ECLI:NL:RBROT:2023:11640

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
10775235 VV EXPL 23-541
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een kort geding inzake huurachterstand en ontruiming van bedrijfsruimte

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Vivada Properties 7 Rotterdam B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Vivada Properties, vertegenwoordigd door mr. E. Doornbos, eiste dat de gedaagde, die een bedrijfspand huurt, zou worden veroordeeld tot ontruiming van het pand en betaling van een huurachterstand van € 15.668,59. De gedaagde had volgens Vivada Properties al maanden geen huur betaald en meerdere betalingsregelingen niet nagekomen.

Tijdens de zitting op 30 november 2023 was alleen de gemachtigde van Vivada Properties aanwezig, terwijl de gedaagde niet verscheen. De kantonrechter verleende verstek tegen de gedaagde, maar oordeelde dat Vivada Properties onvoldoende spoedeisend belang had voor een voorlopige voorziening. De kantonrechter stelde vast dat de stellingen van Vivada Properties over de huurachterstand niet klopten, aangezien de gedaagde in augustus en september 2023 nog betalingen had gedaan. De kantonrechter concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die maakten dat Vivada Properties de uitkomst van een bodemprocedure niet kon afwachten.

Daarom werd de eis van Vivada Properties afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. B.J.R. van Tongeren en is een belangrijke uitspraak in het kader van huurrecht en kort geding procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10775235 VV EXPL 23-541
datum uitspraak: 5 december 2023 (bij vervroeging)
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Vivada Properties 7 Rotterdam B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. E. Doornbos,
tegen
[gedaagde01], die handelt onder de naam
[handelsnaam01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘Vivada Properties’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 8 november 2023, met bijlagen;
  • het overzicht van de actuele huurachterstand, dat tijdens de mondelinge behandeling door Vivada Properties in het geding is gebracht.
1.2.
Op 30 november 2023 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was [naam01] namens Vivada Properties aanwezig, bijgestaan door de gemachtigde van Vivada Properties. [gedaagde01] is niet verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde01] huurt een bedrijfspand van Vivada Properties en daar moet hij op dit moment € 2.217,86 per maand aan huur voor betalen. Volgens Vivada Properties heeft [gedaagde01] een huurachterstand laten ontstaan van € 15.668,59. Daarom eist Vivada Properties in deze zaak dat [gedaagde01] wordt veroordeeld om het bedrijfspand te ontruimen en om de huurachterstand (met rente, toekomstige huurtermijnen, een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en een contractuele boete) aan Vivada Properties te betalen.
Verstekverlening tegen [gedaagde01]
2.2.
Bij het uitbrengen van de dagvaarding zijn alle wettelijke termijnen en formaliteiten in acht genomen. Daarom verleent de kantonrechter verstek tegen [gedaagde01] .
Vivada Properties heeft onvoldoende spoedeisend belang voor een voorlopige voorziening
2.3.
[gedaagde01] heeft de eis van Vivada Properties niet weersproken en daarom gaat de kantonrechter in de deze zaak uit van de juistheid van die eis. De kantonrechter is echter van oordeel dat Vivada Properties onvoldoende spoedeisend belang heeft om met een voorlopige voorziening in deze zaak vooruit te lopen op het oordeel van de rechter in de bodemprocedure, terwijl dit wel is vereist om een eis in een kort geding toe te wijzen. [1] Voor wat betreft het spoedeisend belang heeft Vivada Properties namelijk slechts gesteld dat [gedaagde01] de huur al maanden niet zou betalen, dat hij meerdere betalingsregelingen niet is nagekomen, dat de huurachterstand oploopt en dat het bedrijfspand zo spoedig mogelijk weer in beheer van Vivada Properties moet komen om te worden aangeboden op de markt. Deze stellingen van Vivada Properties komen er in feite op neer dat zij vindt dat een bodemprocedure te lang duurt, maar dat is op zichzelf geen reden om een voorlopige voorziening toe te wijzen. Er moet sprake zijn van feiten of omstandigheden die maken dat Vivada Properties de uitkomst van een bodemprocedure niet kan afwachten, maar zulke feiten of omstandigheden heeft zij - ook nadat de kantonrechter haar daar tijdens de mondelinge behandeling naar vroeg - niet gesteld. Daar komt tot slot nog bij dat uit het door Vivada Properties tijdens de mondelinge behandeling in het geding gebrachte overzicht van de actuele huurachterstand blijkt dat [gedaagde01] in augustus en september 2023 nog in totaal € 7.180,29 aan Vivada Properties heeft betaald. De stelling van Vivada Properties dat [gedaagde01] al maanden geen huur zou betalen en dat de huurachterstand daardoor alleen maar oploopt, klopt dan ook niet. Kortom, de eis van Vivada Properties is onvoldoende spoedeisend om in een kort geding te worden toegewezen, ook als daarbij wordt meegewogen dat die eis op zichzelf niet is weersproken. Daarom wordt de eis van Vivada Properties afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de eis af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
38671

Voetnoten

1.Artikel 254 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.