Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde01] ,
[gedaagde02],
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 maart 2023;
- de akte houdende in het geding brengen van producties van [eiseres01] ;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde02] , met producties;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 17 mei 2023;
- de brief van deze rechtbank van 3 oktober 2023 met een zittingsagenda;
- de akte overlegging producties, tevens houdende akte wijziging van eis van [eiseres01] ;
- het bericht van mr. Van den Elsen van 16 oktober 2023 met een aanvullende productie;
- de antwoordakte inzake wijziging van eis van [gedaagde02] ;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 november 2023;
- de spreekaantekeningen van mr. Van den Elsen;
- de spreekaantekeningen van mr. Müskens.
6.1
Woning met erf, ondergrond en aanhorigheden.
1. Een omschrijving van de door u geconstateerde gebreken/schade.
Vloerverwarming
Technische ruimte zwembad
Scheefstand zwembad
Zwembad reinigingsrobot
Vloerverwarming
Technische ruimte zwembad
Scheefstand zwembad
3.Het geschil
- [eiseres01] heeft een woning gekocht van [gedaagden01] In de verkoopbrochure stond dat het een moderne luxe villa was en dat er op de begane grond vloerverwarming lag; dat laatste heeft de verkoopmakelaar vervolgens bevestigd. [eiseres01] mocht er op basis van die informatie van uitgaan dat op de
- Bij de woning zit ook een zwembad. Dat zwembad toont diverse gebreken: in de coating zitten scheuren, het zwembad is verzakt, het elektrisch roldek sluit niet omdat het klemt
- Primair beroept [eiseres01] zich op dwaling. [gedaagden01] hebben namelijk onjuiste mededelingen gedaan of informatie achterwege gelaten, dan wel beide partijen zijn van een onjuiste veronderstelling uitgegaan. Daarom moet de koopovereenkomst gedeeltelijk worden vernietigd en de koopprijs verminderd. Het bedrag aan koopprijs vermindering is gelijk aan de schade die [gedaagde01] lijdt (zie hierna).
- Subsidiair stelt [eiseres01] dat [gedaagden01] een woning hebben geleverd die niet-conform is. Zij zijn daarom schadeplichtig. De schade bedraagt € 113.406,10 (als het zwembad wordt vervangen) dan wel € 119.056,10 (als het zwembad niet wordt vervangen). In deze schadebedragen zijn onder meer herstelkosten begrepen, expertisekosten en kosten voor een verblijf elders (tijdens de herstelwerkzaamheden).
- [eiseres01] heeft te laat geklaagd.
- In de verkoopbrochure staat niet dat er op de
- De vloerverwarming in de keuken functioneerde ten tijde van de levering nog goed. [eiseres01] heeft ook niet aangetoond dat er sprake is van kou in de woning. Voor zover de vloerverwarming al niet deugdelijk zou functioneren, kan dat te maken hebben met het feit dat [eiseres01] de combiketel en thermosstaat heeft laten vervangen.
- Wat het zwembad betreft:
4.De beoordeling
Verstek tegen [gedaagde01]
allepartijen bij die overeenkomst (artikel 3:51 lid 2 BW). Dat betekent dat de rechtbank de verweren van [gedaagde02] ook als verweren van [gedaagde01] beschouwt.
- oorspronkelijk vorderde [eiseres01] een koopprijsvermindering van € 119.056,10 en betaling van dat bedrag (en dus niet primair van een bedrag van € 113.406,10);
- de oorspronkelijke eis bevatte niet de nieuwe vordering III;
- aan de gewijzigde eis ligt de stelling ten grondslag dat de coating in het zwembad scheuren vertoont; aan de oorspronkelijke eis lag die stelling niet ten grondslag.
