Op 9 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [kind01]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (GI) om de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor de duur van zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [kind01] het ouderlijk gezag uitoefent en dat [kind01] bij haar ouders woont. Eerder was de ondertoezichtstelling al verlengd tot 18 november 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 november 2023 waren de vertegenwoordigers van de GI en de bijzondere curator aanwezig, maar de ouders van [kind01] waren niet verschenen. De kinderrechter heeft [kind01] naar haar mening gevraagd, maar zij is niet ter zitting verschenen.
De GI heeft toegelicht dat de afgelopen periode positieve ontwikkelingen zijn geweest in het gezin, maar dat er zorgen blijven bestaan over [kind01] in verband met incidenten op school. De advocaat van de moeder heeft aangegeven het niet eens te zijn met de verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de bijzondere curator zich niet verzet tegen het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft op basis van de wettelijke criteria in het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat de ondertoezichtstelling van [kind01] moet worden verlengd, omdat zij nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 18 mei 2024 en de bijzondere curator herbenoemd voor dezelfde periode, met als doel [kind01] in en buiten rechte te vertegenwoordigen en de situatie kritisch te volgen.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2023 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, en is op schrift gesteld op 16 november 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.