Uitspraak
1.De kern van de zaak
2.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord in conventie met daarin ook tegenvorderingen van de man (eis in reconventie);
- de conclusie van antwoord in reconventie waarin de vrouw op de tegenvorderingen van de man heeft gereageerd;
- de mondelinge behandeling, die plaatsvond op 14 juni 2023;
- de akte van de vrouw voor de rolzitting van 16 augustus 2023, waarin de vrouw haar eisen op drie punten heeft vermeerderd;
- de akte van de man voor de rolzitting van 16 augustus 2023, met 1 productie;
- mr. Imdahl heeft zich op 30 augustus 2023 onttrokken en mr. Arema heeft zich op 6 oktober 2023 voor de vrouw gesteld;
- de akte van de vrouw voor de rolzitting van 11 oktober 2023, die een reactie inhield op de akte van de man voor de rolzitting van 16 oktober 2023; en het B formulier van de vrouw voor de rolzitting van 25 oktober 2023, waarin zij de rechtbank verzoekt na kennisneming van deze akte vonnis te wijzen;
- het B formulier van de man voor de rolzitting van 25 oktober 2023, waarin de man aangeeft dat hij vast houdt aan zijn eisen en verweren (persisteert) en vonnis vraagt.
3.Waar gaat de zaak over?
4.4. De beoordeling
De eisen van de vrouw en de tegeneisen van de man (conventie en reconventie)
moetvanwege de tekst van artikel 2.13 en 2.14 wel gaan over de gekoppelde beleggingsverzekering. Voor de andere polis van levensverzekering met nummer [nummer 1] moest de man namelijk nog € 31,50 per maand aan de vrouw blijven betalen tot verkoop van de woning, zoals blijkt uit artikel 2.14. Uit artikel 2.13 in samenhang met artikel 2.14 blijkt dus dat het de bedoeling was dat de beleggingspolis werd geleverd aan de vrouw.
alleenaan de vrouw toekomt. De man moet bovendien snel meewerken aan deze afkoop zodat de vrouw over dit geld kan beschikken.
alleenaan haar toekomt. De man wil de helft van de waarde, waarbij hij wel aangeeft dat van zijn deel van die waarde nog de helft van de maandelijkse premies af mag die hij moest betalen maar niet heeft betaald.
nietheeft betaald. De man heeft niet betwist dat de vrouw tussen 5 september 2013 (de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek) en 29 oktober 2021 (de datum waarop de premiebetalingen eindigde - zie productie 7 van de vrouw)
alleendeze premies geheel betaald heeft en dat dat totaal voor haar € 3.087 was. Dat bedrag moet de man sowieso dus nog betalen/ voor zijn rekening nemen.
- € 3.087 komt alleen toe aan de vrouw, omdat de man dit bedrag aan premies niet aan haar heeft betaald terwijl hij dit wel had moeten doen volgens het convenant (artikel 2.14);
- indien de polis meer waard is dan € 3.087 dan hebben de man en de vrouw ieder aanspraak op de helft van het bedrag boven € 3.087, maar de helft van de man van het bedrag boven
- de man moet binnen 14 dagen na dit vonnis meewerken aan afkoop, doet hij dat niet dan moet NN tot afkoop en gehele uitbetaling aan de vrouw overgaan op basis van dit vonnis, zelfs zonder handtekeningen/ medewerking van de man.
€ 8.220,20 toewijst en de man dit bedrag binnen 14 dagen na dit vonnis moet betalen, zal de rechtbank bepalen dat daarna ook de wettelijke rente gaat lopen.
5.De beslissing
- € 3.087 komt toe aan de vrouw;
- indien de polis meer waard is dan € 3.087 dan hebben de man en de vrouw ieder aanspraak op de helft van het bedrag boven € 3.087, maar de helft van de man van het bedrag boven
- de man moet binnen 14 dagen na dit vonnis meewerken aan afkoop, doet hij dat niet dan moet Nationale-Nederlanden tot afkoop en gehele uitbetaling aan de vrouw overgaan op basis van dit vonnis,
- 14 dagen na dit vonnis over het bedrag van € 8.220,20;
- 14 dagen na dit vonnis over de bedragen die de vrouw aan de twee deurwaarders heeft betaald over de periode augustus tot en met 13 december 2023;
- de 4de dag van de maand volgend op de maandelijkse betaling van de vrouw aan de twee deurwaarders vanaf 26 december 2023,