ECLI:NL:RBROT:2023:11695

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
71/017224-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor ontucht en kinderpornografie

Op 13 december 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met zijn minderjarige dochter en nichtje, alsook van het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met zijn dochter, die op het moment van de feiten jonger was dan 16 jaar, en met zijn nichtje. Daarnaast heeft hij beelden vervaardigd en in bezit gehad van seksuele gedragingen van zijn kinderen en andere minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal, maar heeft wel bewezen verklaard dat hij in bezit was van dergelijke afbeeldingen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de verdachte schadevergoeding moet betalen voor de immateriële schade die de slachtoffers hebben geleden. De rechtbank heeft ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, gezien de ernst van de feiten en het risico op recidive. De verdachte moet zich onder toezicht van de reclassering stellen en zal zich moeten houden aan verschillende bijzondere voorwaarden, waaronder het vermijden van contact met minderjarigen en het ondergaan van behandeling voor zijn problematiek.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 71/017224-23
Datum uitspraak: 13 december 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres01] ,
raadsvrouw mr. J.E. Versluis, advocaat te Leeuwarden.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 29 november 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdachte wordt kort gezegd verweten:
Ontucht met zijn kind dat op dat moment jonger was dan 16 jaar;
Maken en/of in bezit hebben van afbeeldingen en/of in bezit hebben van een telefoon waarop seksuele handelingen te zien zijn met zijn kinderen die op dat moment jonger waren dan 18 jaar;
Maken en/of in bezit hebben van afbeeldingen en/of in bezit hebben van een telefoon en/of een harde schijf waarop seksuele handelingen te zien zijn met kinderen die jonger zijn dan 18 jaar;
Heimelijk van een persoon foto’s van seksuele aard maken dan wel het heimelijk van een persoon maken van foto’s;
Verspreiden en/of bezit van foto’s en/of video’s en/of bezit van gegevensdragers met afbeeldingen van seksuele gedragingen waarin kinderen jonger dan 18 jaar betrokken zijn;
In bezit hebben van afbeeldingen en/of een telefoon waarop ontuchtige handelingen met dieren te zien zijn;
Ontucht met een aan zijn zorg toevertrouwd kind dat jonger is dan 16 jaar;
Toesturen van (een) afbeelding(en) die aanstootgevend (is) zijn, dan wel zijn schoonzus gedwongen te dulden dat haar foto werd verspreid dan wel schending van het portretrecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T. Tanghe heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 8 primair ten laste gelegde;
  • vrijspraak van het maken van een gewoonte van het onder 2 en 3 ten laste gelegde maken van kinderpornografisch materiaal, en het onder 6 ten laste gelegde bezit van dierenpornografische materiaal;
  • bewezenverklaring van het overigens onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6, 7 en 8 subsidiair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 6 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, met dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden en de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM-maatregel) ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 8 aangevoerd dat dat de verdachte met het heimelijk verspreiden van een afbeelding van [slachtoffer01] , haar heeft gedwongen dat handelen te dulden. Doordat zij hiervan niet op de hoogte was, kon zij daartegen geen weerstand bieden.
4.2.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het maken van een gewoonte van het onder feit 2 ten laste gelegde, feit 3 voor zover dit ziet op de afbeeldingen van [slachtoffer02] en [slachtoffer03] en op het maken van een gewoonte van het vervaardigen en het bezit van de afbeeldingen die overigens onder dat feit worden genoemd, feit 4 primair en feit 6 voor zover dit ziet op het maken van een gewoonte van dit feit.
De verdediging heeft aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor het plegen van ontucht door de verdachte met [slachtoffer04] (feit 7). De berichten die de verdachte hierover zelf heeft verstuurd, zijn onvoldoende om toe een bewezenverklaring te komen. Er is geen ander bewijs dan de uitlatingen van de verdachte en een bewezenverklaring kan niet uitsluitend op de verklaring van de verdachte gebaseerd worden. Daarnaast zijn de verstuurde berichten van de verdachte grootspraak en daardoor ongeloofwaardig.
De verdediging heeft ten aanzien van feit 8 bepleit dat het niet duidelijk is wie er op de verzonden afbeelding(en) staat omdat de afbeelding(en) zelf niet te zien is/zijn zodat ook dit feit niet bewezen kan worden.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1 en 5
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 en 5 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Feiten 2
Verdachte heeft bekend dat hij op 21 juli 2022 van zijn jonge kinderen foto’s heeft gemaakt die kinderpornografisch zijn en dat deze foto’s nog steeds op zijn telefoon stonden toen zijn telefoon in december 2022 in beslag is genomen.
Met de verdediging en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte geen gewoonte heeft gemaakt van het maken van deze foto’s.
De verdachte zal ook worden vrijgesproken van het maken van een gewoonte van het bezit van de afbeeldingen. Om te kunnen spreken van een gewoonte maken van het bezit van dergelijke foto’s, zal er sprake moeten zijn van bijkomende omstandigheden of handelingen, bijvoorbeeld het regelmatig verkrijgen van nieuwe foto’s, het aanleggen van een verzameling en/of het ordenen daarvan. Daarvan is in het geval van verdachte niet gebleken, zodat het maken van een gewoonte van het bezit van de foto’s niet bewezen kan worden.
Feit 3
Om van kinderporno te kunnen spreken is vereist dat het gaat om een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij een minderjarige is betrokken. De afbeelding is bedoeld om seksuele prikkeling op te wekken. Deze bedoeling kan worden vastgesteld aan de hand van de afbeelding zelf. Daarnaast kunnen ook afbeeldingen van gedragingen die op zichzelf niet expliciet seksueel van aard zijn, maar die gelet op de wijze waarop de afbeelding tot stand is gekomen in het concrete geval onmiskenbaar strekken tot het opwekken van seksuele prikkeling als kinderpornografisch worden aangemerkt.
