Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mevrouw C. Rodrigues, werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
- mevrouw W.A. Balgobind, werkzaam bij Fresh Start Bewind (hierna: beschermingsbewindvoerder),
Rechtbank Rotterdam
Op 7 december 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die onder beschermingsbewind staat, een verzoek heeft ingediend om een schuldeiser te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. Verzoeker heeft op 20 september 2023 een verzoek ingediend op basis van artikel 287a van de Faillissementswet, waarbij hij een schuldregeling heeft aangeboden aan zijn acht concurrente schuldeisers, die in totaal € 21.571,98 van hem te vorderen hebben. De aangeboden regeling voorziet in een betaling van 2,52% aan de schuldeisers tegen finale kwijting. De rechtbank heeft vastgesteld dat zeven van de acht schuldeisers met de regeling instemden, maar één schuldeiser, [schuldeiser], weigerde mee te werken.
Tijdens de zitting op 29 november 2023 is de weigerende schuldeiser niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De rechtbank heeft de belangen van de schuldeiser afgewogen tegen die van verzoeker en de overige schuldeisers. De rechtbank concludeert dat de vordering van de weigerende schuldeiser slechts 3,3% van de totale schuldenlast bedraagt en dat de meerderheid van de schuldeisers akkoord is gegaan met de regeling. Bovendien is het voorstel goed gedocumenteerd en getoetst door een onafhankelijke partij, de Kredietbank Rotterdam.
De rechtbank oordeelt dat het voorstel het uiterste is wat verzoeker kan bieden, gezien zijn huidige situatie van werkloosheid en zijn deelname aan een opleiding. De rechtbank wijst het verzoek om de schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toe en veroordeelt de schuldeiser in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot. De rechtbank stelt vast dat er een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, en wijst het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af.