ECLI:NL:RBROT:2023:11764

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
10.201664.23, 10.210763.23 en 10.275584.23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor stalking en belediging van ambtenaren met bijzondere voorwaarden en schadevergoeding

Op 7 december 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van stalking van zijn ex-partner en belediging van twee ambtenaren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster, wat resulteerde in een veroordeling voor stalking. De verdachte had gedurende een periode van meerdere maanden herhaaldelijk contact gezocht met de aangeefster, ondanks dat zij dit niet wilde en de relatie was beëindigd. Dit gedrag leidde tot een gevangenisstraf van 100 dagen, waarvan 53 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en verschillende bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met de aangeefster.

Daarnaast werd de verdachte veroordeeld voor de belediging van twee ambtenaren in functie. De rechtbank legde een maatregel op voor de duur van vijf jaar, inhoudende een contactverbod met de ex-partner. De vordering van de benadeelde partij, de ex-partner, werd toegewezen tot een bedrag van 1.500 euro, vermeerderd met wettelijke rente. De officier van justitie werd niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de aangeefster, die als gevolg van de stalking geestelijk letsel had opgelopen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummers: 10.201664.23, 10.210763.23 en 10.275584.23
Parketnummer TUL: 16.179801.22
Datum uitspraak: 7 december 2023
Tegenspraak
Vonnisvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
raadsman mr. R.M.A. in ‘t Veld, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 23 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M. van Heemst heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en vrijspraak van het onder 2 op de dagvaarding met parketnummer 10.201664.23 ten laste gelegde feit;
  • bewezenverklaring van het op de dagvaarding met parketnummer 10.210763.23 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het op de dagvaarding met parketnummer 10.275584.23 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen met aftrek van voorarrest (zijnde 47 dagen), waarvan 53 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan ambulante behandeling met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname, begeleid wonen of in een maatschappelijke opvang, een alcoholverbod, een contactverbod, een locatieverbod, het inspannen voor het vinden en behouden van een dagbesteding, het meewerken aan schuldhulpverlening en het meewerken aan middelencontrole. De dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden wordt gevorderd;
  • een maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van vijf jaren met een vervangende hechtenis van één week per overtreding en met een maximale duur van 6 maanden, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer01] en een locatieverbod inhoudende de twee wijken waar [slachtoffer01] precies van op de grens woont: [wijk01] en [wijk02] . De dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel wordt gevorderd;
  • niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vordering tot tenuitvoerlegging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering van mishandeling van [slachtoffer01]
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10.201664.23 niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering van de beledigingen
De ten laste gelegde beledigingen van een ambtenaar in functie op de dagvaardingen met parketnummers 10.210763.23 en 10.275584.23 zijn door de verdachte bekend en er is geen verweer gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering stalking/belaging van [slachtoffer01]
4.3.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de relatie tussen de verdachte en aangeefster [aangeefster01] (hierna: de aangeefster) zich kenmerkt door het feit dat zij elkaar niet los kunnen laten. Het aantrekken en afstoten is een rode draad in hun relatie. Het Openbaar Ministerie vindt dat kennelijk 16 januari 2023 als beginpunt van de stalking geldt, maar waarom is volstrekt onduidelijk. De aangeefster heeft namelijk op 14 januari 2023 nog e-mails naar de verdachte gestuurd. In die twee dagen erna is er niets veranderd. Dat er contact wordt gezocht door de verdachte en dat aangeefster contact met hem opneemt, is geen wezenlijk andere situatie dan de dagen, maanden en jaren daarvoor. Ook na 16 januari 2023 heeft de aangeefster meermalen contact met de verdachte gezocht. Het voorgaande maakt dat de wederrechtelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster ontbreekt. Om die reden moet de verdachte worden vrijgesproken.
4.3.2.
Beoordeling
Van belaging (stalking) is sprake wanneer iemand opzettelijk een ander herhaaldelijk lastig valt waardoor inbreuk wordt gemaakt op diens persoonlijke levenssfeer. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. De kern van het in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht (Sr) neergelegde verbod bestaat uit de stelselmatige inbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer. Stelselmatigheid veronderstelt een herhaling van gedragingen, zoals iemand herhaaldelijk lastig vallen; dit kan door een en dezelfde activiteit, maar dit kan ook gevormd worden door de combinatie van verschillende gedragingen.