Het filmpje waarop [slachtoffer04] en [slachtoffer02] te zien zijn terwijl zij in bad gaan, is opgenomen in een setting waarvan niet kan worden gezegd dat deze onmiskenbaar strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Dat de verdachte bij het filmen op zoek was naar zijn eigen seksuele opwinding maakt niet dat het filmpje een seksueel karakter heeft gekregen, zoals de officier van justitie heeft aangevoerd. Het filmpje als zodanig is niet aan te merken als kinderpornografisch materiaal. Dit deel van de tenlastelegging kan niet worden bewezen.
De afbeeldingen die de verdachte heeft gemaakt van [slachtoffer03] kunnen ook niet worden aangemerkt als kinderpornografisch. Weliswaar heeft de verdachte bij het maken ervan ingezoomd op haar billen terwijl zij een klimrek opklom, maar omdat [slachtoffer03] aangekleed was ontbreekt aan deze foto’s de seksuele strekking. Ook hierbij is, in tegenstelling tot hetgeen de officier van justitie aanvoert, de – seksuele – intentie van de verdachte bij het maken van de afbeeldingen niet doorslaggevend. Ook dit deel van de tenlastelegging kan niet worden bewezen.
Dit is anders voor wat betreft de uitsneden van het badkamerfilmpje. Dit zijn uitsneden van het moment waarop [slachtoffer04] alleen in beeld is, terwijl zij op de badrand zit met haar benen iets uit elkaar. Daardoor is haar geslachtsdeel te zien. Daarnaast is een uitsnede gemaakt van het moment dat [slachtoffer04] uit bad klimt waardoor onder andere haar blote billen duidelijk in beeld zijn. Deze uitsneden zijn wel aan te merken als kinderpornografisch. De verdachte heeft met deze uitsneden afbeeldingen gemaakt die op zichzelf bedoeld zijn om seksueel te prikkelen. De verdachte heeft deze afbeeldingen op zijn telefoon bewaard.
Omdat het gaat om een beperkt aantal afbeeldingen is geen sprake van het maken van een gewoonte van het maken van dergelijke afbeeldingen en het bezit daarvan.
Feit 4
Primair: vrijspraak
Verdachte heeft gedurende een langere periode stiekem foto’s gemaakt van zijn schoonzus. Op zijn gegevensdragers zijn enkele honderden foto’s en video’s gevonden.
De omschrijving van de afbeeldingen van de schoonzus in het proces-verbaal is summier en in algemene termen. Dit is onvoldoende om te kunnen concluderen dat de afbeeldingen van seksuele aard zijn. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Subsidiair: bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het subsidiair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Feit 6
Op de telefoon van de verdachte zijn foto’s en video’s aangetroffen waarop seksuele handelingen met dieren te zien zijn. Deze foto's en video's waren toegankelijk. In verschillende chats zegt de verdachte dat hij dergelijke filmpjes heeft gezien. Het bezit van deze afbeeldingen kan dan ook worden bewezen.
Met de verdediging en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte geen gewoonte heeft gemaakt van het bezit van deze afbeeldingen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Feit 7
De verdachte heeft aan verschillende personen chatberichten gestuurd waarin hij over ontuchtige handelingen met zijn nichtje spreekt die hij gepleegd heeft toen hij op haar en haar broertje paste. Deze berichten zijn niet aan te merken als een verklaring van de verdachte als bedoeld in artikel 341 Sv. Het gaat hier om uitlatingen die de verdachte op verschillende momenten tegenover meerdere personen heeft gedaan. De weergave van deze uitlatingen per chatgesprek zijn andere geschriften die naast elkaar tot het bewijs kunnen worden gebruikt.
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de geloofwaardigheid van de inhoud van de berichten omdat die ondersteund worden door de verklaring van de ouders van [slachtoffer04] dat de verdachte op 20 november 2022 op [slachtoffer04] en [slachtoffer02] heeft gepast. Daarnaast chatte de verdachte een dag van tevoren, op 19 november 2022: ‘
I am going to be naughty tomorow evening’. In de ochtend van 20 november 2022 chatte hij: ‘
And try to put them in the shower or something. And wash the little girl’ en ‘
Send the boy upstairs and play with my niece’.
Enkele dagen na het oppassen chatte de verdachte onder meer: ‘
Lsst weekend i baby sit my niece and her brother. And put them in bed. But diddent want to, and run naked in the room, so i must catch her. And you all can understand where i put my hand when I crab her.’ Op 3 december 2022: ‘
I babysit her about 3 weeks ago. And in the sleeping room, she gete naked and runs away from me, and must grab her’ en ‘
But grab her at her pussy or ass every time. And “let her go” haha’.
Uit de inhoud van deze chats blijkt dat de verdachte voorafgaand aan het oppassen al plannen maakte om iets met [slachtoffer04] te doen. De weken erna heeft de verdachte aan verschillende personen en op verschillende momenten berichten verstuurd waarin hij beschreef wat hij tijdens het oppassen bij [slachtoffer04] heeft gedaan.
De rechtbank ziet hierin geen grootspraak van de verdachte. Gezien de gedetailleerdheid van deze berichten en de directe verwijzing naar [slachtoffer04] en de oppasavond, komt de rechtbank tot het oordeel dat de verdachte de in de tenlastelegging beschreven ontuchtige handelingen heeft gepleegd. Het ten laste gelegde zal dan ook bewezen worden verklaard.
Feit 8
primair
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 8 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Subsidiair
Verdachte heeft tijdens een chat een afbeelding verstuurd waarbij hij schrijft dat dit zijn schoonzus betreft. Vervolgens verwijst hij naar een ‘dagje binnenspeeltuin met de kids’. Uit het dossier blijkt dat de verdachte wel eens met het gezin van zijn broer op pad was en dat van zijn schoonzus. In samenhang met het feit dat de verdachte honderden foto’s van zijn schoonzus op zijn telefoon had, is zijn verklaring dat hij een foto van een willekeurige vrouw heeft gestuurd niet geloofwaardig. De rechtbank concludeert dat verdachte een afbeelding van zijn schoonzus heeft verstuurd.
Voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde ‘dwingen’ schrijft artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht, en zo ook de tenlastelegging, voor dat er sprake moet zijn van ‘enige andere feitelijkheid’ gericht tegen die ander, waardoor deze wordt gedwongen iets te dulden. Van een dergelijke feitelijkheid is niet gebleken. Dit leidt ertoe dat de verdachte ook van het subsidiair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Meer subsidiair
Verdachte heeft heimelijk foto’s gemaakt en heeft één van deze foto’s zonder haar toestemming doorgestuurd. De vraag is of hij deze foto openbaar heeft gemaakt. Van openbaarmaking in de zin van artikel 12 van de Auteurswet is sprake wanneer een werk op een of andere manier aan het publiek ter beschikking komt. In dit geval is de foto aan één persoon toegestuurd. Hiermee kan niet worden gezegd dat de foto aan het publiek ter beschikking is gekomen. Van openbaarmaking in de zin van de Auteurswet is dan ook geen sprake, zodat de verdachte ook van het meer subsidiaire zal worden vrijgesproken.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 7 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij,
op21 juli
2022te [plaatsnaam01] ,
met zijn kind [slachtoffer05] , geboren op [geboortedatum02] 2021, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het aanraken met en houden van zijn, verdachtes, penis (in erectie) tegen en/of bij de blote billen van [slachtoffer05] en/of tegen en/of bij de met kleding bedekte vagina van [slachtoffer05] ;
2.
hij, in de periode van 21 juli 2022 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] ,
meerdere afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten foto’s e, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten zijn minderjarige kinderen [slachtoffer05] , geboren op [geboortedatum02] 2021 en [slachtoffer06] , geboren op [geboortedatum03] 2019, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft vervaardigd en in bezit gehad
welke seksuele gedragingen (onder meer) bestonden uit:
- het aanraken met en houden van zijn, verdachtes, penis ( in erectie) tegen en/of bij de blote billen van [slachtoffer05] en/of tegen en/of bij de (met kleding bedekte) vagina van [slachtoffer05] en
- het nadrukkelijk in beeld brengen van de ontblote anus en/of balzak en/of piemel van [slachtoffer06] ;
3.
hij, in de periode van 16 september 2022 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , en/of te [plaatsnaam02] ,
meerdere afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten foto’s , waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer04] , geboren op [geboortedatum04] 2019 , is betrokken , heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen (onder meer) bestonden uit:
- het uitsnijden van video’s, waardoor de ontblote vagina en ontblote billen, van die [slachtoffer04] in beeld worden gebracht ;
4. subsidiair
hij in de periode van
16 september 2022tot en met
23 september 2022in Nederland,
gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, te weten een mobiele telefoon , opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [slachtoffer01] , aanwezig in een niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten een badkamer , meerdere afbeeldingen heeft vervaardigd, door (heimelijk) video’s van haar lichaam, te maken;
5.
hij, in de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] ,
meermalen, (telkens) een of meer afbeelding(en), te weten (een) foto(’s) en/of (een) video(’s), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft,
en/of gegevensdragers, te weten een mobiele telefoon van het merk Samsung (goednummer 1558207) en een externe harde schijf, HDU Extern (goednummer 1558359), bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven- (onder meer) bestonden uit:
het met een penis en/of de/een (vinger(s) en/of tong oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt al dan niet door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (zelf)
(onder meer beschrijving(en) pagina 129 en/of foto 1, pagina 141 en/of foto 2, pagina 143 en/of afbeelding A, pagina 144 en/of afbeelding B - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 146 en/of afbeelding C - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 147 en/of afbeelding D - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 147)
en/of
het met een voorwerp oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt al dan niet door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer pagina 129 en/of afbeelding C - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 147)
en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong en/of bil(len) en/of (een) voorwerp (en) betasten en/of aanraken van het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borst(en) en/of de bil(len) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer pagina 129 en/of foto 6, pagina 142 en/of foto 3, pagina 145 en/of foto 5, pagina 145)
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een dier
(onder meer beschrijving(en) pagina 130 en/of [bestandsnaam01] - zijnde screenshots van een video -, pagina 189)
en/of
het betasten en/of aanraken van het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borst(en) en/of de bil(len) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een dier
(onder meer beschrijving(en) pagina 129)
en/of
het klaarkomen, althans het ejaculeren. van een volwassen penis over het gezicht en/of liet lichaam van (een) jong(e) meisje(s), althans (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer foto 10, pagina 142 en/of foto 11, pagina 143)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, althans het (nadrukkelijk) in beeld brengen van het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borst(en) en/of bil(len) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(onder meer foto 7, pagina 141 en/of foto 4, pagina 144 en/of foto 12, pagina 146 en/of afbeelding C - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 147 en/of [bestandsnaam02] , pagina 148 en/of foto 8, pagina 148 en/of [bestandsnaam03] , pagina 149 en/of [bestandsnaam04] , pagina 149 en/of [bestandsnaam05] , pagina 150 en/of [bestandsnaam06] , pagina 150 en/of foto 9, pagina 151)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
6.
hij, in de periode van 1
juni 2019tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon van het merk Samsung (goednummer 1558207), bevattende afbeeldingen, van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit heeft gehad;
welke ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven- (onder meer) bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een mens en/of het betasten en/of aanraken van het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borst(en) en/of de bil(len) van een mens, door een dier
(onder meer beschrijving(en) pagina 130 en/of [bestandsnaam07] , pagina 188)
en/of
het penetreren van een dier en/of het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier, door een mens
(onder meer [bestandsnaam08] , pagina 188)
;
7.
hij,
op 20 november 2022te [plaatsnaam01] ,
met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer04] , geboren op [geboortedatum04] 2019, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten met zijn, verdachtes, hand betasten en/of aanraken van de ontblote billen en/of vagina van [slachtoffer04] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;

2.en 3.