- artikel 6.1 bevat een exoneratie voor zichtbare en onzichtbare gebreken;
- artikel 6.3 geeft een garantie voor normaal gebruik als woning met erf, ondergrond en aanhorigheden, behalve voor zover het gebreken betreft die de koper bekend of kenbaar waren;
- artikel 20 bepaalt dat de koper geen rechten kan ontlenen aan door de verkoopmakelaar gedane schriftelijke of mondelinge mededelingen.
nietde gehele begane grond over vloerverwarming beschikt. Naar het oordeel van de rechtbank staat dat echter niet aan het normaal gebruik van de woning in de weg, omdat ook de ruimten waarin geen vloerverwarming ligt gewoon kunnen worden verwarmd (namelijk door convectoren). Dat [eiseres01] vanwege haar gezondheidsklachten is aangewezen op vloerverwarming, zoals zij stelt, maakt dit niet anders. [gedaagde02] heeft namelijk
normaalgebruik gegarandeerd en geen gebruik dat is toegespitst op de (gezondheids)situatie van [eiseres01] . Dit oordeel had wellicht anders kunnen uitvallen als [eiseres01] voorafgaand aan de koop tegen [gedaagde02] had gezegd dat zij vanwege haar gezondheidsklachten vloerverwarming nodig heeft. Ter zitting heeft [eiseres01] echter verklaard dat zij daarover voorafgaand aan de koop niets tegen [gedaagde02] of diens verkoopmakelaar heeft gezegd.
gehelebegane grond over vloerverwarming beschikte. De rechtbank is het met [eiseres01] eens dat de verkoopbrochure haar op het verkeerde been heeft gezet. Zij mocht er ten minste van uitgaan dat op het grootste deel van de begane grond vloerverwarming lag – en dus in ieder geval ook in de woonkamer, zijnde de belangrijkste kamer. Toch slaagt het beroep van [eiseres01] op non-conformiteit niet. Ter zitting heeft [eiseres01] namelijk verklaard dat zij er tijdens de tweede bezichtiging achter kwam dat in de tuinkamer (op de tekeningen aangeduid als ‘serre’)
geenvloerverwarming lag. Deze tuinkamer is gelegen op de begane grond en grenst aan de woonkamer. Tijdens de tweede bezichtiging werd [eiseres01] er dus mee bekend dat niet op de gehele begane grond vloerverwarming lag. Vanaf dat moment wist [eiseres01] dus dat haar uitleg van de verkoopbrochure (namelijk dat op de
gehelebegane grond vloerverwarming lag) niet juist was. Het had dan vervolgens op haar weg gelegen om aan verkopers te vragen in welke ruimtes wel en in welke ruimtes geen vloerverwarming lag als dat voor haar zo belangrijk was. [eiseres01] heeft niet gesteld dat zij dat heeft gedaan. Zij heeft slechts gesteld dat zij tijdens de eerste bezichtiging aan de verkoopmakelaar heeft gevraagd of er vloerverwarming op de begane grond lag. Daarop zou de verkoopmakelaar volgens haar bevestigend hebben geantwoord. Dat de verkoopmakelaar heeft verklaard dat er vloerverwarming ligt op de
gehelebegane grond, heeft [eiseres01] echter niet gesteld – ook niet in reactie op vragen van de rechter ter zitting. Ter zitting heeft [eiseres01] – bij monde van haar advocaat – nog wel aangevoerd dat zij van de verkoopmakelaar
“bevestigd meent te hebben gekregen”dat het om de hele begane grond ging, maar dat zegt iets over de interpretatie van [eiseres01] van het antwoord van de verkoopmakelaar, niet over diens letterlijke woorden. En zoals hiervoor overwogen, mocht [eiseres01] er vanaf de tweede bezichtiging niet meer van uitgaan dat haar interpretatie de juiste was.