Vast staat dat de relatie tussen de verdachte en de aangeefster in ieder geval was beëindigd in januari 2023. De verdachte was hier, zoals hij zelf verklaart, van op de hoogte. Uit de onderzoeken naar de telefoon van de aangeefster, blijkt onder andere dat de verdachte haar vanaf januari 2023 veelvuldig heeft gebeld, haar meer dan honderd berichten op Whatsapp heeft gestuurd (waarop door aangeefster geen enkele keer is gereageerd), 64 e-mails heeft gestuurd en spraakberichten heeft verzonden, variërend van liefdesverklaringen tot scheldpartijen. Ook heeft de verdachte briefjes in haar brievenbus gedaan. Verder heeft de verdachte de aangeefster op 13 en 14 april 2023 in totaal 32 keer gebeld vanuit de penitentiaire inrichting waar de verdachte op dat moment verbleef en heeft hij ook via andere telefoonnummers contact met haar opgenomen. De verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster anoniem belde, om de blokkade op zijn telefoonnummer door de aangeefster te kunnen omzeilen. Na de aangifte van aangeefster, heeft de politie op 9 juni 2023 een stopgesprek gevoerd met de verdachte terwijl hij gedetineerd zat. Er is hem toen in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk gemaakt dat hij geen contact meer met aangeefster mocht opnemen, op welke wijze dan ook. De verdachte heeft toen aangeven dat hij dat begreep. Echter, op de dag dat hij vrijkwam uit de gevangenis en de dagen daarna, heeft hij direct weer telefonisch contact opgenomen met de aangeefster.
De rechtbank is op basis van de hiervoor genoemde vaststellingen van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster – naar objectieve maatstaven bezien – zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer kan worden gesproken in de ten laste gelegde periode. De gedragingen van de verdachte waren er duidelijk op gericht om het dagelijks leven van aangeefster te ontwrichten teneinde contact met haar te krijgen. Dat dit ook daadwerkelijk is gebeurd, is gebleken op de terechtzitting en uit de ingediende vordering tot schadevergoeding door de aangeefster.
De rechtbank verwerpt het verweer dat de gedragingen van de verdachte niet wederrechtelijk zouden zijn. Hoewel de rechtbank zowel uit het dossier als uit de verklaring van de verdachte opmaakt dat er sprake is geweest van een ingewikkelde relatie tussen de verdachte en de aangeefster, blijkt ook dat het de verdachte in januari 2023 duidelijk was dat de relatie beëindigd was. Daarnaast volgt uit het dossier dat de aangeefster in het overgrote deel van de gevallen niet reageert op de verdachte. Dat een slachtoffer van stalking in incidentele gevallen wel reageert, kan worden verklaard uit het feit dat een slachtoffer van stalking zal proberen om de stalking te laten stoppen. Dat maakt niet dat daarmee het belastende en bedreigende karakter van de veel grotere aantallen contactpogingen vanuit de verdachte wordt verminderd.
4.3.3.
Conclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in dit geval sprake is van wederrechtelijk stelselmatig en opzettelijk handelen van de verdachte en dat hij zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan belaging van aangeefster. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit van de dagvaarding met parketnummer 10.201664.23.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10.201664.23 heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten op de dagvaardingen met parketnummers 10.210763.23 en 10.275584.23 heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
10.201664.23
1
hij in de periode van 16 januari 2023 tot en met 12 augustus 2023 in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] ,
door:
- veelvuldig (anoniem) te bellen naar die [slachtoffer01] en
- vanuit de penitentiaire inrichting te bellen naar die [slachtoffer01] en- via derden contact te zoeken met die [slachtoffer01] en- via WhatsApp berichten en spraakberichten te sturen en te bellen naar die
[slachtoffer01] en
- veelvuldig e-mails te sturen naar die [slachtoffer01] en- brieven in de brievenbus van die [slachtoffer01] te deponeren
met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te doen, niet te doen,
te dulden en vrees aan te jagen;
10.210763.23
hij op 9 augustus 2023 te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [naam01] (werkzaam als handhaver bij gemeente Lansingerland en tevens buitengewoon opsporingsambtenaar), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
in zijn tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem meermalen de woorden toe te voegen:
- " Mafkees",
- " Je bent helemaal niks" en
- " Kankerjood",
10.275584.23
hij op 20 oktober 2023 te Rotterdam,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [naam02] , buitengewoon opsporingsambtenaar domein I,
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
in zijn tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem meermalen, althans eenmaal de woorden toe te voegen: 'kanker jood',
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10.201664.23
belaging
10.210763.23
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
10.275584.23
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
Allereerst heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan belaging (stalking) van zijn ex-partner. Hij heeft gedurende een periode van meerdere maanden veelvuldig contact gezocht met de aangeefster terwijl hij wist dat zij dit niet wilde en de relatie was verbroken. Ondanks dat de aangeefster er alles aan deed om hem te blokkeren, bleef hij op allerlei manieren contact zoeken. De verdachte is zelfs zo ver gegaan, dat hij haar vanuit de penitentiaire inrichting heeft gebeld en met verschillende telefoonnummers van anderen. Dit alles om toch in contact met de aangeefster te kunnen komen. De verdachte heeft met deze handelingen ernstig inbreuk gemaakt op het persoonlijk leven, de privacy en de persoonlijke integriteit van aangeefster. Hij heeft geen oog gehad voor haar gevoelens. Ook ter zitting kwam dit naar voren in de opmerkingen van de verdachte dat aangeefster hierop kickt en het leuk vindt.