een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;

4.subsidiair

gebruikmakende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd;

5.
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
en
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt, meermalen gepleegd;
6.
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben;
7.
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met zijn dochter [slachtoffer05] en zijn nichtje [slachtoffer04] . [slachtoffer05] was 16 maanden oud en [slachtoffer04] 3 jaar oud. Hierdoor heeft de verdachte misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen als vader en oom. Hij heeft de bevrediging van zijn seksuele behoeften laten prevaleren. Hij heeft zo op grove wijze de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffers geschonden.
Het is een feit van algemene bekendheid dat dit soort strafbare feiten schade kunnen toebrengen aan de mentale en seksuele ontwikkeling van het slachtoffer.
Ook heeft de verdachte gedurende een lange periode kinderpornografisch materiaal verworven, verspreid en in bezit gehad. Ook is bij hem dierenporno aangetroffen.
Door dit soort strafbare feiten te plegen, heeft de verdachte een verwerpelijke afzetmarkt mede in stand gehouden. De lichamelijke integriteit van de slachtoffers van kinderpornografie wordt door de seksuele handelingen die met hen worden verricht dan wel die zij moeten verrichten, ernstig geschonden en hun seksuele ontwikkeling wordt veelal ernstig verstoord. Wat betreft de dierenpornografie overweegt de rechtbank dat de wetgever de strafbaarstelling hiervan in het leven heeft geroepen ter bescherming van de goede zeden en de integriteit van het dier.
Verder heeft de verdachte kinderpornografisch materiaal gemaakt van zijn eigen kinderen en zijn nichtje [slachtoffer04] . Ook hierdoor heeft hij een ernstige inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer.
Tot slot heeft de verdachte in een badkamer heimelijk filmopnamen gemaakt van zijn toenmalige schoonzus. De verdachte heeft het vertrouwen van zijn toenmalige schoonzus in ernstige mate beschaamd en hiermee een grote inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer gemaakt. Uit haar verklaring ter terechtzitting is naar voren gekomen dat het handelen van de verdachte haar leven tot op de dag vandaag ernstig heeft verstoord.
7.3.
Omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft gedurende lange tijd een dubbelleven geleid. Hij maakte stiekem heel veel foto’s van billen van vrouwen en meisjes. Ook droeg hij ondergoed van vrouwen en meisjes en nam hij dit stiekem mee als hij op bezoek was. Naar eigen zeggen zocht de verdachte naar telkens meer (seksuele) spanning en is hij hierdoor grenzen van betamelijkheid over gegaan en heeft hij strafbare feiten gepleegd.
Hij heeft het vertrouwen van zijn echtgenote en andere dierbaren zeer ernstig beschaamd.
7.4.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.4.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
23 november 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.4.2.
Rapportages
Psycholoog [naam01] en psychiater [naam02] hebben beiden een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 11 oktober 2023 en 24 oktober 2023. Deze rapportages houden het volgende in.
Beide deskundigen komen tot het oordeel dat bij de verdachte sprake is van een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type, een andere gespecificeerde parafiele stoornis (hebefilie) en een fetisjismestoornis gericht op billen en ondergoed.
Beide deskundigen schatten het risico op recidive van hands-off delicten (zoals het maken van heimelijke en seksueel getinte foto's, kinderpornografie of seksueel grensoverschrijdend gedrag op internet) in als matig. Gevoed door de aanwezige parafiele stoornissen en de verhoogde seksuele behoefte en drang naar seksuele spanning, zal de verdachte naar verwachting eerder deze grenzen over gaan, dan het plegen van hands-on delicten (als het plegen van ontuchtige handelingen). Daartegenover staan enkele beschermende factoren, zoals onder andere de intelligentie van de verdachte en zijn motivatie voor behandeling. Andere beschermende factoren als huisvesting, dagbesteding en sociaal netwerk, zullen nog moeten worden opgebouwd. Een parafilie is niet te genezen, maar behandeling van de parafiele stoornissen, veel uitleg daarover en het op een gezonde manier vormgeven aan zijn seksualiteit, kunnen aanwezige recidiverisico's verder verlagen. Libidoremmende medicatie kan onderdeel zijn van een dergelijke behandeling.
Het is van belang dat de verdachte een behandeling ondergaat. Door beide deskundigen wordt dan ook geadviseerd om een behandeling op te leggen als voorwaarde bij een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op het einde van de (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
22 november 2023. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering kan zich vinden in de risicotaxatie van de deskundigen. Volgens de reclassering zal de verdachte, gelet op de gestelde diagnostiek cq. problematiek, gevoelig blijven voor een drang naar heimelijke en seksueel georiënteerde handelingen en hierdoor een risico (blijven) lopen ten aanzien van recidive. Het risico dat de verdachte opnieuw ernstige delicten zal plegen, of ernstige hinder voor slachtoffers zal veroorzaken, is hierdoor aanwezig. Op korte termijn wordt de kans op recidive als beperkter ingeschat omdat de verdachte met de afwikkeling van de huidige strafzaak de consequenties van zijn gedrag ervaart. Op middellange termijn zal dit effect kunnen afnemen, waardoor de kans op recidive kan toenemen.
Ook na een langdurige behandeling en toezicht kan het risico op recidive gezien de vastgestelde problematiek aanwezig blijven en zal het mogelijk van belang blijven om de verdachte nog te monitoren.
De reclassering adviseert tot oplegging van een deels voorwaardelijke straf met de bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, waaronder ook het innemen van medicijnen kan vallen, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een contactverbod, een locatieverbod, het vermijden van contact met minderjarigen, het vermijden van kinderporno en dierenporno, met de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden.