normaalgebruik heeft gegarandeerd en geen gebruik dat is toegespitst op de (gezondheids)situatie van [eiseres01] . Daarbij komt dat de woning slechts één thermostaat heeft. Een logisch gevolg daarvan is dat de cv-installatie ophoudt met rondpompen als in de ruimte waar de thermostaat hangt de ingestelde temperatuur is bereikt. Dat sommige kamers dan minder warm worden, is geen gebrek dat normaal gebruik in de weg staat. Dat is de iets dat de koper desgewenst kan oplossen met een aanpassing van het systeem. Ter zitting heeft [gedaagde02] overigens nog onbetwist aangevoerd dat het ‘probleem’ eenvoudigweg kan worden opgelost door de convectoren in de woonkamer ‘dicht te knijpen’. Daardoor warmt de woonkamer minder snel op en krijgt de vloerverwarming in de keuken langer warmte vanuit de cv-ketel aangevoerd.
nietdat het zwembad op dit moment lekt. Dat is een contra-indicatie van de gestelde ernst van de scheuren, zeker omdat ten minste één van de scheuren er al meer dan een jaar zit. Het is bovendien een kunststof zwembad en [eiseres01] heeft onvoldoende onderbouwd dat scheuren in een kunststof zwembad alleen verholpen kunnen worden door het bad als geheel te vervangen. Dat is een vergaande en niet direct voor de hand liggende stelling die een betere fundering vergt dan een enkele niet nader onderbouwde opmerking door de partij die het zwembad onderhoudt. Dat maakt dat niet duidelijk is dat dit niet een gebrek is dat nu eenmaal hoort bij het bezit van een woning en waarvoor zo nu en dan onderhoud nodig is. De conclusie is dan ook dat niet is komen vast te staan dat de scheuren aan het normaal gebruik van het zwembad in de weg staan, nog daargelaten hoe een en ander zich verhoudt tot de stelling van [gedaagde02] dat [eiseres01] te laat heeft geklaagd.
niette maken heeft met een te lage waterstand (zoals [gedaagde02] heeft betoogd), is de rechtbank van oordeel dat het klemmen van het roldek het normaal gebruik van het zwembad niet in de weg staat. Dat [eiseres01] vanwege haar gezondheidsklachten niet in staat is het roldek bij het open- en dichtdoen te begeleiden, wil de rechtbank zeker aannemen, maar die gezondheidsklachten zijn niet verdisconteerd in de normaal-gebruiksgarantie. Overigens, als de rechtbank zou oordelen dat het klemmen van het roldek
welaan het normaal gebruik van het zwembad in de weg staat, is de rechtbank van oordeel dat dat gebrek voor [eiseres01]
kenbaarwas en voor kenbare gebreken is [gedaagde02] niet aansprakelijk (artikel 6.3 van de koopovereenkomst). Ter zitting heeft [gedaagde02] immers verklaard dat verkoopmakelaar [naam02] tijdens een van de bezichtigingen het roldek een stukje heeft laten uitrollen en het vervolgens – zonder het helemaal uit te laten rollen – weer terug liet rollen. [4] Als het roldek al ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst klemde, was dat dus kenbaar voor [eiseres01] . [eiseres01] had de verkoopmakelaar immers eenvoudigweg kunnen vragen het roldek helemaal uit te laten rollen, wat zij niet heeft gedaan. Dat had [eiseres01] niet alleen
kunnen, maar gelet op de twijfels die ze naar eigen zeggen over het zwembad had ook
moetendoen.
doorde scheefstand zijn veroorzaakt irrelevant geworden. Ook de relatie tussen de werking van het elektrisch roldek en de scheefstand is niet relevant, omdat de rechtbank hiervoor heeft overwogen dat het klemmen van het roldek het normaal gebruik van het zwembad niet in de weg staat.
ten tijde van de leveringdefect waren.
gehelebegane grond vloerverwarming had, maar alleen dat zij dat zo had begrepen (zie overweging 4.9).
kanhebben gedaan. Voor zover [eiseres01] meent dat er sprake is van wederzijdse dwaling (dwalingsgrond c), had zij duidelijk moeten toelichten waar die wederzijdse dwaling in bestaat. Dat heeft zij niet gedaan. Bij dit oordeel laat de rechtbank nog buiten beschouwing of [eiseres01] ter zake de scheuren tijdig heeft geklaagd.
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)