ECLI:NL:RBROT:2023:11677

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
C/10/667058
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met bijzondere curator

Op 9 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [kind01]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (GI) om de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor de duur van zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [kind01] het ouderlijk gezag uitoefent en dat [kind01] bij haar ouders woont. Eerder was de ondertoezichtstelling al verlengd tot 18 november 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 november 2023 waren de vertegenwoordigers van de GI en de bijzondere curator aanwezig, maar de ouders van [kind01] waren niet verschenen. De kinderrechter heeft [kind01] naar haar mening gevraagd, maar zij is niet ter zitting verschenen.

De GI heeft toegelicht dat de afgelopen periode positieve ontwikkelingen zijn geweest in het gezin, maar dat er zorgen blijven bestaan over [kind01] in verband met incidenten op school. De advocaat van de moeder heeft aangegeven het niet eens te zijn met de verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de bijzondere curator zich niet verzet tegen het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft op basis van de wettelijke criteria in het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat de ondertoezichtstelling van [kind01] moet worden verlengd, omdat zij nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 18 mei 2024 en de bijzondere curator herbenoemd voor dezelfde periode, met als doel [kind01] in en buiten rechte te vertegenwoordigen en de situatie kritisch te volgen.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2023 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, en is op schrift gesteld op 16 november 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/667058 / JE RK 23-2421
Datum uitspraak: 9 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de GI,
over
[kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2009 in [geboorteplaats01] , hierna te noemen [kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen de moeder, wonende in [woonplaats01] ,
advocaat mr. S. Ben Ahmed te Rotterdam,
[naam02],
hierna te noemen de vader, wonende in [woonplaats01] ,
[naam03],
hierna te noemen de bijzondere curator, kantoorhoudende te [plaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 13 oktober 2023;
  • een e-mailbericht met bijlage van 30 oktober 2023 van de bijzondere curator, binnengekomen bij de rechtbank op diezelfde datum;
  • een e-mailbericht van de advocaat van de moeder, binnengekomen op
1 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 9 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • vertegenwoordigers van de GI, te weten [naam04] en [naam05] ;
  • de bijzondere curator, te weten [naam03] .
  • mr. S. Ben Ahmed, die telefonisch is gehoord.
Opgeroepen en niet verschenen zijn de moeder en de vader.
1.3.
De kinderrechter heeft [kind01] naar haar mening gevraagd. [kind01] is niet ter zitting verschenen en heeft geen mening gegeven.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [kind01] .
2.2.
[kind01] woont bij haar ouders.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 4 mei 2023 de ondertoezichtstelling van [kind01] verlengd tot 18 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
Ter zitting heeft de GI het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. De afgelopen periode is de stijgende lijn doorgezet. Het gaat goed met het gezin en de ouders hebben zelf de regie kunnen voeren. Er wordt gezien dat er voldoende inzet is door de moeder. De moeder gaat naar alle afspraken en voert alle gesprekken met de school zonder tussenkomst van de GI. Dit heeft er toe geleid dat de verlenging van de maatregel niet is gevraagd voor alle kinderen. Er zijn op dit moment alleen nog zorgen over [kind01] . Er hebben enkele incidenten plaatsgevonden op de school. De school vraagt zich af of [kind01] wel past op deze school. Er zal nog een gesprek plaatsvinden samen met de school en de hulpverleners. Het is van groot belang dat [kind01] op deze school kan blijven.

4.De standpunten

4.1.
Ter zitting heeft de advocaat van de moeder aangegeven het niet eens te zijn met het verzoek van de GI. Het gaat goed met het gezin en de ouders kunnen zelf alles verder zelfstandig regelen. Aankomende week heeft de moeder een gesprek over het incident met de school. Er wordt dan besproken of [kind01] kan blijven en welke hulp er kan worden ingezet. De moeder voorziet verder geen problemen. Als het verzoek wel wordt toegewezen, wenst de moeder dat de bijzondere curator betrokken blijft.
4.2.
Ter zitting heeft de bijzondere curator zich niet verzet tegen verzoek van de GI. De bijzondere curator heeft aangegeven dat er veel moeite is gedaan om [kind01] op deze school te krijgen. In het begin was de school erg enthousiast, maar er wordt nu getwijfeld of deze school wel passend is. Deze school was al eigenlijk een laatste redmiddel. Bovendien heeft de school aan het begin van alles beloofd, maar hiervan is weinig terecht gekomen. [kind01] haalt goede cijfers op school, maar ze mist een stukje sociale vaardigheden. [kind01] staat open voor een coach die haar hierbij kan helpen en begeleiden.

5.De beoordeling

Ten aanzien van de ondertoezichtstelling:

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [kind01] nog altijd ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Gebleken is dat het gezin veel positieve stappen heeft gemaakt, waardoor een ondertoezichtstelling voor de andere kinderen momenteel niet meer nodig is. Voor wat betreft [kind01] ligt dat anders. Op dit moment gaat [kind01] naar school, maar hier hebben zich enkele incidenten voorgedaan. Het is van groot belang dat [kind01] op deze school kan blijven en hier haar opleiding kan afmaken. De komende periode is het daarom nog noodzakelijk dat de ouders en [kind01] worden begeleid bij de schoolgang van [kind01] . De betrokkenheid van de GI en de bijzondere curator wordt hierbij nodig geacht.
5.3.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [kind01] verlengen voor de duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW).
Ten aanzien van de (her)benoeming van de bijzondere curator:
5.4.
De kinderrechter ziet aanleiding de bijzondere curator voor [kind01] opnieuw te benoemen nu aan de gronden hiervoor nog steeds wordt voldaan.
5.5.
[naam03] heeft zich bereid verklaard de herbenoeming tot bijzondere curator van [kind01] te aanvaarden. De rechtbank herbenoemt hem daarom als bijzondere curator van [kind01] , met als opdracht [kind01] in en buiten rechte te vertegenwoordigen, de situatie kritisch te volgen en al het nodige te doen wat in deze in het belang van [kind01] is.
De benoeming tot bijzondere curator geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling van [kind01] , te weten tot 18 mei 2024.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [kind01] tot 18 mei 2024;
6.2.
herbenoemt [naam03] tot bijzondere curator voor de periode tot
18 mei 2024;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2023 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in aanwezigheid van K.F.G. van Leeuwen als griffier, en op schrift gesteld op 16 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.