Hiernaast ziet de reclassering meerwaarde in een langdurig toezicht (GVM-maatregel) zodat de verdachte na terugkeer in de samenleving langer onder intensief toezicht komt te staan en zijn resocialisatie aan voorwaarden is gebonden.
7.5.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De verdediging heeft verzocht een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest op te leggen. Hiervoor bestaat echter geen aanleiding, omdat dit onvoldoende recht doet aan de ernst van de gedragingen waaraan de verdachte zich schuldig heeft gemaakt.
Omdat de psychiater, psycholoog en de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk achten om de kans op herhaling te verkleinen, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er ook toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, zullen de bijzondere voorwaarden, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Daarnaast is een GVM-maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Sr noodzakelijk. Uit de rapportages blijkt dat sprake is van een gevaar voor herhaling waarvoor een langdurige behandeling nodig is. Om de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen te beschermen, dient de verdachte langdurig onder toezicht te staan. Met oog op de toekomst is het ook voor de verdachte van belang dat hij langdurig onder toezicht staat om toekomstige recidiverisico’s te beperken.
Ook aan de overige wettelijke vereisten voor de oplegging van de GVM-maatregel is voldaan. De verdachte wordt veroordeeld tot een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf wegens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, en een misdrijf als omschreven in artikel 240b Sr.
Gelet op het voorgaande zal de GVM-maatregel worden opgelegd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen smartphone Samsung (1558207) en de harde schijf (1558359) te onttrekken aan het verkeer. Ten aanzien van de in beslag genomen Sandisk SD kaart (1558369) en smartphone Lenovo (1558534) heeft hij gevorderd tot verbeurdverklaring van de voorwerpen.
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen Samsung telefoon (omschrijving: [proces-verbaalnummer01] ) en de harddisk Western Digital (omschrijving: [proces-verbaalnummer02] ) zullen verbeurd worden verklaard, omdat de bewezen verklaarde feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan.
De in beslag genomen Lenovo telefoon (omschrijving: [proces-verbaalnummer03] ) en de sandisk micro sd (omschrijving: [proces-verbaalnummer04] ) zullen worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen behoren de verdachte toe. Het ongecontroleerde bezit van deze voorwerpen is in strijd met de wet en het algemeen belang omdat daarop zeer veel afbeeldingen van onbekende meisjes en vrouwen staan die de verdachte stiekem heeft gemaakt.
Ten aanzien van de sandisk SD kaart met goednummer 1558369 zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte (voor zover nog niet teruggegeven), omdat op deze SD kaart geen gegevens zijn aangetroffen.

9.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen

9.1.
Ingediende vorderingen
De volgende vorderingen zijn door mr. A.M. Buitenhuis namens de benadeelde partijen (ter zake van de onder 3, 4, 7 en 8 ten laste gelegde feiten) ingediend.
De benadeelde partijen [benadeelde partij01] en [benadeelde partij02] (samen: de ouders), [benadeelde partij03] en [benadeelde partij04] vorderen een vergoeding van primair € 5.835,32, subsidiair € 5.566,48 aan materiële schade, welk bedrag is opgebouwd uit kilometervergoeding voor de ouders, een behandeling voor [benadeelde partij01] bij de osteopaat en inkomstenderving van [benadeelde partij01] en [benadeelde partij02] .
Daarnaast vorderen zij in totaal een vergoeding van € 64.200,- aan immateriële schade, welk bedrag is opgebouwd uit € 14.200,- aan psychische schade (€ 8.000,- voor [benadeelde partij03] , € 2.000,- voor [benadeelde partij04] , € 3.100,- voor [benadeelde partij01] en € 1.100,- voor [benadeelde partij02] ), € 15.000,- aan shockschade (namens [benadeelde partij03] voor haar moeder) en € 35.000,- aan affectieschade voor de ouders. Tot slot vorderen zij een vergoeding van € 40.000,- aan toekomstige schade (bestaande uit toekomstige materiële en immateriële schade in verband met een eventuele hoger beroepsprocedure).
Door alle benadeelde partijen is verzocht om over de gevorderde bedragen de wettelijke rente toe te wijzen, alsmede de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
9.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft primair geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen, met uitzondering van de toekomstige schade. Subsidiair heeft hij zich – ten aanzien van de hoogte van de immateriële schade – gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de vorderingen, vanwege de strijd met een behoorlijke procesorde omdat de vordering de verdediging pas anderhalve dag voor de zitting heeft bereikt. Subsidiair stelt de verdediging zich op het standpunt dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de vorderingen, omdat de vorderingen een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren.
Meer subsidiair stelt de verdediging dat er ten aanzien van de inkomstenderving van de ouders geen sprake is van rechtstreekse schade en dienen de gevorderde affectieschade en shockschade ten aanzien van de ouders te worden afgewezen omdat hiervoor geen grond is.
9.4.
Beoordeling
9.4.1.
Inleiding
Er bestaat een wettelijke plicht tot vergoeding van schade indien die schade het rechtstreekse gevolg is van een onrechtmatige handelen. De verdachte heeft onrechtmatig gehandeld jegens [slachtoffer04] en [slachtoffer01] . Hij dient de schade die [slachtoffer04] lijdt door de ontucht en het maken van kinderporno en de schade die [slachtoffer01] lijdt door het heimelijk filmen te vergoeden. Onder schade valt zowel materiële als immateriële schade.
Onder omstandigheden kan naast onrechtmatig handelen van de verdachte jegens het directe slachtoffer, ook sprake zijn van een zelfstandige onrechtmatige daad jegens derden. Daarbij gaat het onder andere om shockschade en affectieschade.