Daarnaast heeft de verdachte twee ambtenaren in functie beledigd, beide keren onder invloed van alcohol. Door dit gedrag heeft de verdachte laten blijken geen respect te tonen voor het gezag. De ambtenaren zouden hun werk ongestoord moeten kunnen uitoefenen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 oktober 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor belaging, maar recentelijk wel meermaals voor belediging van een ambtenaar.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt in het kader van een raadkamerzitting, gedateerd 25 september 2023. Na dit rapport is de verdachte geschorst uit de voorlopige hechtenis. Het rapport is op 31 oktober 2023 aangevuld. De rapporten houden onder meer het volgende in.
De verdachte stond in het verleden bekend als veelpleger en komt inmiddels weer veelvuldig met politie en justitie in aanraking, met name wegens alcohol gerelateerde delicten en overtredingen. Hij heeft al jaren problemen op het gebied van huisvesting, werk, financiën, alcoholgebruik en justitie. In 2017 werd hem een ISD maatregel opgelegd, nadat meerdere toezichten waren mislukt en hij bleef recidiveren. Na de ISD werd de verdachte naar een zelfstandige woning toegeleid, maar deze woning is hij kwijtgeraakt. Hij is wederom zonder vaste dagbesteding en heeft wederom financiële problemen. Momenteel maakt hij gebruik van nachtopvang. Wegens zijn alcoholgebruik en gedrag wordt hij geregeld geweigerd waardoor hulpverlening niet van de grond komt. Binnen het schorsingstoezicht houdt de verdachte zich aan de voorwaarden, uitgezonderd van een terugval in en incident door alcoholgebruik. De ambulante behandeling voor zijn alcoholverslaving moet nog gestart worden. Er wordt geadviseerd om het ingezette traject te continueren in het kader van een deels voorwaardelijke veroordeling, zodat de verdachte daadwerkelijk kan starten met onder andere een behandeling bij verslavingszorg. Hij kan vanuit de nachtopvang naar een woonvoorziening worden geleid en er kan worden gezocht naar werk, na het voldoen van zijn openstaande werkstraffen. De volgende voorwaarden worden geadviseerd: een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling met mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een alcoholverbod, een contactverbod en een locatieverbod met betrekking tot de aangeefster, het inzetten voor het vinden en behouden van dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en het meewerken aan middelencontrole.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst en de hoeveelheid van feiten, in samenhang met het strafblad van de verdachte, kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank acht het echter passend dat de gevangenisstraf die wordt opgelegd na aftrek van het deel dat de verdachte al in voorlopige hechtenis heeft gezeten, geheel voorwaardelijk wordt opgelegd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden als geadviseerd opleggen, met uitzondering van het locatieverbod aangezien de aangeefster inmiddels is verhuisd en op een anoniem adres verblijft.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de voornoemde bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 5 jaren opgelegd, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer01] . Deze maatregel zal eveneens dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. Om de hiervoor genoemde reden zal het gevorderde locatieverbod worden afgewezen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij in de zaak met parketnummer 10.201664.23 heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij01] . De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.500,= aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering voldoende onderbouwd is en dat deze volledig kan worden toegewezen, met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.
Standpunt verdediging
Gelet op de bepleite vrijspraak voor belaging, verzoekt de raadsman de vordering primair niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair vraagt hij om een aanzienlijke eigen schuld van de benadeelde partij mee te wegen bij het bepalen van de hoogte van het toe te wijzen bedrag. De benadeelde partij heeft zelf ook diverse malen contact gezocht en contact geaccepteerd. Daarnaast was van veel van de klachten al sprake voor het incident. Het is volstrekt onduidelijk in welke mate deze van invloed zijn op de kennelijke gevolgen. De vaststelling vormt een onevenredige belasting voor dit strafproces.
8.3.
