraagt partijen om zich uit te laten over deze vragen voor de deskundige, zodat de rechtbank ze kan aanpassen of aanvullen als zij dat nodig vindt. Daarnaast vraagt de rechtbank partijen om in onderling overleg de rechtbank gezamenlijk één naam van een deskundige te presenteren, zodat de rechtbank die vervolgens als deskundige kan benoemen. Als partijen onderling geen overeenstemming bereiken over de naam van de te benoemen deskundige, dan kunnen zij zich naast het voorgaande, ook uitlaten over de door hen gewenste discipline en persoon van de deskundige. De zaak zal vervolgens voor vonnis komen te staan.
schadebeperkingsplicht
4.21.
Volgens Easyfresh heeft Temrawi eigen schuld aan de schade, omdat zij niet heeft voldaan aan haar schadebeperkingsplicht. Temrawi heeft immers ontvangst van de goederen in de loshaven geweigerd en ervoor gekozen om de goederen terug te laten vervoeren. Hierdoor zijn de goederen een aanvullende periode van bijna vijf en halve maand blootgesteld aan de te lage temperatuur in de container. Een expertise op de goederen al kort na aankomst in de loshaven in Libanon, te weten na 6 augustus 2021, had de schade kunnen beperken. De goederen hadden daarnaast mogelijk nog als B-product verkocht kunnen worden, althans een salvage sale had op dat moment meer kunnen opbrengen. Easyfresh vindt het ook onduidelijk waarom Temrawi geen vervangende zending heeft verstuurd om zo haar schade te beperken.
4.22.
Temrawi betwist dat zij is tekortgeschoten in aan schadebeperkingsplicht. Volgens Temrawi heeft TMC vastgesteld dat de lading is beschadigd en kon de lading kon dus niet worden verkocht als B-product. Bovendien zou dit vereisen dat de lading gesorteerd en omgepakt zou worden, waardoor de kosten zouden oplopen. Temrawi betwist dat een salvage sale in Libanon meer zou hebben opgeleverd. Dat de salvage sale niet in Libanon kon plaatsvinden, kan Temrawi niet worden verweten. Aflevering heeft niet plaatsgevonden en dan blijft de lading onder verantwoordelijkheid van Easyfresh als vervoerder en eindigt de vervoerovereenkomst niet.
4.23.
Omdat de goederen verkocht zijn op de Europese markt, terwijl mogelijk een hogere marktwaarde van toepassing is in Libanon/het Midden-Oosten, heeft de rechtbank ook op dit punt behoefte aan het oordeel van een deskundige. Concreet heeft de rechtbank de volgende vraag aan de deskundige:
4. Hoe kunnen de opbrengsten van de verkoop in verhouding worden gebracht met de
marktwaarde op de bestemming van de goederen?
4.24.
De rechtbank vraagt partijen om zich uit te laten over deze vraag voor de deskundige, zodat de rechtbank de vraag kan aanpassen of aanvullen als zij dat nodig vindt.
expertisekosten
4.25.
Easyfresh betwist dat de door Temrawi opgevoerde expertisekosten voor vergoeding in aanmerking komen. TMC voert kosten op voor twee expertises alsmede kosten die TMC heeft gemaakt doordat zij heeft nagelaten een lokale expert in te schakelen. De goederen zijn slechts bij de tweede expertise daadwerkelijk geïnspecteerd. Een eventuele vergoeding van expertisekosten kan dan ook slechts op de tweede expertise zien. Ook de kosten van TCM die zijn gemaakt als gevolg van het nalaten een lokale expert in te schakelen (in de factuur
“plus expenses”genoemd) komen niet voor rekening en risico van Easyfresh.
4.26.
Temrawi heeft hierop nog niet gereageerd en mag dat alsnog doen bij akte na deskundigenbericht.
wettelijke rente
4.27.
Easyfresh betwist de ingangsdatum voor de berekening van wettelijke rente. Temrawi hanteert de oorspronkelijke afleverdatum te Libanon als ingangsdatum, maar op die datum was de beweerdelijk geleden schade nog niet vastgesteld. Voor zover wettelijke rente verschuldigd zou zijn, zou deze pas na vaststelling van de schade toewijsbaar zijn. De vertraging in de vaststelling van de schade kan immers niet aan Easyfresh worden toegerekend.
4.28.
Temrawi heeft hierop nog niet gereageerd en mag dat alsnog doen bij akte na deskundigenbericht.
uitvoerbaar bij voorraad
4.29.
Easyfresh heeft de rechtbank verzocht om een veroordelend vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De rechtbank moet bij een dergelijk verzoek het belang van Easyfresh in het licht van de omstandigheden van het geval afwegen tegen het belang van Temrawi bij behoud van de bestaande toestand tot op het in te stellen rechtsmiddel zal zijn beslist. Op grond van vaste rechtspraak is restitutierisico (in abstracto) onvoldoende aanleiding om zekerheid op te leggen (HR 17 juni 1994, NJ 1994/591) of het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Indien echter (in concreto) vaststaat dat Easyfresh niet in staat zal zijn om zo nodig te restitueren, zal belangenafweging de rechter ertoe brengen de voorwaarde van zekerheidstelling op te leggen (HR 2 mei 2003, NJ 2004/291) danwel het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.30.
Temrawi heeft nog niet gereageerd op het verzoek van Easyfresh om het vonnis niet uitvoerbaar bij vonnis te verklaren en mag dat alsnog doen bij akte na deskundigenbericht.
4.31.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van 10 januari 2023 voor akte uitlating aan de zijde van Temrawi en Easyfresh als bedoeld in rechtsoverwegingen 4.20 en 4.24,
5.2.
verstaat dat de zaak vervolgens op de rol komt voor vonnis met een termijn van zes weken,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Witkamp en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2023.
615/2054