Aangezien [slachtoffer02] en [slachtoffer04] handelingsonbekwaam zijn zal de rechtbank hun vorderingen tot schadevergoeding aanmerken als vorderingen die namens hen door hun ouders als wettelijk vertegenwoordiger zijn gedaan.
9.4.2.
Materiële schade ten aanzien van alle benadeelde partijen
De benadeelde partijen zullen ten aanzien van dit deel van de vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard. De gestelde schade is niet gesplitst per benadeelde partij en daarom is onvoldoende inzichtelijk gemaakt wie wat vordert. De behandeling van deze vorderingen levert daarom een onevenredige belasting van het strafgeding op. Bovendien heeft de verdediging onvoldoende gelegenheid gehad om zich hier gedegen tegen te kunnen verweren. Dit deel van de vorderingen kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9.4.3.
Immateriële schade [benadeelde partij03]
Aan [slachtoffer04] is door de ten aanzien van haar bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade toegebracht. De aard en ernst van de normschending brengen mee dat de nadelige gevolgen voor [slachtoffer04] zo voor de hand liggen dat als vaststaand kan worden aangenomen dat zij immateriële schade heeft geleden. Die schade zal naar billijkheid worden vastgesteld op € 1.000,-. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. Nader onderzoek naar de gegrondheid van de vordering en de omvang daarvan zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de nadere behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9.4.3.1.
Affectieschade
Namens de benadeelde partij [benadeelde partij03] is een vergoeding van € 35.000,- gevorderd aan affectieschade voor haar beide ouders. De rechtbank zal dit deel van de vordering opvatten als een vordering van beide ouders om vergoeding van door hen geleden affectieschade.
Dit deel van de vordering is niet toewijsbaar omdat de psychische schade die [slachtoffer04] heeft geleden door het handelen van de verdachte niet valt te kwalificeren als ‘ernstig en blijvend letsel’ als gevolg van het ten aanzien van haar bewezenverklaarde zoals bedoeld in artikel 6:107 lid 1 sub b BW. Voor toewijzing van de gevorderde bedragen als affectieschade ontbreekt dan ook een wettelijke grondslag. De rechtbank zal dan ook de vordering ten aanzien van dit deel afwijzen.
9.4.3.2.
Shockschade
Namens de benadeelde partij [benadeelde partij03] is een vergoeding van € 15.000,- gevorderd aan shockschade voor haar moeder. De rechtbank zal dit deel van de vordering opvatten als een vordering van de moeder om vergoeding van door haar gestelde shockschade.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kan vergoeding van immateriële schade aan een ander dan het rechtstreekse slachtoffer plaatsvinden als door het waarnemen van het ten laste gelegde of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, een hevige emotionele schok bij die benadeelde partij wordt teweeggebracht, waaruit geestelijk letsel voortvloeit, hetgeen zich met name zal kunnen voordoen indien iemand tot wie deze benadeelde partij in een nauwe affectieve relatie staat, bij het ten laste gelegde is gedood of gewond (zogenoemde ‘shockschade’).
Op basis van hetgeen ter onderbouwing van deze schade is aangevoerd en getoetst aan voornoemde voorwaarden is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van de door de rechtspraak vereiste en hiervoor omschreven “directe confrontatie”. Gelet hierop komt de rechtbank niet toe aan de vraag of sprake is van geestelijk letsel.
De rechtbank zal gezien hetgeen hiervoor is overwogen de vordering tot vergoeding van shockschade afwijzen.
9.4.4.
Immateriële schade [benadeelde partij01]
Aan de benadeelde partij is door het ten aanzien van haar bewezen verklaarde strafbare feit (heimelijk filmen in een badkamer) rechtstreeks immateriële schade toegebracht. Die schade zal naar billijkheid worden vastgesteld op € 750,-. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat onvoldoende is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met de bewezen verklaarde feiten. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9.4.5.
Immateriële schade [benadeelde partij02] en [benadeelde partij04]
De benadeelde partij [benadeelde partij02] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat onvoldoende is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met de bewezen verklaarde feiten. Ten aanzien van de namens [benadeelde partij04] gevorderde schade geldt dat dit deel van de vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard, omdat de verdachte is vrijgesproken van het ten aanzien van hem ten laste gelegde.
9.4.6.
Toekomstige schade
Alle benadeelde partijen hebben een vergoeding gevorderd in verband met een eventuele hoger beroepsprocedure (bestaande uit toekomstige materiële en immateriële schade).
Omdat eventuele toekomstige kosten niet gemaakt zijn en onzeker is of deze kosten gemaakt zullen worden en of van toekomstige immateriële schade sprake is, zal de rechtbank de vorderingen op dit onderdeel afwijzen.
9.4.7.
Wettelijke rente en overige kosten
De benadeelde partijen hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank zal bepalen dat de te vergoeden schadebedragen telkens worden vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 september 2022.
Omdat de vorderingen van de benadeelde partij [benadeelde partij01] gedeeltelijk zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door deze benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Nu de benadeelde partij [benadeelde partij02] niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zul de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.5.
Conclusie
De verdachte dient de navolgende bedragen te betalen:
  • aan de ouders ten behoeve van [benadeelde partij03] : € 1.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente als hieronder in de beslissing vermeld;
  • aan [benadeelde partij01] : € 750,-, vermeerderd met de wettelijke rente als hieronder in de beslissing vermeld.
De oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d, 36f, 38z, 57, 139f, 240b, 247, 248 en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 4 primair en 8 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland bij een nader door deze instelling te bepalen vestiging. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Het toezicht start in detentie;
2. de veroordeelde zal zich ambulant laten behandelen door de forensische polikliniek de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Indien de zorgverlener – gelet op de problematiek – ook het innemen van medicijnen (zoals libido remmende medicatie) nodig vindt, zal de veroordeelde, nadat dit door de rechter is bevolen, dergelijke medicatie innemen;
3. de veroordeelde zal, indien geïndiceerd, verblijven bij Stichting Exodus of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
4. de veroordeelde zal op geen enkele wijze - direct of indirect - contact hebben of zoeken met [slachtoffer06] en [slachtoffer05] , [slachtoffer04] , [slachtoffer02] , [slachtoffer01] en [slachtoffer07] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat dit in overleg met de reclassering gaat;
5. de veroordeelde zal zich niet bevinden binnen de bebouwde kom van [plaatsnaam01] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
6. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact zoeken met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat dit in overleg met de reclassering gaat;
7. de veroordeelde zal zich op welke wijze dan ook onthouden van:
a) het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
b) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin kinderpornografisch of dierenpornografisch materiaal kan worden verkregen;
c) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
d) het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn digitale apparatuur;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
de veroordeelde dient aan de controles op de naleving van voorwaarde 7 mee te werken tijdens een huisbezoek;
het toezicht op de onder 7 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers in gebruik bij de veroordeelde. Deze controles vinden op de volgende wijze plaats:
de controle van de onder 7 gestelde voorwaarden mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van digitale bestanden (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan);
een specialist (niet zijnde een opsporingsambtenaar) mag de reclassering technische ondersteuning bieden ten behoeve van de controles;
de controles mogen gedurende de proeftijd van 3 jaren maximaal 6 keer worden uitgevoerd;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd:
- smartphone Samsung (omschrijving: [proces-verbaalnummer01] );
- harddisk Western Digital (omschrijving: [proces-verbaalnummer02] );
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
- sandisk micro sd (omschrijving: [proces-verbaalnummer04] );
- smartphone Lenovo (omschrijving: [proces-verbaalnummer03] );
- gelast de teruggave aan verdachte (voor zover nog niet teruggegeven) van:
- sandisk sd kaart 8 GB (omschrijving: [proces-verbaalnummer05] );
Verklaart [benadeelde partij02] en [benadeelde partij01] niet ontvankelijk in hun vordering tot vergoeding van materiële schade; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
de benadeelde partij [benadeelde partij02] en [benadeelde partij01] ten behoeve van [benadeelde partij03], te betalen een bedrag van €
1.000,- (zegge: duizend euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering tot vergoeding van immateriële schade ten behoeve van [benadeelde partij03] en [benadeelde partij04] ; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde betreffende shockschade en affectieschade;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij02] en [benadeelde partij01] ten behoeve van
[benadeelde partij03]te betalen
€ 1.000,-(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
20 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
de benadeelde partij [benadeelde partij01], te betalen een bedrag van
€ 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij01]te betalen
€ 750,-(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 750,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
15 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en S.A. van Egmond, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Dere, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 13 december 2023.
Bijlage I
Tekst nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij, in of omstreeks de periode van 17 maart 2021 tot en met 17 januari 2023 te [plaatsnaam01] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
met zijn kind [slachtoffer05] , geboren op [geboortedatum02] 2021, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het aanraken met en/of houden van zijn, verdachtes, penis (al dan niet in erectie) tegen en/of bij de blote billen van [slachtoffer05] en/of tegen en/of bij de (al dan niet met kleding bedekte) vagina van [slachtoffer05] ;
(art. 247 jo 248 van het Wetboek van Strafrecht)
2.
hij, in of omstreeks de periode van 23 januari 2019 tot en met 17 januari 2023 te [plaatsnaam01] , althans in Nederland,
meerdere, althans een, afbeelding(en) van seksuele gedragingen, te weten (een) foto’s en/of (een) video’s, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten zijn minderjarige kind(eren) [slachtoffer05] , geboren op [geboortedatum02] 2021 en/of [slachtoffer06] , geboren op [geboortedatum03] 2019, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft vervaardigd en/of in bezit gehad
welke seksuele gedragingen (onder meer) bestonden uit:
- het aanraken met en/of houden van zijn, verdachtes, penis (al dan niet in erectie) tegen en/of bij de blote billen van [slachtoffer05] en/of tegen en/of bij de (al dan niet met kleding bedekte) vagina van [slachtoffer05] en/of
- het (nadrukkelijk) in beeld brengen van de (al dan niet ontblote) anus en/of balzak en/of piemel van [slachtoffer06] , en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b van het Wetboek van Strafrecht)
3.
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 3 november 2014 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , en/of te [plaatsnaam02] , in elk geval in Nederland,
meerdere, althans een, afbeelding(en) van seksuele gedragingen, te weten (een) foto’s en/of (een) video’s, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer04] , geboren op [geboortedatum04] 2019 en/of [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum05] 2017 en/of [slachtoffer03] , geboren op [geboortedatum06] 2014, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen (onder meer) bestonden uit:
- het (specifiek) in beeld brengen van de (ontblote) vagina en/of (ontblote) billen, in ieder geval het (ontblote) (onder)lichaam, van die [slachtoffer04] en/of [slachtoffer03] en/of het (specifiek) in beeld brengen van de (ontblote) billen en/of (ontblote) piemel, in ieder geval het (ontblote) (onder)lichaam, van die [slachtoffer02] en/of
- het bewerken en/of uitsnijden van en/of inzoomen op en/of maken van een of meer printscreens, althans afbeeldingen, van (een) foto’s en/of (een) video’s, waarbij en/of waardoor de (ontblote) vagina en/of (ontblote) billen, in ieder geval het (ontblote) (onder)lichaam, van die [slachtoffer04] en/of [slachtoffer03] , (specifiek) in beeld word(t)(en) gebracht en/of de (ontblote) billen en/of (ontblote) piemel, in ieder geval het (ontblote) (onder)lichaam, van die [slachtoffer02] (specifiek) in beeld word(t)(en) gebracht, en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b van het Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk meerdere, althans een, afbeelding(en) van seksuele aard van een persoon, te weten [slachtoffer01] , heeft vervaardigd, door (telkens)(heimelijk) (een) foto(’s) en/of video(’s) van haar (al dan niet ontblote) borst(en) en/of (al dan niet ontblote) bil(len), in ieder geval haar (al dan niet ontblote) lichaam, te maken;
(art. 139h van het Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , althans in Nederland,
gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, te weten een mobiele telefoon en/of een camera, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [slachtoffer01] , aanwezig in een woning en/of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten (onder meer) een badkamer en/of een douche, meerdere, althans een, afbeelding(en) heeft vervaardigd, door (heimelijk) (een) foto(’s) en/of (een) video(’s) van haar (al dan niet ontblote) borst(en) en/of (al dan niet ontblote) bil(len), in ieder geval haar (al dan niet ontblote) lichaam, te maken;
(art. 139f van het Wetboek van Strafrecht)
5.