Beoordeling
De benadeelde partij heeft aangevoerd dat zij nadelige gevolgen heeft ondervonden van het bewezen verklaarde handelen door de verdachte. Het beïnvloedt haar dagelijks leven en zij is bang en schichtig geworden. Daarnaast is PTSS vastgesteld als gevolg van de stalking, waarvoor zijn traumabehandeling moet volgen. Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van de overgelegde stukken worden vastgesteld dat bij de benadeelde partij naar objectieve maatstaven sprake is van geestelijk letsel als gevolg van het bewezen verklaarde feit. Dit betekent dat de immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt. Die schade zal op dit moment, op basis van alle omstandigheden en de bedragen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, naar billijkheid worden vastgesteld op € 1.500,=. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Het beroep op eigen schuld gaat niet op. Voor een geslaagd beroep daarop is vereist dat aan de benadeelde partij toe te rekenen omstandigheden aan de schade hebben bijgedragen. Daarvan is geen sprake.
De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente, vanaf 16 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Vordering tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 11 oktober 2022 van de politierechter in Utrecht is de verdachte ter zake van eenvoudige belediging van een ambtenaar in functie veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 20 uren, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 26 oktober 2022.
9.2.
Standpunt officier van justitie en standpunt verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering, nu de oproeping niet op de juiste wijze aan de verdachte is betekend.
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de oproeping niet is betekend en dat deze niet-ontvankelijk verklaart dient te worden.
9.3.
Beoordeling
Gelet op de standpunten van zowel de officier van justitie als de raadsman en gelet op het feit dat de betekening van de oproeping niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, zal de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 266, 267 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart
niet bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.201664.23 onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.201664.23 onder 1 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.210763.23 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.275584.23 ten laste gelegde, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 100 (honderd) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
53 (drieënvijftig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. Meldplicht bij de reclassering: de verdachte meldt zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Fivoor verslavingsreclassering GGZ te Rotterdam op het adres Marconistraat 2, 3029 AK te Rotterdam. Hij blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
2. Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname): de verdachte laat zich behandelen door een passende instelling voor ambulante forensische verslavingszorg, zoals Fivoor GGZ, te bepalen door de reclassering. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal betrokkene zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
3. Begeleid wonen of maatschappelijke opvang: de verdachte verblijft in een passende instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zo lang de reclassering dat nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
4. Alcoholverbod: de verdachte dient zich te houden aan de aanwijzingen/grenzen van de reclassering met betrekking tot alcohol- en drugsgebruik. Ook als dit (uiteindelijk) totale abstinentie van deze middelen zal betekenen. De verdachte werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om zijn alcoholgebruik te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd;
5. Contactverbod: de verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met de aangeefster [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02], zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
6. Dagbesteding: de betrokkene spant zich in voor het vinden en behouden van een passende dagbesteding bestaande uit (on)betaald werk en/of scholing met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
7. Meewerken aan schuldhulpverlening: de verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). De verdachte heeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
8. Meewerken aan middelencontrole: de verdachte werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht
dadelijk uitvoerbaarzijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht (
zijnde 47 dagen), bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 5 (vijf) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer01] ;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van
1 (één) week;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op en zal in totaal ten hoogste
6 (zes) maandenbedragen;
beveelt dat de maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij01] te betalen een bedrag van
€ 1.500,= (zegge: duizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 1.500,=(zegge:
duizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 (vijfentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verklaart de officier van justitie
niet-ontvankelijkin de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 16.179801.22.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Poppe-Gielesen, voorzitter,
en mrs. J.J. Bade en J. van de Klashorst, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Hessing, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
10.201664.23
1
hij in of omstreeks de periode van 16 januari 2023 tot en met 12 augustus 2023 te Rotterdam,
althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] ,
door:
- veelvuldig (anoniem) te bellen naar die [slachtoffer01] en/of
- vanuit de penitentiaire inrichting te bellen naar die [slachtoffer01] en/of
- via derden contact te zoeken met die [slachtoffer01] en/of
- via WhatsApp berichten en/of spraakberichten te sturen en/of te bellen naar die
[slachtoffer01] en/of
- veelvuldig e-mails te sturen naar die [slachtoffer01] en/of
- brieven in de brievenbus van die [slachtoffer01] te deponeren
met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te doen, niet te doen,
te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij op of omstreeks 8 mei 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, [slachtoffer01] heeft mishandeld door tegen haar lichaam te duwen;
10.210763.23
hij op of omstreeks 9 augustus 2023 te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [naam01] (werkzaam als handhaver bij gemeente Lansingerland en tevens buitengewoon opsporingsambtenaar), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening,
in zijn/haar tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem/haar meermalen de woorden toe te voegen:
- " Mafkees",
- " Je bent helemaal niks" en/of
- " Kankerjood",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
10.275584.23
hij op of omstreeks 20 oktober 2023 te Rotterdam,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [naam02] , buitengewoon opsporingsambtenaar domein I,
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
in zijn tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem meermalen, althans eenmaal de woorden toe te voegen: 'kanker jood',
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;