hij, in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens) een of meer afbeelding(en), te weten (een) foto’s en/of (een) video’s, en/of een of meer gegevensdrager(s), te weten een mobiele telefoon van het merk Samsung (goednummer 1558207) en/of een externe harde schijf, HDU Extern (goednummer 1558359), bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven- (onder meer) bestonden uit:
het met een penis en/of de/een (vinger(s) en/of tong oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt al dan niet door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (zelf)
(onder meer beschrijving(en) pagina 129 en/of foto 1, pagina 141 en/of foto 2, pagina 143 en/of afbeelding A, pagina 144 en/of afbeelding B - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 146 en/of afbeelding C - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 147 en/of afbeelding D - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 147)
en/of
het met een voorwerp oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt al dan niet door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer pagina 129 en/of afbeelding C - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 147)
en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong en/of bil(len) en/of (een) voorwerp (en) betasten en/of aanraken van het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borst(en) en/of de bil(len) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer pagina 129 en/of foto 6, pagina 142 en/of foto 3, pagina 145 en/of foto 5, pagina 145)
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een dier
(onder meer beschrijving(en) pagina 130 en/of [bestandsnaam01] - zijnde screenshots van een video -, pagina 189)
en/of
het betasten en/of aanraken van het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borst(en) en/of de bil(len) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een dier
(onder meer beschrijving(en) pagina 129)
en/of
het klaarkomen, althans het ejaculeren. van een volwassen penis over het gezicht en/of liet lichaam van (een) jong(e) meisje(s), althans (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer foto 10, pagina 142 en/of foto 11, pagina 143)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, althans het (nadrukkelijk) in beeld brengen van het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borst(en) en/of bil(len) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(onder meer foto 7, pagina 141 en/of foto 4, pagina 144 en/of foto 12, pagina 146 en/of afbeelding C - zijnde screenshots van meerdere video’s -, pagina 147 en/of [bestandsnaam02] , pagina 148 en/of foto 8, pagina 148 en/of [bestandsnaam03] , pagina 149 en/of [bestandsnaam04] , pagina 149 en/of [bestandsnaam05] , pagina 150 en/of [bestandsnaam06] , pagina 150 en/of foto 9, pagina 151)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b van het Wetboek van Strafrecht)
6.
hij, in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , in elk geval in Nederland,
een of meer afbeelding(en), en/of een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon van het merk Samsung (goednummer 1558207), bevattende een of meer afbeelding(en), van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit heeft gehad;
welke ontuchtige handeling(en) - zakelijk weergegeven- (onder meer) bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een mens en/of het betasten en/of aanraken van het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borst(en) en/of de bil(len) van een mens, door een dier
(onder meer beschrijving(en) pagina 130 en/of [bestandsnaam07] , pagina 188)
en/of
het penetreren van een dier en/of het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier, door een mens
(onder meer [bestandsnaam08] , pagina 188)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht)
7.
hij, in de periode van 12 oktober 2019 tot en met 17 januari 2023 te [plaatsnaam01] , althans in Nederland,
met een (al dan niet een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde) minderjarige, te weten [slachtoffer04] , geboren op [geboortedatum04] 2019, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten met zijn, verdachtes, hoofd en/of neus en/of hand en/of vinger(s) betasten en/of aanraken van de (al dan niet ontblote) bil(len) en/of (al dan niet met kleding bedekte) vagina van [slachtoffer04] ;
(art. 247 jo 248 van het Wetboek van Strafrecht)
8.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
aan een of meer anderen, anders dan op diens/hun verzoek, (een) afbeelding(en), te weten (een) foto(’s) en/of (een) video(’s) van de (al dan niet ontblote) borst(en) en/of de (al dan niet ontblote) bil(len), in ieder geval het (al dan niet ontblote) lichaam, van [slachtoffer01] , heeft toegezonden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat die afbeelding(en) aanstotelijk voor de eerbaarheid is/zijn;
(art. 240 van het Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
een ander, te weten [slachtoffer01] , (telkens) door enige (andere) feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het dulden van het heimelijk en/of onverhoeds en/of onaangekondigd en/of zonder uitdrukkelijke en ondubbelzinnige toestemming van die [slachtoffer01] verspreiden, althans (door)sturen, van foto(’s) en/of video(’s) van de (al dan niet ontblote) borst(en) en/of de (al dan niet ontblote) bil(len), in ieder geval het (al dan niet ontblote) lichaam, van die [slachtoffer01] , aan een of meer derde(n);
(art. 284 van het Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 19 december 2022 te [plaatsnaam01] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) zonder daartoe gerechtigd te zijn, (een)(kleuren)portret(ten), te weten een of meer foto(’s) en/of video(’s) van de (al dan niet ontblote) borst(en) en/of de (al dan niet ontblote) bil(len), in ieder geval het (al dan niet ontblote) lichaam, van [slachtoffer01] , (telkens) in het openbaar ten toon heeft gesteld of op andere wijze openbaar heeft gemaakt, te weten (telkens) via de chat van snapchat.
(art. 35 van de Auteurswet)